secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Er is al veel gezegd en geschreven over de besparingen die gemeenten en waterschappen gezamenlijk dienen te realiseren in de (afval)waterketen. Door gezamenlijk te meten en monitoren kunnen belangrijke stappen worden gezet om de gestelde doelen te verwezenlijken. Maar hoe dan? Door meer samen te werken op het gebied van meten en monitoren. Dat is een kwestie van de juiste mensen op de juiste plek. De stand der techniek vormt voor gezamenlijke telemetrie in elk geval geen praktische belemmering meer. Een goed werkend gezamenlijk telemetriesysteem is vandaag de dag vooral een kwestie van stroomlijnen van de bedrijfsprocessen en het overdragen van activiteiten tussen organisaties. Niet direct de techniek, maar de keuzes die beheerders durven en kunnen maken, is doorslaggevend.

Over een periode van anderhalf jaar zijn morfologische, hydrologische en ecologische ontwikkelingen gemonitord na een herstelproject in de Lunterse Beek. Tijdens een initiële vegetatieloze periode was de morfodynamiek groot, met een bochtafsnijding, oevererosie en oeveraangroei. Deze processen zijn gerelateerd aan de aanpassing van het lengteprofiel, dat sedimenttoevoer tot gevolg had. Vervolgens heeft vegetatie zich in de inundatiezone ontwikkeld. De morfodynamiek nam in deze periode af, de morfologische veranderingen speelden zich met name nog op de beekbodem af. De metingen laten zien dat de beekbodem stabiliseert na een initiële morfologische aanpassingsperiode van ongeveer acht maanden.

Utrecht en Den Bosch. Twee watersteden met daartussen het rivierengebied, verbonden door infrastructuur, waaronder de A2. De drie gebieden die deze snelweg doorkruist krijgen in de jongste prognoses een gunstig economisch perspectief toebedeeld. Tegelijk wordt deze ‘A2 zone’ geconfronteerd met grote wateropgaven. WATERKRACHT onderzocht deze confrontatie, op zoek naar verbindingen tussen water en economie. Opvallend genoeg schuilt de kracht van water in het detail, in de haarvaten van watersystemen. Hier blijken volop kansen te bestaan om wateropgaven te verbinden aan de lokale economie.

Natuurlijk organisch materiaal is een bron voor nagroei (biofilm) in waterleidingen. Gangbare analyses maken niet duidelijk welke organische verbindingen in het water als substraat voor bacteriën kunnen dienen, en hoe de zuiveringstechnieken erop inwerken. TU Delft en Waternet combineerden een manier om natuurlijk organisch materiaal te karakteriseren (vloeistofchromatografie) met een techniek om bepaalde fracties selectief te verwijderen (anionenuitwisseling). De methode vermindert de kans op nagroei, maakt de waterzuivering efficiënter en is kosteneffectief.

In drinkwatertransportleidingen hoopt zich sediment op, ondanks het feit dat de maximale stroomsnelheid hoger is dan de snelheid die voor distributieleidingen zelfreinigend is. Opwervelend sediment zorgt voor klachten over de kwaliteit van het drinkwater. Het sediment accumuleert vooral dicht bij het pompstation. De hoeveelheid wordt vooral bepaald door de troebelheid van het water af waterproductiebedrijf.

De schroefpers wordt al langere tijd gebruikt voor de ontwatering van onder andere mest. Met de schroefpers voor ontwatering van communaal slib was tot voor kort alleen in het buitenland ervaring. Om te beoordelen of schroefpersen ook geschikt zijn voor Nederlands zuiveringsslib zijn op zes Nederlandse rwzi’s kleinschalige testen gedaan. Verder is er op grotere schaal een duurtest uitgevoerd op de rwzi Tollebeek, waarbij de ontwateringsprestaties van de schroefpers langduriger en gedetailleerder gemonitord zijn. Uit de testen blijkt dat de schroefpers een zeer kansrijk alternatief is voor de huidige slibontwateringstechnieken.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.