secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Arseen is één van de meest giftige stoffen op aarde. Toch worden miljoenen mensen er wereldwijd aan blootgesteld via hun drinkwater. Arseenconcentraties hierin kunnen van nature te hoog zijn, maar ook als gevolg van menselijke activiteiten. De gevaren hiervan worden steeds duidelijker en daarom worden er steeds meer technieken ontwikkeld om arseen uit drinkwater te verwijderen. Welke techniek het meest geschikt is, hangt echter af van lokale technische en socio-economische omstandigheden.

Er is behoefte aan een meetmethode van de waterbodemhoogte die nauwkeurig, arbeidsextensief en gebiedsdekkend is. De techniek is er voor mariene doeleinden, maar werkt deze ook voor smalle en ondiepe sloten in veenweide- of kleigebieden? Waternet heeft in 2015 een pilot laten uitvoeren in veenweidegebied. Dit heeft meer inzicht opgeleverd in de invloedsfactoren, maar de omstandigheden in veenweidegebied blijken lastig. Er is vervolgonderzoek nodig om de meetmethode te verbeteren en naar hetzelfde bruikbaarheidsniveau te brengen als de infrarode laseraltimetrie voor het AHN. Het onderzoek richt zich op mogelijke verbetering van de groene laser en de ontwikkeling van een gele laser.

KWR heeft onlangs in samenwerking met Brabant Water en Vitens onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van datamining voor de drinkwatersector. Een inventarisatie van assetmanagement-kennisvragen, een literatuurstudie naar datamining en de eerste praktijkervaringen uit twee pilotprojecten vormen voor drinkwaterbedrijven een eerste, voorzichtige stap richting een datagedreven bedrijfsvoering. Drinkwaterbedrijven kunnen de verzamelde kennis inzetten om hun operationele processen (bijvoorbeeld assetmanagement) te verbeteren. Het onderzoek heeft geleid tot waardevolle inzichten voor toekomstige projecten en nieuwe kansen. Daarbij blijft het wel zaak om de kwaliteit en kwantiteit van beschikbare data met datamining-ambities af te stemmen en experts van verschillende vakgebieden samen te laten werken.

Winnet, het regionale waterinnovatienetwerk van hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en 14 Utrechtse gemeenten, beschouwt de oppervlaktewaterkwaliteit in het stedelijk gebied als integraal onderdeel van de waterketen. Waterschap en gemeenten zien de waterkwaliteit als een gezamenlijke verantwoordelijkheid en zijn bereid er gezamenlijk in te investeren. Er zijn vier streefbeelden (laag, zichtbaar, levendig en natuurlijk) opgesteld. Een gezamenlijke aanpak moet ervoor zorgen dat in 2027 al het water minimaal aan het streefbeeld ‘zichtbaar’ voldoet. In 2015 is de huidige kwaliteit vastgelegd door middel van ecoscans.

Bij onderzoek naar ecologie en waterkwaliteit kunnen onderwaterdrones worden toegepast. De drones, uitgerust met diverse sensoren en camera’s, blijken een waardevolle toevoeging aan de reguliere steekmonsters die de ecologische kwaliteit van het waterlichaam beoordelen. Uit de eerste resultaten blijkt dat de drones goed kunnen worden ingezet voor het verkrijgen van een 3D-beeld van de waterkwaliteit en ecologie in de plas, zoals bij de pilot in de Sloterplas in Amsterdam. Na verschillende pilots met diverse waterschappen zullen onderwaterdrones in de toekomst bij watergerelateerde onderzoeksprojecten voor meerdere doeleinden worden gebruikt.

In hoeverre is bekend hoe Nederlanders denken over de drinkwatervoorziening van de toekomst? En in welke mate verschillen wensen en voorkeuren van klanten van elkaar? Onderzoek wijst uit dat ‘de drinkwaterklant’ zich niet laat vangen onder één noemer. Op basis van de zeer verschillende prioriteiten die klanten hebben als het gaat om de (toekomstige) drinkwatervoorziening kan onderscheid gemaakt worden maken tussen vier verschillende klantprofielen. Drinkwaterbedrijven kunnen deze kennis inzetten om de dienstverlening te verbeteren, communicatie naar de klant beter ‘op maat’ te maken en in het algemeen de relatie met de klant te verbeteren.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Zo is 't!
Wat mij betreft, actiever, met rationele argumenten reageren op "Agro-industrie".  
Goed bezig, Phebe. Ga zo door.
Mark van der Laan Zoekt en gij zult vinden
Goed bezig, Harrie. Blijf vooral columns schrijven.
Het zou natuurlijk ook juist heel fijn zijn voor de natuur als er meer broedplaatsen komen voor insecten. Hebben de vleermuizen en de vogels ook wat te eten.
Lijkt mij toch opvallend dat als het "diepzuigen" gestart wordt de kade onderuit gaat. Daar moet toch een verband zijn. Diep zuigen bij zandwinning gaat er van uit dat zand in diepere lagen gaat "toelopen, vloeien" naar de "zuigmond" van een baggervaartuig onder een natuurlijk flauwe hoek. De hoek is afhankelijk van de waterspanning in de zandlaag,  korrelgrootte en vorm van het zand in de zandlaag. Als het zand zo, via de hellingshoek onder de oever afvloeit en wordt weggezogen ontstaat daar instabiliteit, "bresvloeiing", waardoor het talud wegzakt. Dat is hier waarschijnlijk gebeurt, lijkt me. Is niet de eerste keer dat dat in Nederland gebeurt.