secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

In de Zaanstreek is de nieuwe zandsproeitechniek toegepast voor de verbetering van de stabiliteit van de kade langs de Nauernasche Vaart. Hierbij wordt zeer gecontroleerd een laag zand aangebracht op de laag baggerspecie in de teensloot parallel aan het dijklichaam. Daardoor is het niet nodig de baggerspecie eerst uit de sloot te verwijderen en af te voeren. Het resultaat is een geconsolideerde specielaag die onderdeel uitmaakt van de constructie van de dijk. Minder ruimtebeslag, duurzaam hergebruik van de baggerspecie als bouwstof en een directe stabiliteitsverbetering tijdens de uitvoering, zijn enkele belangrijke voordelen.

Door de vergrijzing zal de emissie van geneesmiddelen en röntgencontrastmiddelen naar het oppervlaktewater toenemen. De effecten van toenemende emissies op de waterkwaliteit worden versterkt bij lage rivierafvoeren, die naar verwachting steeds vaker en langduriger zullen optreden in een veranderend klimaat. In deze studie zijn prognoses gemaakt van de toekomstige concentraties van een aantal relevante organische microverontreinigingen in de Rijn en Maas in het jaar 2050. De voorspelde concentraties van diverse geneesmiddelen en röntgencontrastmiddelen in de Rijn en de Maas overschrijden de ERM-streefwaarden voor oppervlaktewater als bron van drinkwater. Sporen van enkele organische microverontreinigingen kunnen doordringen in het drinkwater.

De Nederlandse bestrijdingsmiddelenmetingen in oppervlaktewater zoals die zijn verzameld in de bestrijdingsmiddelenatlas zijn geanalyseerd op het voorkomen van effecten ten gevolge van simultane blootstelling aan meerdere stoffen (mengseleffecten) tegelijkertijd. De effectanalyse laat zien dat het onwaarschijnlijk is dat er effecten optreden ten gevolge van mengseleffecten. Maar de detectielimieten van de gebruikte analysemethoden zijn onvoldoende laag om mengseleffecten uit te kunnen sluiten. Met de huidige detectielimieten zijn we feitelijk niet in staat om te beoordelen of het milieu nu wordt beschermd of niet. Er worden aanbevelingen gedaan om hier verbetering in te brengen.

Het wordt bij de bedrijfsvoering of investeringen steeds belangrijker om ook rekening te houden met de invloed op het milieu. Vaak wordt hiervoor de CO2-voetafdruk bepaald, maar een Life Cycle Assessment (LCA) neemt meerdere aspecten mee en is daarom beter. De dynamiek van de waterketen, zoals variabele waterkwaliteit of regen, speelt echter ook een rol. Combinatie van een LCA met dynamische procesmodellen geeft een beeld van het totale effect van de processen. Hieruit blijkt dan van welk procesonderdeel optimalisatie het meeste invloed op het milieu heeft en hoe tot een duurzame waterketen gekomen kan worden.

Er zijn meer dan 500 zand- en grindwinplassen in Nederland. Het winnen van grind heeft veel nieuw oppervlaktewater gecreëerd. Dat beïnvloedt de waterkringlopen, de chemische kringlopen en de ecologie zowel in positieve als negatieve zin. Vergeleken met natuurlijke meren en plassen zijn zandwinputten een relatief jong fenomeen. In de toekomst zouden de Nederlandse zand- en grindplassen mogelijk intensiever gebruikt kunnen worden als toeristisch alternatief voor het té warme zuiden van Europa.

Monitoringsdata van Brabantse beken laat zien dat bomen belangrijk zijn voor het halen van ecologische doelen. Echter, voor maximale effectiviteit met betrekking tot vegetatieontwikkeling en koeling van het beekwater voldoet alleen de zwaarste beschaduwingsklasse (>70%) en moet gestreefd worden naar lange beschaduwde trajecten. Macrofauna profiteert vooral via de door bomen gegenereerde substraatdifferentiatie. Het toepassen van beschaduwing brengt voor de waterschappen wel grote uitdagingen met zich mee. Verder blijkt uit de data-analyse dat jaarrond voldoende stroming een vereiste is voor de ecologische doelrealisatie in de trajecten.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.