secundair logo knw 1

Ziekteverwekkende bacteriën in water geven overal ter wereld problemen. Drinkwater heeft de hoogste prioriteit, maar water wordt ook gebruikt om in te zwemmen, om vis in te kweken en voor de landbouw. Technieken om te bepalen of water microbiologisch veilig is ontwikkelen zich snel, evenals de wereldwijde uitwisseling daarover. Een Nederlandse delegatie bezocht het internationale congres ‘Health-Related Water Microbiology’ (HRWM) van de International Water Association (IWA), september 2013, Florianopolis, Brazilië.

In dit verslag worden sprekers tussen haakjes genoemd. Voor gedetailleerdere informatie kunt u terecht bij de auteurs.

Testen voor veilig drinkwater
Microbiologisch veilig drinkwater is voor een groot deel van de wereldbevolking niet vanzelfsprekend. Vaak ontbreekt de kennis en de infrastructuur om de wenselijke standaarden voor waterkwaliteitscontrole te bereiken. Op het IWA WaterMicro2013-congres in Florianopolis, Brazilië was veel aandacht voor goedkope, eenvoudige en veilige analysetechnieken voor de klassieke indicatororganismen als E. coli en fecale Enterococcen (Sobsey, Peletz). Allerlei financiële en sociaaleconomische aspecten blijken hierbij van belang. Qua kosten gaat het om meer dan alleen kosten van de test zelf, maar ook om invoerrechten, belastingen en transportkosten. Daarnaast is er bijvoorbeeld de kwestie of mensen een test gaan gebruiken als deze vreselijk stinkt. En kan het afval veilig worden afgevoerd?
Of drinkwater microbiologisch veilig is, speelt niet alleen in ontwikkelingslanden, ook in de ontwikkelde landen zijn er miljoenen kleine systemen en privéwinningen die niet of onvoldoende gecontroleerd worden. Een andere reden voor de aandacht voor eenvoudige technieken lag in de wenselijkheid om beheerders van deze kleine systemen de mogelijkheid te bieden de waterkwaliteit vaker te controleren.

Snelle testen
Voor grootschaliger, centrale watervoorzieningen kan een snelle bepaling of (semi-)online analysetechniek een aantal beperkingen van de huidige technieken overwinnen (Abbaszadegan). Er zijn online analysers ontwikkeld die binnen 20 minuten enzymactiviteit van E. coli kunnen detecteren (Vogl). Opvallend is dat bij een afstervingscurve de enzymactiviteit veel langer waarneembaar is dan de kweekbare E. coli, en daarmee gevoeliger lijkt. Dit soort technieken is alleen nog van toepassing op zeer hoge concentraties aan E.coli en dus nog niet geschikt voor drinkwatercontrole.
De snelle analysetechnieken en de bovengenoemde overwegingen bij de keuze voor een bepaalde test waren ook het onderwerp van een workshop georganiseerd door WHO (de Wereldgezondheidsorganisatie) en het RIVM ‘Microbial Water Quality Testing: How to Develop a Monitoring Strategy’. Het doel is om een beslisboom te ontwikkelen waarmee betrokkenen een voor hen geschikte test kunnen kiezen. Deze beslisboom zal in de komende tijd worden uitgeprobeerd in verschillende WHO-regio’s (dat zijn meestal continenten).

Nieuwe technieken, nieuwe resultaten
De onderlinge vergelijkbaarheid en interpretatie van resultaten verandert met de verschillende nieuwe technieken zoals de online analyser voor enzymactiviteit en moleculaire technieken. Uit historische gegevens blijkt dat de aanwezigheid van Clostridium-sporen beter correleert met ziekte dan Enterococcen, en dat er helemaal geen relatie is met E. coli (Hunter). Dat hoeft dus niet te gelden voor resultaten gegenereerd met nieuwe technieken.
Naast de technieken om indicatororganismen aan te tonen, worden ook de technieken voor de (infectieuze) pathogenen zelf verder ontwikkeld en gestandaardiseerd (Kishida, Sangsanont). Ook wordt er gezocht naar nieuwe ziekteverwekkers (Masago) en naar ‘merkers’ waarmee aangetoond kan worden welke diersoort de fecale vervuiling heeft veroorzaakt (source tracking, denk aan soortspecifieke darmbacteriën of darmepitheelcellen) (Shanks, Girones).
Uit de discussies werd duidelijk dat er niet één oplossing is die overal kan worden toegepast. Voor Nederland kan men zich afvragen of het toepassen van een 100 jaar oude techniek om E. coli te kweken nog wel de beste manier is om de veiligheid van water te bepalen. In aanliggende gebieden als afvalwater en zwemwater is de focus al verschoven naar Enterococcen als belangrijkste en soms enige fecale parameter.

Risicoanalyse
Er was veel aandacht voor kwantitatieve microbiologische risicoanalyse (QMRA), zowel op het congres als tijdens de aansluitende WHO-workshop. Saskia Rutjes (RIVM) en Patrick Smeets (KWR) presenteerden de ervaringen in Nederland met QMRA en een tool voor de interpretatie van QMRA-gegevens. Vervolgens werd gesproken over de mogelijkheden om deze Nederlandse ervaringen te vertalen naar ontwikkelingslanden. De meerwaarde van QMRA ligt in het ondersteunen van beslissingen waarbij een balans tussen kosten en risico moet worden gezocht (Rose). Vanuit de zaal werd geopperd om de verontreiniging van de drinkwaterbron en de variabele effectiviteit van zuiveringsprocessen beter te karakteriseren en ook de risico’s tijdens de distributie van drinkwater te bepalen. Dit zijn ook juist de onderwerpen die de Nederlandse waterbedrijven hebben gekozen voor hun Bedrijfstakonderzoek (BTO). Zowel ontwikkelde landen (Canada, Australië) als ontwikkelende landen (Brazilië, India) onderzoeken de mogelijke voordelen van de QMRA. De Nederlandse aanpak met de zogenoemde AMVD’s (Analyse Microbiologische Veiligheid Drinkwater) kan echter niet zomaar in andere landen worden toegepast doordat geografische, organisatorische en economische randvoorwaarden anders zijn. De ervaringen in Nederland kunnen wel de ontwikkeling in andere landen ondersteunen en versnellen. Ook centrale kennisbanken zoals CAMRAwiki (een openbare portal over QMRA) en een pathogenendatabase (nog niet openbaar) (Rose, Hofstra) kunnen bijdragen aan verbetering van de risicoanalyse wereldwijd.

Watercyclus
Er was uitgebreid aandacht voor alle aspecten van de watercyclus en daaraan gerelateerde voedingsmiddelen. Op het gebied van sanitatie zijn verschillende ontwikkelingen gepresenteerd, waaronder sanitatiemogelijkheden voor ontwikkelingslanden zoals droge toiletten (Magri). Afvalwater en stormwater (Engelse term voor het vele water dat bij stormen naar beneden komt, kan ook slaan op excessieve hoeveelheden smeltwater) zijn belangrijke oorzaken van waterverontreiniging. Ze zijn echter ook in toenemende mate belangrijk als bron voor drinkwater of irrigatie (Toze). De afvalwaterzuiveringen in dergelijke situaties zijn, indien überhaupt aanwezig, niet ontworpen voor het verwijderen van pathogene micro-organismen (Whiley, Chaudhry, Oliveira). Dit geeft risico’s voor drinkwatervoorziening en waterrecreatie (De Man), maar ook voor de kweek van schaal- en schelpdieren (Ito, Ramirez). Een integrale benadering om te bepalen welke mate van ingrijpen op welk punt in de watercyclus het meest efficiënt is ontbreekt echter nog. Nederland blijkt voor de drinkwatervoorziening een voorbeeld van de kwantitatieve risicobenadering, terwijl bijvoorbeeld in de VS en Argentinië QMRA wordt gebruikt om gezondheidsrisico’s voor recreatiewater te bepalen (Rose, Rajal).
Kortom, er zijn nog volop ontwikkelingen gaande op het gebied van microbiologische gezondheidsrisico’s en water. De beste aanpak is afhankelijk van de lokale omstandigheden zoals beschikbaarheid van middelen en infrastructuur, het soort water en de doelen die men wil bereiken. De boodschap voor Nederland: gebruik de risicobenadering van drinkwater ook voor andere delen van de watercyclus zoals recreatiewater, irrigatiewater, oester/mosselkweek en voedselbereiding, en gebruik daarvoor de nieuwe technieken die nu beschikbaar zijn. Wellicht kunnen we dan binnenkort QMRA gebruiken om voor de gehele watercyclus microbiologische risico’s efficiënter en effectiever te beheersen. Dit staat ook op de WHO-agenda voor herziening van de waterkwaliteitsrichtlijnen: harmonisatie!

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.