secundair logo knw 1

Download hier een pdf van dit artikel.

In het DPIJ werken regio en Rijk aan een advies over hoe het IJsselmeergebied klimaatbestendig gemaakt kan worden tot 2100. Veiligheid en zoetwatervoorziening zijn de sleutelbegrippen. De afvoer van water naar de Waddenzee (onder andere aangevoerd via de IJssel) is daarbij een van de uitdagingen. De zeespiegel stijgt immers. De commissie Veerman heeft in 2008 geadviseerd het IJsselmeerpeil met de zeespiegel mee te laten stijgen. Zo zou tegelijk in de zomer een zoetwatervoorraad van nationaal belang gerealiseerd worden. Maar een hoger peil in de winter tast de veiligheid van de omliggende gebieden aan. Om de veiligheid te garanderen zijn maatregelen nodig. De inzet van pompen had het imago duur te zijn. De resultaten van de kosteneffectiviteitanalyse die het Centraal Planbureau in de zomer van 2012 afrondde, weerspreken dat echter. Blijven spuien onder vrij verval, en dus het IJsselmeerpeil laten meestijgen met de zeespiegel, is twee keer zo duur als pompen. Op de lange termijn is pompen bij verdergaande zeespiegelstijging onontkoombaar.

Mensen bijeenbrengen
Wat betekent het als je een heel groot volume aan water wilt gaan wegpompen? Hoe voorzie je de pompen van energie en kan dat ook duurzaam? Welke gevolgen heeft pompen voor het peilbeheer en de natuur? En, zo vroeg het programmabureau van het DPIJ zich af: wie zijn de experts die deze vragen kunnen beantwoorden en waar vinden we die? Het beantwoorden van de vragen is namelijk nu al belangrijk voor de richting van het eindadvies van het Deltaprogramma IJsselmeergebied en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Er is zicht op oplossingsrichtingen nodig.

Al snel werd duidelijk dat er niet veel pompexperts zijn en dat die zijn verspreid over heel Nederland. Dit geldt ook voor de andere expertisevelden zoals (duurzame) energievoorziening. Het bijeenbrengen van deze experts voor een brainstorm leek een hele opgave, ook al omdat zij zich voor het beantwoorden van de vragen veel achtergrondinformatie eigen moeten maken en zich erin moeten verdiepen hoe de diverse expertisevelden op elkaar aansluiten. Het DPIJ vroeg zich ook af welke redelijke tegenprestatie het kon bieden, naast het ontmoeten van andere experts en inzicht krijgen in het Deltaprogramma IJsselmeergebied.

Innovatieve werkwijze
De Idea Challenge van Innovation Factory (zie oranje kader), die werkt via een website, leek een goed alternatief om de mensen en de kennis bijeen te brengen.

1307-05 kader1


Half september startte de brainstorm IJsselmeerafvoer2050 met de vraag:

‘Wat zou jij doen om in 2050 het surplus aan IJsselmeerwater dat niet gespuid kan worden naar de Waddenzee, daarheen te pompen?’.

Om te starten heeft het DPIJ een twintigtal experts uitgenodigd deel te nemen. Zij konden op hun beurt weer anderen uitnodigen om deel te nemen. Het challengeteam, dat de discussies aanjoeg en begeleidde, nodigde daarvoor ook mensen uit. Op 12 oktober sloot de brainstorm. In een maand tijd was de cirkel van deelnemers gegroeid tot circa 120. De oogst: vijftig ideeën (zie voorbeelden in het groene kader) en zevenhonderd verrijkingen. Het challengeteam heeft de ideeën en verrijkingen geclusterd, wat leidde tot elf concepten.
Een jury koos het winnende concept (blauw kader) uit vijf nominaties (kaders onder dit artikel).

1307-05 kader2 1307-05 kader3

Evaluatie
Het Deltaprogrammaprogramma IJsselmeer-gebied is tevreden met de resultaten. Wel zijn er aandachtspunten voor het proces en de bijbehorende communicatie.

De kenniskloof tussen de watergerelateerde technische velden enerzijds en de juridische velden anderzijds werd niet overbrugd gedurende het proces. De technici hadden direct behoorlijk geavanceerde ideeën en vulden elkaar snel en vaak diep inhoudelijk aan. In de wisselwerking tussen diverse inbrengers werden witte vlekken snel ingevuld. Hier werden bruggen geslagen. De deelnemende juristen raakten door de snelle verschuiving naar diep inhoudelijke discussies helaas de aansluiting kwijt. Deze kloof groeide en de aansluiting is niet reparabel gebleken.

De inhoudelijke experts waren over het algemeen enthousiast over deze digitale brainstorm, hoewel ze lieten weten soms tamelijk slechte ideeën tegen te komen. Er werd ook buiten de brainstorm met elkaar over het onderwerp gesproken, waardoor weer meer mensen aansloten. Sommige wat minder digitaal georiënteerde experts gaven aan dat een digitale brainstorm niets voor hen was; enkele zeiden tijdens de challenge af te haken vanwege de grote hoeveelheid ideeën en verrijkingen die gelezen moesten worden.

Een aantal experts uit het bedrijfsleven vertelde niet in het openbaar hun ideeën prijs te willen geven, uit angst dat anderen er met die ideeën vandoor zouden gaan. Anderen hadden daar minder problemen mee, hoewel we natuurlijk niet weten in hoeverre ze aan zelfcensuur hebben gedaan.

Al met al is er uit de challenge een waaier aan oplossingsrichtingen voortgekomen. Het zou bij een conventionele brainstorm nooit gelukt zijn een dergelijk gezelschap van experts bijeen te brengen en zo ver inhoudelijk op de hoogte te brengen dat het deze oogst zou hebben opgeleverd. Als bijvangst van deze challenge is het neusje van de zalm op dit gebied nu op de hoogte van de ins en outs rond het functioneren van het IJsselmeer en is er een deskundig netwerk ontstaan. Dit kan in de nabije toekomst voordelen brengen voor alle partijen.

Een uitgebreid verslag van de brainstorm, met alle aangedragen ideeën en verrijkingen, is te vinden op https://deltaprogramma.pleio.nl/file/download/18578852

1307-05 kader4a

1307-05 kader4b

1307-05 kader4c

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.