secundair logo knw 1

Waterschap Rijn en IJssel had een plan in voorbereiding voor een vispasseerbare stuw in de Buurserbeek bij landgoed Het Lankheet. Door breder en met een duurzame bril naar het gebied te kijken bleek dat er voor dezelfde kosten meerdere doelen konden worden gerealiseerd. Dit artikel beschrijft hoe dit proces is verlopen en hoe dit ook voor andere projecten een nieuwe werkwijze kan worden.

Download hier de pdf van dit artikel.

Waterschap Rijn en IJssel heeft in de waterovereenkomst met de provincie Overijssel afspraken gemaakt over beekherstelmaatregelen. De Buurserbeek is een van de beken die onderdeel zijn van deze overeenkomst en in 2002 is een visie voor herstel van de beek vastgesteld. Hieruit volgen onder andere de aanleg van retentiegebieden, natuurvriendelijk oevers en vispassages.

Oorspronkelijk sectoraal plan

Met een verval van 3 meter is de Molenstuw bij de Oostendorper watermolen het grootste obstakel voor optrekkende vissen in de beek. Na een inventarisatie van de alternatieven en een afweging van beleid, kosten en functionaliteit kwam als voorkeursalternatief een De Wit-vispassage uit de bus.
Uitgaande van een tredeverval van 8 cm en dus 39 treden komt dit neer op een aanzienlijke ondergrondse constructie met damwanden. Andere alternatieven, zoals een bypass en cascades in de beek, werden lager gewaardeerd vanwege respectievelijk een slechte grondpositie en de ontoelaatbare waterstandsverhoging tijdens piekafvoeren.

Oude vaarroute in beeld

Bij de technische uitwerking van de De Wit-vispassage werd duidelijk dat de diepe ondergrondse ligging en het grote verval over de stuw zouden zorgen voor flinke onvoorziene financiële en technische gevolgen. Om een budgetoverschrijding te voorkomen is daarom opnieuw het bypass-alternatief bekeken. Hierbij bleek de grondpositie aanmerkelijk gunstiger te zijn dan was verondersteld in de voorstudie. Tegelijkertijd meldde landgoed Het lankheet zich met de vraag of er weer een vaarverbinding zou kunnen komen over de Botterbeek (ook wel de Oude Omloop genoemd), een 17e-eeuwse scheepsroute van de Buurserbeek om de Oosterdorper watermolen. Samenwerking met Het Lankheet op meerdere gebieden kon meerwaarde opleveren voor het waterschap én voor Het Lankheet. Daarom werd besloten niet de De Wit-vispassage verder uit te werken maar een bypass via de Botterbeek.

Bredere kijk: de 3 P’s

Een hulpmiddel om samen met partijen uit het gebied duurzaamheid concreet te krijgen, is de ‘taaldriehoek voor duurzame gebiedsontwikkeling’. Dit instrument van de voormalige Dienst Landelijk Gebied helpt om snel met elkaar helder te krijgen wat er in een specifiek gebied speelt of kan spelen op het gebied van duurzaamheid (afbeelding 1).

1501-03 afb1
Afbeelding 1. Taaldriehoek voor duurzame gebiedsontwikkeling (bron: DLG)

Als de taaldriehoek op het project wordt toegepast, wordt duidelijk dat op verschillende vlakken meerwaarde is toe te voegen in het domein van de 3 P’s (Planet, People, Profit).

Uitwerking van een breder voorontwerp, ‘De Oude Omloop’ (afbeelding 2) maakte dat concreet:

  • Er is een retentiemogelijkheid voor 65.000 m3 water op landgoed Het Lankheet (planet).
  • De netto kosten voor dit alternatief zijn gelijk aan die voor de De Wit-vispassage (profit).
  • Een vaarroute over de Oude Omloop betekent een toeristische impuls voor de omgeving (people).
  • De provincie stelt een subsidie van € 100.000 beschikbaar (voor duurzame ontwikkeling) (profit).
  • De samenwerking tussen Het Lankheet en het waterschap is voor de gemeente Haaksbergen een impuls om het ontwikkelingsplan van Het Lankheet te ondersteunen. Hierdoor ontstaat er meer samenhang in de ontwikkeling van het gebied (people, planet).

Deze nieuwe inzichten en ontwikkelingen waren aanleiding om dit voorontwerp verder uit te werken en een bredere afweging te maken dan aanvankelijk bedacht was.

1501-03 afb2

Afbeelding 2. Variant ‘Oude Omloop’ (Bron: waterschap Rijn en IJssel)

Ontstaan van een duurzame variant

Doordat in een vroeg ontwerpstadium verschillende partijen – Het Lankheet, gemeente en provincie – bij het ontwerp zijn betrokken, konden er meerdere wensen in het project worden verkend. Door met elkaar de potenties, zoals benoemd in de taaldriehoek, verder uit te werken – zonder het direct over de financiën te hebben – zijn er slimme duurzame oplossingen naar boven gekomen die een win-win-aspect hebben.

Enkele resultaten van de dialoog met de betrokkenen:

  • De vispassage kon ook worden aangelegd door de bypass-variant met vaarroute; dat geeft een meerwaarde voor de recreatie;
  • De vaarroute werd opgewaardeerd tot een educatieve vaarroute door koppeling met het project ‘Herbouw 17e-eeuwse Buurser pot’ (door Het Lankheet);
  • Het cultuurhistorisch landschap wordt hersteld door het uitgraven van een oude loop en herstel van 17e-eeuwse sluisjes;
  • Er ontstaat extra bergingscapaciteit van 65.000 m3 op landgoed Het Lankheet (klimaatbijdrage);
  • Gebruik van duurzame en lokale materialen in het ontwerp: hout van het landgoed dat op natuurlijke wijze is verduurzaamd en hergebruik van puin uit beekoevers;
  • Vrijkomende grond wordt in lokale kades toegepast (gesloten grondbalans);
  • Aanleg van 4 km natuurvriendelijke oever door werk met werk te maken;
  • De samenwerking tussen Het Lankheet en de Gemeente Haaksbergen verbetert, waardoor toeristische knelpunten (o.a. parkeerprobleem) kunnen worden opgelost.

Als het waterschap had vastgehouden aan De Wit vispassage waren bovengenoemde zaken niet naar voren gekomen. Dan zou er een vispassage zijn gerealiseerd met slechts een kleine meerwaarde op het onderdeel planet bij flora en fauna, een klein onderdeel in de taaldriehoek van duurzame gebiedsontwikkeling. Zo is aangetoond dat er veel meer doelstellingen kunnen worden benut door met de stakeholders in het gebied eerst te kijken naar de potenties van het gebied. De duurzame variant had technisch gezien niet de eerste voorkeur van het waterschap, omdat hij de kans op verdroging vergroot – een negatieve score bij planet in de taaldriehoek. Inzichtelijk is geworden dat een keuze voor de Oude Omloop-variant op meer punten positief scoort en dat hiermee maatschappelijk gezien een meerwaarde wordt bereikt.

Gevolgde werkwijze

In het geval van Het Lankheet is het project aanvankelijk projectmatig aangepakt. Dit is vanuit de Waterovereenkomst tussen waterschap en provincie Overijssel ook een verplichting. Het vispasseerbaar maken van dit deel van de Buurserbeek was leidend. Bij de projectmatige aanpak wordt binnen de projectkaders gezocht naar oplossingen en worden de oplossingen direct in tijd, geld en kwaliteit uitgedrukt.

Bij een procesmatige aanpak is er een sterke focus op de omgeving van het probleem en worden oplossingen samen in beeld gebracht. Hierdoor ontstaan combinaties van problemen en doelstellingen maar ook kansen voor combinaties van oplossingen.
Door de procesmatige aanpak worden meerdere doelstellingen in het gebied gerealiseerd tegen dezelfde kosten. Bij een procesmatige aanpak, met toepassing van duurzaamheidsvensters, worden de meerwaarde-aspecten gezamenlijk benoemd in een sessie. In de laatste stap wordt per meerwaarde met elkaar benoemd:

  • Wie is de partij die er baat bij heeft?
  • Wie kan dan zorgen voor cofinanciering?
  • Kunnen we daar een verdienmodel bij vinden?

Voordeel van het toepassen van deze werkwijze is, dat eerst met elkaar wordt verkend wat er mogelijk is, zonder het direct over het geld te hebben. Doe je dat wel, dan komen creatieve slimme oplossingen namelijk niet naar boven en ook indirecte baten worden niet helder.

In de uitwerking van slimme ideeën wordt vervolgens bekeken of de meerwaardes op de 3 P’s direct kunnen worden verzilverd, of dat het ambities zijn voor de langere termijn.
Bij het project Het Lankheet konden de meeste ideeën direct worden gerealiseerd door het waterschap omdat de kosten van de oorspronkelijke sectorale variant bijna dezelfde waren als voor de duurzame variant. De meerkosten voor de recreatieve voorzieningen worden gedekt door een subsidie van de Provincie Overijssel en Landgoed Het Lankheet.
Binnenkort start de uitvoering van het project. De gewijzigde aanpak heeft wel voor enige vertraging gezorgd. Leerpunt is dat de aanpak van aanvankelijk simpele opgaven bij opstart beter eerst wat breder verkend kunnen worden, zodat meerwaarden, risico’s en stakeholders eerder en beter in beeld komen. Uiteindelijk levert een grotere tijdsinvestering in het begin vaak later meer draagvlak op, waardoor in een latere fase de geïvesteerde tijd weer (meer dan) terugverdiend wordt. Deze aanpak sluit aan bij de adviezen van de Commissie Versnelling Besluitvorming
Infrastructurele Projecten (Commissie Elverding) voor snellere en betere besluitvorming [1].


Doorvertaling naar andere projecten

De concrete opgaven van waterschappen zoals vispassages lenen zich voor een projectmatige aanpak en functioneel en doelmatig realiseren – wat uiteindelijk natuurlijk ook het doel is. Echter voordat een dergelijk project start via projectmatig werken is het goed om eerst met een helikopterview naar het gebied te kijken. Start een project met een integrale analyse van de omgeving, het gebied, bijvoorbeeld met lagenbenadering [2] – en vergeet niet een actorenanalyse te maken. Met deze gegevens is snel in te schatten of het zinvol is een sessie te organiseren in en met het gebied om de potenties, de duurzame meerwaarde, boven tafel te krijgen. Hoe complexer een gebied, hoe meer oogst er uit zo’n sessie valt te halen. Door stakeholders in het begintraject goed mee te nemen in keuzes met betrekking tot duurzaamheid en haalbaarheid daarvan, komt men tot een plan met meer draagvlak. Met andere woorden: eerst een procesmatige aanpak. Daarbij kan het helpen om juist ook de sectorale harde of technische variant goed in beeld te brengen, zoals voor Het Lankheet is gedaan.

Voor dergelijke gebiedsontwikkelingsprojecten is vaak wel een lange adem nodig om alle partijen te horen en hun ideeën in het ontwerp te integreren. Ook voor Het Lankheet heeft de ontwerpfase meer tijd gekost. Omdat de betrokken partijen in de ontwerpfase hun inbreng hebben kunnen leveren zal er echter minder behoefte zijn om een bezwarenprocedure te starten; bovendien zullen de eventuele bezwaren veelal betrekking hebben op reeds eerder aangedragen en niet in het ontwerp geïntegreerde onderwerpen.

Als samen met het gebied een keus is gemaakt wat de scope van het project moet zijn en als duidelijk is of de financiering rond is te krijgen, dan kan het project vervolgens weer projectmatig worden aangepakt en kan snel worden geschakeld om de realisatie mogelijk te maken.
Zo ontstaan projecten die rekening houden met duurzaamheid en die draagvlak hebben in de omgeving, een belangrijke ambitie van de waterschappen.

Literatuur

  1. Elverding e.a. (2008). Sneller en beter – Advies Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, april 2008.
  2. http://www.ruimtexmilieu.nl/lagenbenadering, geraadpleegd 29 januari 2015.
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

wat een briljante toepassing: nu nog de vraag hoe specifiek die taal is of kan worden...
Voor mij is het onbegrijpelijk dat de leiding van deze bedrijven niet zou begrijpen wat ze doen. Is het dan toch onkunde of wentelen ze de kosten gemakkelijk af op de overheid?
Breng het toezicht op alle lozende bedrijven terug onder het gezag van de waterdiensten als Rijkswaterstaat en de Waterschappen. Daar zit de expertise op dit gebied. We staan met de waterparagraaf voor een enorme opgave, en de uitdaging is beter op zijn plaats bij de waterdiensten.
@Fred SandersIk denk dat wetenschappers te veel willen onderzoeken om hun studenten lesstof te verschaffen en moet daarbij steeds denken aan de Eierlandse dam en prof. Marcel Stive. 25 jaar geleden wist hij al dat er vóór en áchter deze 850 meter lange strekdam begrijpelijke stromingsproblemen waren, die stromingsreacties zijn er nu nog. kustverdediging.nl 
@JacobsTja, wat zal ik zeggen, ik mis in Jos zijn verhaal over de de grote hoeveelheid Escherichia coli bacterie die in het grondwater zit, zelf al op meer dan 30 meter diepte, en ook mis ik de hoeveelheid ijzer en mangaan die in het grondwater zit, en dit alles kost veel om het eruit te halen, tot op heden wordt mijn grondwater afgekeurd en dat al tot 4 keer toe.
Dus, bezint eer gij begint, en complexe filter systemen zijn nu niet bepaald goedkoop in aanschaf maar vragen ook onderhoud. En laten we het een hebben over die andere stofjes, zoals medicijnen, ook deze dringen diep door in de grond, en deze zijn niet zo gemakkelijk eruit te halen, persoonlijk ben ik niet zo blij met een chemokeur van een ander... Mvg John