secundair logo knw 1

Gewasbeschermingsmiddelen en drinkwaterproductie staan al decennia op gespannen voet met elkaar. Op verschillende plekken in ons land treden dezelfde knelpunten op. Maar de aanpak is gefragmenteerd en verschilt per provincie, zelfs nu de problematiek hardnekkig blijkt en steeds complexer wordt. Nederland voldoet nog lang niet aan de kwaliteitsdoelstellingen van de Kaderrichtlijn Water en de klok tikt. Maar er zijn ook lichtpuntjes.

Door Philip Reedijk

Op verzoek van verschillende provincies en drinkwaterbedrijven heeft adviesbureau CLM de afgelopen anderhalf jaar een onderzoeksproject uitgevoerd rondom gewasbescherming en drinkwater. Dat leidde tot enkele opvallende conclusies én een praktische toolbox.

Projectleider Eric Hees (CLM): “Wij zien een breed voorkomend, complex en hardnekkig probleem. Bronnen voor het bereiden van drinkwater (grond- én oppervlaktewater) zijn nog te vaak verontreinigd met stoffen die bij de toelating volgens het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, red) geen risico op uitspoeling zouden hebben. Er bestaat onduidelijkheid over verboden en toegelaten middelen: middeltoelatingen worden soms ingetrokken, dan weer uitgebreid, al dan niet onder voorwaarden. Het is de vraag of onze drinkwaterbronnen nog wel voldoende worden beschermd tegen verontreiniging door gewasbeschermingsmiddelen.”

Hees Baneke Dries