De watertechnologiesector krijgt de komende tien jaar een steun in de rug met het Groeiplan Watertechnologie. Het programma moet een belangrijke impuls geven aan de innovatiekracht, groei en export van de sector. Maar wat het initiatief óók brengt is een niet eerder vertoonde samenwerking tussen 600 partijen in de watersector. “We hebben elkaar gevonden. Dat is misschien nog wel het belangrijkste.”


door Bert Westenbrink | Beeld Blueice


Er wordt al jaren gewerkt aan het programma waarmee de sector wil aanhaken bij het Nationaal Groeifonds, aanvankelijk bekend als het Wopke-Wiebesfonds. Tussen 2021 en 2025 kent het fonds 20 miljard euro toe aan projecten die de innovatie en daarmee de ‘duurzame economische groei’ in Nederland moeten stimuleren. De watertechnologiesector diende in 2021 een groeiplan in voor een totaalbedrag van 850 miljoen euro aan investeringen in onderzoek, innovatie en implementatie. Dat was te ambitieus. De adviescommissie die oordeelde over de aanvragen wilde een flinke afslanking.

Het betekende sleutelen, schaven, schrappen en focus aanbrengen. De aangepaste versie kreeg in april 2022 onder voorbehoud groen licht. De adviescommissie onder voorzitterschap van Jeroen Dijsselbloem miste onder meer ‘een heldere focus op verdienvermogen’, maar er werd wel alvast 135 miljoen euro uit het Groeifonds gereserveerd voor het Groeiplan Watertechnologie. Het consortium van 600 partijen dat zich achter het initiatief had geschaard wekte veel vertrouwen bij de adviescommissie: “Sterk en divers samengesteld.”