secundair logo knw 1

Het was de grootste natuurramp uit de negentiende eeuw in ons land, maar toch raakte de stormvloed uit 1825 snel in de vergetelheid. Na twee eeuwen is daarin eindelijk verandering gekomen met een reeks van herdenkingsactiviteiten. Hoogleraar Lotte Jensen vertelt er meer over: “Door de zorgen over de toekomst staat deze ramp ineens weer in de kijker.”


door Hans Klip | Beeld Rijksmuseum


Op 4 en 5 februari 1825 raasde er een zware storm over het hele land en dat leidde tot grote overstromingen in vooral het Zuiderzeegebied. Er vielen in totaal 380 dodelijke slachtoffers in Nederland en tienduizenden koeien, schapen en varkens verdronken. Overijssel (305 doden) en Friesland werden verreweg het zwaarst getroffen. De ramp bleef niet beperkt tot Nederland; ook in Vlaanderen en aan de Duitse en Deense Waddenkusten was de schade groot met nog eens honderden doden.