secundair logo knw 1

Onderzoek van een wadi

Klimaatbestendige ‘nature-based solutions’ hebben het doel om gezonde stedelijke omgevingen voor mensen, dieren en planten te creëren. De vraag is of er ook risico's aan klimaatadaptatiemaatregelen voor volksgezondheid kleven, zoals bijvoorbeeld mogelijke ziekterisico’s door muggen en teken. 


door Floris Boogaard, Maarten Schrama & Marieta Braks


Klimaatverandering vereist dat steden zich aanpassen aan toenemende hitte, droogte en wateroverlast door intensievere neerslag. Veel Nederlandse steden hebben hun inspanningen geïntensiveerd om in 2050 klimaatbestendig te zijn. Om dit doel te bereiken worden duizenden klimaatadaptatieve maatregelen per jaar genomen in Nederland.

De klimaatbestendige ‘nature-based solutions’ (op de natuur gebaseerde groene infrastructuur) die het doel hebben om gezonde stedelijke omgevingen voor mensen, dieren en planten te creëren zijn bijvoorbeeld wadi’s, regenwatertuinen, helofyten-velden, aanplant van struiken en planten en groene daken. Bij deze grootschalige implementatie rijzen vragen over de gezondheid, want krijgen we door deze voorzieningen ook meer last van muggen en teken?

Vragen over klimaatadaptatiemaatregelen
Bekend is dat klimaatadaptatiemaatregelen een positief effect hebben op hittebestendigheid, droogte, wateroverlast en ook water en -luchtkwaliteit verbeteren. Met toepassen van Nature-based solutions zijn voorts minder grondstoffen nodig en worden circulariteit en biodiversiteit gestimuleerd.

Maar de vraag is of er ook risico's aan klimaatadaptatiemaatregelen voor volksgezondheid kleven, zoals bijvoorbeeld mogelijke ziekterisico’s door muggen en teken. In hoeverre zijn deze zorgen terecht en wat kun je hieraan doen? Gemeenten en waterschappen, die de meeste klimaatadaptatiemaatregelen uitvoeren, worden vaak geconfronteerd met mondige burgers die vragen hebben waar momenteel niet altijd adequaat antwoord op gegeven kan worden.

Hieronder gaan we in op de zorgen die bestaan met betrekking tot vectoren: insecten of spinachtigen die ziektekiemen kunnen overbrengen tussen organismen. Steekmuggen en teken zijn de bekendste voorbeelden. Welke zorgen zijn terecht, welke spelen minder? We bespreken enkele van de kennislacunes, proberen richtlijnen te geven voor ontwerp, aanleg en beheer en geven aan op welke onderwerpen meer onderzoek nodig is. Vanzelfsprekend zijn er diverse varianten van klimaatadaptatie en is elke situatie net even anders, daarom hebben we een oriënterend veldonderzoek gedaan in Delft waar we algemene eerste lessen uit hebben getrokken.

Welke klimaatadaptatiemaatregelen worden er momenteel genomen?
Er bestaat geen totaaloverzicht van alle klimaatadaptieve maatregelen in Nederland, maar de database ClimateScan.nl geeft een goede indicatie van de maatregelen die geïmplementeerd worden, zowel in Nederland als in het buitenland. Hieruit hebben we op basis van aantal een top-15 samengesteld, zie tabel.

Welke vectoren hebben een ecologische relatie met deze maatregelen?

Muggen
Binnen de urbane omgeving geven vooral twee inheemse muggensoorten overlast, namelijk de gewone huissteekmug (Culex pipiens) en de grote steekmug (Culiseta annulata). Deze muggen broeden in permanente waterbronnen zoals meren, vijvers en sloten maar ook in tijdelijk zoals straatkolken, regentonnen, en andere (liefst met regenwater gevoede) artificiële omgevingen. In de toekomst kan een derde muggensoort, te weten de invasieve Aziatische tijgermug (Aedes albopictus) die voornamelijk in de laatste categorie broedt, tot overlast zorgen. De tijgermug wordt sinds 2005 regelmatig in Nederland geïntroduceerd en is tot nu toe nog effectief door de overheid uitgeroeid.

Alle muggensoorten planten zich voort in water. Afhankelijk van de soort hoeft dit niet veel water te zijn, de dop van een petfles kan soms al genoeg water bevatten om de levenscyclus te voltooien. Sommige soorten zitten liever in water met hoge hoeveelheden voedingsstoffen, andere in relatief schoon water. In de zomer duurt het maar 1-2 weken om van ei naar volwassen mug te ontwikkelen; water dat korter dan een week aanwezig is produceert geen volwassen muggen. Zodra er waterroofdieren aanwezig zijn, zoals libellenlarven, salamanders, bootsmannetjes of vis, zullen er veel minder of geen muggen aanwezig zijn. Deze roofdieren zijn bijna altijd afhankelijk van (semi-)permanente aanwezigheid van water.

De soorten van artificiële omgevingen gedijen vermoedelijk ook goed in wateropslag-bassins, bijvoorbeeld ondergronds, waarvan ze openingen tot ongeveer een halve centimeter uitstekend kunnen vinden.

Teken 
De belangrijkste tekensoort qua aantallen, verspreiding en overlast tot mensen is de schapenteek Ixodes ricinus. Een schapenteek heeft, naast het ei-stadium, 3 actieve levensfasen gedurende 3 jaar: larf, nimf en volwassen teek. In elke fase voedt de teek zich 1 keer met een ‘bloedmaaltijd’. Om aan die bloedmaaltijd te komen, wacht de teek in de vegetatie tot er een gastheer komt. De voorkeur voor een gastheer hangt af van het ontwikkelingsstadium. Larven voeden zich voornamelijk met bloed van vogels en knaagdieren en nimfen en volwassen ook met dat van grote zoogdieren, inclusief de mens.

De teek hecht zich stevig met zijn voorste poten aan de huid of vacht van de gastheer en zuigt zich vol met diens bloed. Daarna verblijft de teek maandenlang in de strooisellaag van natuurlijk organisch materiaal zoals bladeren en humus op de grond en vervelt tot het volgend stadium. De paring vindt over het algemeen plaats in de vacht van een groter zoogdier zoals het ree, zwijn of edelhert. Een volwassen vrouwtje legt uiteindelijk wel 1.000 eitjes. Direct daarna sterft ze.

Deze soort doet minimaal 3 jaar over haar levenscyclus en leeft het overgrote deel van het jaar (ongeveer 50 weken) in een vochtige strooisellaag op de bodem, waarin ze niet uitdrogen. Groene ruimtes met een strooisellaag, gastheren en schaduw zijn geschikt voor de overleving van teken. Mensen lopen teken op via de lage vegetatie maar ook wanneer men uitrust op boomstronk of op de strooisellaag zit; de meeste teken klimmen dus via de benen op naar de rest van het lichaam.

Welke potentiële risico’s brengen deze verschillende maatregelen met zich mee?
Grosso modo kunnen we onderscheid maken tussen ‘groene’ en ‘grijze’ maatregelen, waaronder bijvoorbeeld moderne cisternen, zie tabel.

Teken zullen in de regel alleen geassocieerd worden met ‘groene’ maatregelen en daarbinnen alleen die schaduwrijk zijn en waar een strooisellaag is en gastheren zich ophouden. Als deze groene maatregelen regelmatig onder water staan dan heb je geen teken. Op deze locaties bestaat er een risico dat muggen gaan broeden in het water, maar alleen als het water er langer dan een week blijft staan. Staat het water er korter dan zullen de muggenlarven niet genoeg tijd hebben om tot volwassen mug te ontwikkelen.

Dit geldt ook voor het water dat in zogeheten grijze maatregelen wordt opgevangen. Echter in grijze maatregelen komt het vaker voor dat (gedeelte van) het opgevangen water langer dan een week blijft staan door gebrek aan infiltratie en dus een muggenbroedplaats kan worden.

Tabel:

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 5

Afbeelding 6

Afbeelding 7

Afbeelding 8

Afbeelding 9

Welke kennislacunes bestaan er op dit moment met betrekking tot de risico’s?
Er zijn veel kennislacunes die moeten worden aangepakt. Dat gaat niet alleen over de huidige risico's van klimaatadaptatiemaatregelen, maar ook over de manier waarop deze risico's verder kunnen worden verergerd door klimaatverandering, zoals de introductie van nieuwe invasieve vectorsoorten of ziekteverwekkers.

Met het monitoren van de groene infrastructuur hebben we een aantal zorgen kunnen wegnemen, maar we roepen op tot een geïntegreerde EcoHealth-aanpak. Belanghebbenden worden in die aanpak betrokken bij een co-creatief proces en gezamenlijk de gezondheidsrisico’s en voordelen van klimaatadaptatiemaatregelen te beoordelen en aan te pakken. Voorts komen ze met aanbevelingen en richtlijnen voor opschaling van veerkrachtige en gezonde omgevingen.

Conclusies en praktische tips
De tabel met indicatieve scores kan helpen om zorgen weg te nemen en praktische aanpassingen te doen bij enkele klimaatadaptieve voorzieningen die mogelijk risico’s kunnen verhogen. Ten opzichte van een traditioneel rioolstel met kolken waar muggen kansen krijgen te ontwikkelen schatten we in dat de meeste klimaatmaatregelen met goed ontwerp, aanleg en beheer niet tot meer vector overlast. Onderzoeken om deze hypothese te testen worden op dit moment uitgevoerd.

Er zijn ook richtlijnen per voorziening beschikbaar die rekening houden met potentiële overlast van muggen. Zo blijkt uit onderzoeksresultaten naar de hydraulische prestaties op lange termijn van 150 wadi’s in Nederland dat overlast door muggen zeer onwaarschijnlijk is aangezien 99 procent van de wadi’s binnen 2 dagen leeg zijn, terwijl de minimale ontwikkelingstijd van muggenlarven 7 dagen bedraagt. De richtlijn dat een voorziening binnen 1 dag leeg moet zijn lag ter discussie vanwege toenemende droge periodes, wordt nu al op enkele plaatsen een maximale leeglooptijd van 7 dagen gehanteerd vanwege muggen.

Belangrijkste is om ervoor te zorgen dat de muggen zich niet ophouden in het ‘grijze gedeelte’ van het watersysteem: de kolken of slokops. Ook deze moeten leeg kunnen lopen. Enkele praktische tips om veel gebruikte klimaatadaptieve voorzieningen zo in te richten dat deze geen broedplek voor muggen kunnen zijn:

1. Regentonnen: zorg dat muggen er niet in kunnen. Dit is niet eenvoudig aangezien muggen door kieren en gaten zo smal als 2 mm kunnen. Beste is om een goedafsluitende deksel te hebben met een goedgekitte verbinding met de regengootpijp. Houd de deksel op de ton en tap water uit de ton met een kraantje aan de onderkant.

2. Wadi’s: zorg dat ze leeg zijn binnen een week, maar liever nog 48 uur (wat in vrijwel alle gevallen al zo is), maar goed onderhoud is cruciaal maar dat moet met riool).

3. Voor ondergrondse opslag en infiltratie met putten en water buffers: geen ingang of geen uitgang voor muggen.

Bewustwording en educatie zijn van groot belang als het gaat om klimaatadaptatie en mogelijke kansen en risico’s. Vorig jaar gingen cursussen van start waar een tiental universiteiten en hogescholen bij betrokken waren: International Summer School 2024 over ‘One Health en Klimaatadaptatie en ‘Public Health & the Ecology of Disease’. Deze cursussen en online groenblauwe climatecafe’s over dit onderwerp staan weer op de agenda voor 2025 en 2026.


REFERENTIES

1. Terugblik op de International Summer School 2024 over One Health en Klimaatadaptatie - Convergenc
2. Public Health & the Ecology of Disease

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.
  • Je reactie is nog niet geplaatst. We checken hem eerst.
    Anke · 24 days ago
    Het zou natuurlijk ook juist heel fijn zijn voor de natuur als er meer broedplaatsen komen voor insecten. Hebben de vleermuizen en de vogels ook wat te eten.

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Laag fruit voor drinkwaterbesparing bestaat ook. Landelijk regelen dat alleen verkoop van nieuwe toiletten worden toegestaan met spoeling van 3/6 liter. Overgangsregeling van een jaar?
Hoelang hebben de boeren het eigenlijk al niet voor het zeggen in de waterschappen. En opnieuw is het verhaal, we komen in de knel en kunnen niet voldoen aan de al jaren bekende richtlijnen. En dat klopt zolang we met elkaar doorgaan met intensieve landbouw en veeteelt. 
Dat moet dus bij de bronnen zowel bij de boeren, financiers en de consumenten tussen de oren komen. En dat lukt niet door altijd maar uitstellen. Op naar ecologische economie, zonder de uitputting van de aarde. Dat geldt zeker voor die rentmeesters die zeggen daar al eeuwen mee bezig te zijn. Ik hoop dat dat eindelijk bij de populisten van BBB zal doordringen. Het enige wat ze doen is alles ter discussie stellen, uitstellen, vertragen, zonder een reëel alternatief. 
Ja, ik ben deelnemer in Land van Ons en ik hoop dat die meer coöperatieve integrerende gedachte terrein zal winnen. 
Waar kan ik de verhalen vinden?
Een goede zaak. Het is triest dat enorme  grootverbruikers als DSM en Tata net zoveel waterbelasting betalen als twee gezinnen. Niet rechtvaardig. Daarnaast zal afschaffing van het plafond leiden tot stimulering van de grootverbruikers tot innovatie en een zuiniger omgang met water. Ook zal de industrie claimen dat dit niet het geval is.  
Het is simpeler om naast het afschaffen van de BOL, in plaats van een hogere drempel voor de BOL, om alle vaste kosten te verwerken in de drinkwaterprijs. Bij een groot gebruik zal er automatisch meer bijgedragen worden aan de maatregelen om het net te verzwaren.