De titel van het Deltaprogramma 2025 - Naar een nieuwe balans in de leefomgeving: ruimte voor leven met water - leest als poëzie, zegt Lotte Jensen 26 september in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. De literatuurwetenschapper en filosoof was gevraagd om met een gesproken column een intermezzo te verzorgen in het debat over de toekomst van Nederland en het waterbeheer met deltacommissaris Co Verdaas, die een week na Prinsjesdag zijn eerste Deltaprogramma toelicht voor een handvol toehoorders in hartje Amsterdam.
door Bert Westenbrink
H2O oktober Jensen prijst het taalgebruik in het Deltaprogramma. “Het is begrijpelijk en toegankelijk geschreven. Als je wilt dat de overheid communiceert, doe dat dan op deze manier.”
Maar ze zoomt in op de titel. Ze ontleedt drie versregels en ziet een spectaculaire koerswijziging in de laatste: ruimte voor leven met water. Niet meer strijden tegen, maar leven met water. Dat moeten we leren. “De hardware moet op orde zijn, dijken, watervoorzieningen en opvangplaatsen, maar, en dit is de crux, de mental software ook”, zegt Jensen.
Mental software? We moeten de burger mentaal klaarstomen voor een toekomst met extremen, zoals overstromingen, droogte en branden, legt Jensen uit. Onze mental software heeft nieuwe verhalen nodig - we moeten het waterbewustzijn vergroten, we moeten leren leven mét water.
‘Meebewegen’ moet níet worden versimpeld tot een massaverhuizing richting het oosten
De literatuurwetenschapper ziet in het scenario Meebewegen, een van de denkrichtingen die worden onderzocht om Nederland voor te bereiden op een toekomst met een versnelde zeespiegelstijging, ‘heel veel raakvlakken’ om ons waterbewustzijn klaar te maken voor de toekomst. En ‘Meebewegen’ moet níet worden versimpeld tot een massaverhuizing richting het oosten, zegt ze. “Integendeel, hybride meebewegen houdt in dat laag Nederland zo lang mogelijk bewoonbaar en leefbaar blijft en dat er grootschalig lokale maatregelen worden getroffen.”
Zo’n maatregel in het scenario Meebewegen is drijvend bouwen. U leest in H2O oktober dat er steeds meer aandacht komt voor deze innovatieve bouwmethode als klimaatbewust antwoord op ontwikkelingen als zeespiegelstijging, wateroverlast en bodemdaling. Tot dusver gaat het om kleinschalige projecten met hier en daar een pluk drijvende woningen. Een groep van adviesbureaus en organisaties doet nu met de gemeente Utrecht en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden onderzoek naar de drijvende stad als business case.
Is het de oplossing voor een klimaatbestendige toekomst? U leest: “Deze studie laat zien dat je moet insteken op een integrale ontwerpbenadering, constructieve uitvoerbaarheid en met een andere bril moet kijken naar financiële haalbaarheid.”
Bert Westenbrink is hoofdredacteur van H2O media en schrijft het redactioneel in het vakblad
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.