secundair logo knw 1

OPINIE - In de meeste Nederlandse gemeenten is er inmiddels een coalitie. In veel coalitieakkoorden blijkt dat na de verkiezingen afspraken zijn gemaakt over energiebesparing dan wel stimulering van duurzame energieopwekking. In tientallen akkoorden is zelfs sprake van gasloos wonen op een termijn van 20 à 30 jaar. De energietransitie is een issue, ook in de watersector, maar zet de watersector wel optimaal in op deze transitie?

door Erik van Lith

Erik van Lith vk 180In 2015 heeft de internationale gemeenschap afspraken vastgelegd over de noodzakelijke en gewenste energietransitie in het Verdrag van Parijs. Deze transitie of verandering houdt in dat wereldwijd op termijn een overstap nodig is van het gebruik van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen om zodoende CO2-uitstoot te verminderen en daarmee de dreigende tempratuurstijging een halt toe te roepen.

Het huidige kabinet onderschrijft het Verdrag van Parijs. Begin dit jaar heeft het in een brief richting de Tweede Kamer eigen doelen geformuleerd om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Deze doelen zijn concreet: 49 procent reductie van de emissie van CO2in 2030 en 55 procent in 2050 ten opzichte van het jaar 1990. Tevens geeft het kabinet in genoemde brief aan dat de energietransitie kan slagen als er vooral buiten de eigen organisatie om en sectoroverstijgend wordt samengewerkt.

Bijdrage watersector
De watersector wil zijn steentje bijdragen en heeft ‘energie’ op de agenda gezet. De meeste waterpartners (waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat) geven aan binnen een periode van 10 jaar energieneutraal te willen zijn. Deze ambitie wil men vooral realiseren door binnen beheersmatig gerichte kerntaken te zorgen voor bijvoorbeeld productie van biogas op een rioolwaterzuivering of het beschikbaar stellen van eigen terreinen voor wind- en zonne-energie.

Maar de vraag doet zich voor of deze doelen voldoende bijdragen aan de energietransitie in Nederland. Het kabinet heeft niet voor niets gepleit voor samenwerking met andere partijen. Vanuit het perspectief van ‘societal resilience’ (sturing vanuit een netwerksamenleving) zouden publieke en private partijen gemeenschappelijke doelen kunnen nastreven op basis waarvan de meest optimale maatregelen worden genomen. Een voorbeeld waar veel van wordt verwacht is de aanleg van warmtenetten.

Warmtenetten
Waterschappen kunnen duurzame warmte uit het zuiveringsproces van afvalwater beschikbaar stellen en gemeenten kunnen warmtenetten ontwikkelen waarmee woningcorporaties een duurzaam alternatief voor aardgas krijgen om de woningvoorraad te verduurzamen. Ook drinkwaterbedrijven kunnen met hun kennis van bronnen en leidingnetten bijdragen aan deze duurzame energievoorziening, welke in 2050 in theorie zelfs kan voorzien in 25 tot 40 procent van de warmtevoorziening van gebouwen. Maar dat vraagt om samenwerking op lokaal niveau door partners die over hun eigen schutting willen kijken.

De waterpartners nemen nu, zo lijkt het, vooral initiatieven die op zichzelf kunnen bijdragen aan de energietransitie, maar vooral binnen de scope van hun kerntaken. De waterinitiatieven passen per definitie in de doelen die de waterpartners zelf nastreven. De urgentie van de energietransitie wordt buiten de watersector gevoeld, maar geldt dat ook voor de watersector zelf? Of ziet men vooral beperkingen als het gaat over ruimte in taakopvatting, kostenverdeling en inzet van menskracht?

Transitiecoalities
Ik roep waterpartners op transitiecoalities te smeden, waarin burgers, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheden tegelijkertijd en aanvullend hun bijdragen leveren. Dat betekent dat de waterpartners wellicht andere rollen krijgen toegedicht dan alleen de beheersmatige. Maar samenwerking leidt dan wellicht wel tot meer optimale oplossingen. Daarmee zouden de waterpartners zich ook beter maatschappelijk positioneren.

 

Erik van Lith is strategisch adviseur drinkwater, waterketen en watersystemen bij Royal HaskoningDHV

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.