secundair logo knw 1

Niet alleen leidt het infiltreren van al of niet voorbehandeld rivierwater in de hogere zandbodem tot ongewenste nivellering van de waterkwaliteit en veel energieverspilling, het schaadt ook de biodiversiteit. Dat stelt Herman van Dam in een nieuwe bijdrage aan het debat over het gebruik van het Veluwemassief als grondwaterbron voor drinkwater.

door Herman van Dam

Herman van Dam 180 vk Herman van DamIn zijn opiniebijdrage ‘Over niets wordt zoveel gerept als over ongerepte natuur’ van 9 april 2020 op H2O-Waternetwerk slaat Jos Peters van Royal HaskoningDHV de spijker op zijn kop: ‘Veluwe goes viral’, zeker nadat Perry de Louw en Marjolein Mens het idee van de Veluwe als Nationale Gieter dat zij op 25 april op TV lanceerden in EenVandaag en op 28 april op de nieuwssite van Deltares.

De discussie werd door Jos Peters in maart geopend in Waterspiegel onder de titel ‘Een kwart cent per emmer’, waar ik op 7 april in H2O-Waternetwerk reageerde met de bijdrage ‘Infiltratie Veluwe: oud water in nieuwe zakken?’ Jos Peters rakelde het idee op om voorgezuiverd IJsselwater in de Veluwe te infiltreren, dat al in 1965 werd beschreven in een rapport van de Centrale Commissie voor Drinkwatervoorziening en een tiental jaren later uitvoerig werd onderzocht door de Commissie Infiltratie Veluwe. Ik was als ecoloog aan deze commissie verbonden. Het duimendikke rapport is samengevat in H2O (Jaargang 8, afl. 15, p. 295-319).

Van infiltratie is het nooit daadwerkelijk gekomen omdat het drinkwater verbruik, geheel tegen de verwachting in, niet steeg van 190 liter per persoon per dag, maar daalde naar de huidige hoeveelheid van slechts 120 liter per persoon per dag. RIVM en Deltares verwachten weliswaar een toename van 30 procent of meer van het drinkwaterverbruik, maar zulke schattingen zijn zeer sterk afhankelijk van de economische scenario’s en die zien er op dit moment niet bijster positief uit.

De technieken voor waterbesparing schrijden nog steeds voort. Daarvan wordt in het filmpje van EenVandaag ook een voorbeeld gedemonstreerd (hergebruik rioolwater). Een verdere daling van het waterverbruik is dus niet uitgesloten.

De onderzoekers van Deltares stellen voor 300 miljoen m3 per jaar uit de IJssel te zuiveren en tientallen meters omhoog te pompen en middels infiltratievennen in de bodem te laten zakken. Het water van de ‘Nationale Gieter’ kan dan in droge jaren niet alleen voor de drinkwatervoorziening, maar ook voor landbouw en natuur worden gebruikt.

Verdroging
Dit kost in de eerste plaats heel veel energie en in de tweede plaats leidt dit tot een stijging van krap een meter van de grondwaterstand (uitgaande van een porositeit van 0,38), als die stijging op het hele Veluwemassief (oppervlakte Natura 2000-gebied, dat hier goeddeels mee samen valt is 912 km2) even hoog is. Dat zal zeker aan de deels verstedelijkte randgebieden grote problemen geven. Bovendien is de ondergrond van de Veluwe geen homogeen zandlichaam, maar heterogeen (‘kleischotten’), zodat er sterke ruimtelijke verschillen gaan optreden.

Ik ben het volkomen eens met Peters, De Louw en Mens wanneer zij stellen dat de bebossing van de Veluwe in de laatste anderhalve eeuw de hoofdoorzaak is voor de verdroging van de Veluwe. Zie hiervoor ook Witte (2019). Terugbrengen van het bosareaal en/of omvorming van naald- naar loofhout zou de verdroging van de Veluwe compenseren. In verband met andere belangen (faunabeheer, recreatie, vastlegging CO2) is dat helaas slechts in beperkte mate mogelijk.

Gradiënten en ionensamenstelling
Het grondwater op de Veluwe is een van onze grootste nationale waterschatten. Al meer dan honderd jaar wordt een deel van het water onttrokken door drinkwaterbedrijven, die het vrijwel zonder zuivering kunnen distribueren. Het voedsel- en ionenarme grondwater stroomt langzaam naar de lager gelegen, voedsel- en ionenrijkere randgebieden, waardoor hier van oudsher fraaie ecologische gradiëntgebieden zijn ontstaan, zoals het Wisselse Veen, het Mosterdveen, Empese en Tondense Heide, het Beekbergerwoud en veel bronnen, beken en sprengen).

Empese Tondense Heide 900 De Empese en Tondense Heide is een hydrologisch kwetsbaar gebied in het randgebied van de Veluwe | Foto Herman van Dam

Deze natuurgebieden hebben niet alleen voldoende water nodig, maar stellen ook specifieke eisen aan de macro-ionensamenstelling van het erin opkwellende water. Hoewel over het belang van de macro-ionen voor water- en moerasvegetaties in de afgelopen decennia veel literatuur is verschenen (zie bijvoorbeeld de inaugurele rede van Flip Witte uit 2008 ‘Grondwater als bron voor biodiversiteit’ en het inmiddels klassieke boek van Bloemendaal en Roelofs uit 1988: ‘Waterplanten en waterkwaliteit’) besteden Peters, De Louw en Mens hier nauwelijks aandacht aan.

Bij eventuele infiltratie van de Veluwe zullen daarom niet alleen de nutriënten goeddeels moeten verwijderd uit het IJsselwater, maar zal ook de macro-ionensamenstelling meer in overeenstemming gebracht moeten worden met die van schoon regenwater. Dat zal technisch mogelijk zijn, maar zo’n proces kost heel veel energie.

Energiegebruik
Het is natuurlijk een gigantische energieverspilling om het systeemvreemde water eerst te zuiveren tot drinkwater- en natuurkwaliteit, het tientallen meters omhoog te pompen en het dan weer te gaan gebruiken voor irrigatie van laaggelegen landbouwgronden, waarvoor de aanwezigheid van nutriënten en een andere macro-ionensamenstelling eerder een voor- dan een nadeel is.

Zowel Jos Peters als de onderzoekers van Deltares stellen voor om op de hoge droge gronden van de Veluwe ‘vennen’ te creëren om daar het voorbehandelde IJsselwater te laten bezinken. Het infiltreren van grote hoeveelheden nutriëntenarm, maar ionenrijk, voorgezuiverd rivierwater zal leiden tot een zeer korte verblijftijd (dagen tot weken) en een totale verandering van de ecosystemen in de van nature ionenarme vennen, met een lange verblijftijd (jaren).

Het is zeer de vraag of hier waardevolle levensgemeenschappen kunnen ontstaan, omdat de infiltratie bij calamiteiten op de rivier moet worden onderbroken en de plassen zullen droogvallen, waardoor mineralisatie van bodemmateriaal en dus eutrofiëring optreedt. Zulke vijvers passen totaal niet in het Veluwse landschap van vroeger en nu.

Intussen is er bij enkele infiltratieprojecten van Vitens op de Veluwe op kleine schaal ervaring opgedaan. Hierbij wordt van de Veluwe afgestroomd (systeemeigen) water uit aangrenzende kanalen de berg opgepompt en in enkele kunstmatige vennen geïnfiltreerd. Omdat het kwelwater niet het hele jaar in voldoende mate beschikbaar is vallen de plasjes regelmatig droog en is de plantengroei blijkens monitoringsresultaten van het waterbedrijf slechts fragmentair ontwikkeld.

Verrijning
Figuur 1 Veluwe Figuur 1 | Klik op de afbeelding voor een vergrotingHet water uit de grote rivieren wordt in de zomer al over ongeveer driekwart van de Nederlandse oppervlakte wateren verspreid (Figuur 1) en heeft daar geleid tot aanzienlijke nivellering en ecologische schade, zoals interne eutrofiëring door de hoge sulfaatconcentraties van het systeemvreemde water (zie bijvoorbeeld Smolders e.a. (2006)). De negatieve effecten van deze nivellering werden overigens al bijna 40 jaar geleden aan de orde gesteld op het symposium ‘Rijnwater in Nederland’ (Hekstra & Joenje 1984).

Nu stellen De Louw en Mens voor om het grondwater ook in de laatste witte plekken op de kaart, niet alleen de Veluwe, maar ook de Utrechtse Heuvelrug, Salland en de Loonse en Drunense Duinen (Natura 2000-gebieden) te gaan contamineren met sulfaatrijk water. Als dit water opkwelt in de randgebieden van deze zandruggen zal het ook daar leiden tot interne eutrofiëring.

Oplossingen
Het infiltreren van al of niet voorbehandeld rivierwater in de hogere zandbodem leidt dus tot ongewenste nivellering van de waterkwaliteit en veel energieverspilling.

Oplossingen om tegemoet te komen aan een eventueel toenemende vraag van water moeten we toch blijven zoeken in het zoveel mogelijk terugbrengen van bosareaal en/of omvormen naar loofbos, maar vooral in het (gedeeltelijk) terugdringen van de drinkwaterwinning in het Veluwemassief. Gezuiverd IJsselwater kan dan rechtstreeks naar de consument. In geval van calamiteiten kan dan altijd nog teruggegrepen worden op tijdelijke winning van Veluws grondwater.

De agrarische sector staat voor een ingrijpende transitie, waarbij ook een duurzame watervoorziening moet worden gerealiseerd. Bedrijven kunnen zelf wateropslagsystemen realiseren en kiezen voor gewassen en/of teeltsystemen die met grotere fluctuaties in beschikbaar water overweg kunnen. Zowel het drinkwaterbedrijf (Vitens) als het Waterschap Vallei en Veluwe is daarbij op de goede weg, gezien hun discussiebijdragen in het pas verschenen nummer van H2O.

Herman van Dam is adviseur Water en Natuur

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.