secundair logo knw 1

In januari lanceerde het Wereld Natuur Fonds (WWF) met twintig ander partijen zoals kennisinstellingen een nieuw kustbeschermingsplan met dubbele dijken en waterkerende landschappen. Het initiatief roept bij nadere bestudering veel vragen op, stelt Cor Huijgens.

door Cor Huijgens

Cor Huijgens vrij 180 vk          Cor HuijgensHet WWF initieert het tijdelijk onder water zetten van tussen zeedijken en achterliggende dijken gelegen polders. De term wisselpolder wordt daarbij gebruikt om aan te geven dat er sprake is van lenen van de boer, die er zo’n 50 jaar op moet wachten. Nederland heeft dan wel in 2009 op het FAO-congres de resolutie ondertekend en geratificeerd, dat goede landbouwgrond geen onomkeerbare bestemming mag krijgen, maar is dit na een halve eeuw nog gegarandeerd?

De landbouworganisatie ZLTO ziet niets in ontpoldering binnen de Zeeuwse kust, die bovendien landinwaartse verzilting nog verder doet toenemen. Het waterschap Scheldestromen vindt het eenzijdig en ziet vooral kansen vóór de dijk.

Het initiatief van WWF roept bij bij nadere bestudering heel wat vragen op. De problemen die zich maatschappelijk en uitvoerend kunnen voordoen worden onderschat en andersom worden de effectiviteit, de duurzaamheid en de bijdragen aan de natuur overschat.

Ik geef aan waarom het niet zo’n goede keuze is gezien de ontstaansgeschiedenis van Zeeland, het behoud van waterveiligheid en leefbaarheid en de verwachte zeespiegelstijging. Eeuwenlang verdreven binnendringende zeegaten de aanwezige estuaria tot ver landinwaarts. Dit ging in heel laag Nederland gepaard met het verdrinken van honderden dorpen, landverlies en verzilting. Open zeegaten zijn allesbehalve klimaatbestendig. Ze houden eindeloze kilometers zeedijk in onderhoud, met over dezelfde lengtes kans op zwakke plekken.

De Zuiderzeewerken en de Deltawerken maakten hieraan met kustlijnverkorting een einde. Alleen de Westerschelde heeft nog geen afsluitende waterkering.

'Het doorsteken van dijken in het kader van ‘dubbele dijken’ brengt veiligheidsrisico's met zich mee en vergroot de verzilting'

Veiligheidsrisico's
Het doorsteken van dijken in het kader van ‘dubbele dijken’ brengt veiligheidsrisico's met zich mee en vergroot de verzilting. Water dat zich van het voorland naar een polder beweegt tast het kustfudament van de dijk aan. Opslibbing zal vooral plaatsvinden aan de achterzijde en de flanken van een geopende polder, terwijl bij de in- en uitstroom zich juist een uitschurende werking voltrekt. 

Eenvoudiger en effectiever kan men slib, dat neerslaat op ongewenste locaties en toch al wordt opgebaggerd, gericht transporteren naar op te hogen locaties. Er is veel ondiep voorland. Een dijk of drempel op het voorland van een dijk is effectiever voor de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening van het achterland en de dijkinfrastructuur blijft behouden.

Zowel het Haringvliet als de Oosterschelde is te slibarm om met wisselpolders succes te behalen. Het enige water met voldoende slib en getijde is de Westerschelde. Daar zijn op natuurlijke wijze gevormde hoge gronden zoals Hedwige, Perkpolder en Waterdunen recent afgegraven.

De problemen rond waterveiligheid in de Westerschelde worden veroorzaakt door het te grote wateroppervlak en de verdiepingen, waardoor het zeewater in toenemende mate de stad Antwerpen en het Scheldebekken bedreigt. De overstromingskans van het Scheldebekken wordt 1/70 jaar ingeschat (bron. H. Vrijling) en het overstromingsrisico zal bij klimaatverandering en zeespiegelstijging alleen maar toenemen.

Zoutgehalte
Sinds de Deltawerken verhoogde het zoutgehalte van Grevelingen en Oosterschelde, verzilt het grondwater van de Zeeuwse eilanden sterk en wordt doorstroming met rivierwater geblokkeerd. De beschikbaarheid van zoet water voor mens en natuur is afgenomen.

Aangezien bij zeespiegelstijging de verziltingsdruk nog verder toeneemt, zal het huidige beleid, gericht op behoud van het zoute karakter, spoedig worden ingewisseld voor een beleid van kustbescherming en het vasthouden van zoet water. Het lijkt dan ook goed om even een pas op de plaats te maken, totdat onderzoek en voortschrijdend inzicht in het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging leiden tot een landelijke toekomstvisie voor klimaatbestendigheid. Het vooruitzicht van een algehele maatschappelijke en infrastructurele transitie, stimuleert tal van sectoren, waaronder de provinciale politiek en de natuurinstanties, tot creatieve bezinning.

Wij zoeken naar kansen voor de natuur. Denk daarbij aan doorstroming, zoet-zout overgangen bij de kust, zeewaartse natuurontwikkeling en permanent open migratierivieren in de Voordelta.

De tijd dringt om te komen tot resultaat- en oplossingsgerichte plannen, die investeren in klimaat, kennis en infrastructuur en bijdragen aan een gezonde circulaire economie. Daarbij zal er goed gekeken moeten worden naar het maatschappelijk draagvlak, naar de periode waarbinnen een aanpassing veiligheid biedt en in hoeverre deze aansluit bij de lange termijn.

Cor Huijgens is mede-oprichter van Adviesgroep Borm & Huijgens

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Het is van belang om onderzoek te doen naar de waterkwaliteit o.a. PFAS-stoffen voordat ergens regenwater of oppervlaktewater via infiltratieputten naar grondwaterlichaam gebracht kan worden. Verslechtering van kwaliteit grondwater voorkomen, door zuivering van het infiltratiewater is veelal noodzakelijk.
Knap om in deze discussie de landbouwtransitie geheel buiten beschouwing te laten. In plaats van het natuurlijk vermogen van de bodem om water vast te houden te herstellen én de watervraag vanuit de land- en tuinbouw drastisch te verminderen, bijvoorbeeld door regeneratieve akkerbouw en voedselbossen, wordt er (weer) voornamelijk naar technologische oplossingen gekeken zoals water opslaan in de diepe ondergrond. Het enige positieve plan is het initiatief rondom het wegsijpelende water van de Brabantse wal. Maar ook dat is symptoombestrijding in plaats van het aanpakken van de oorzaak waardoor dat water wegsijpelt....Hopelijk is de nieuwe dijkgraaf wat meer een visionair als het gaat om structurele maatregelen om water en bodemsturend echt in de praktijk te brengen!
Na mijn mening een totaal verkeerd initiatief. Waarom niet het meetnet inzetten om  juist een overschrijding te voorkomen. Gewoon een kwestie van de normen lager in te stellen en snel ingrijpen als de voorwaarschuwing in gaat.
Duidelijk weer boeren! 
@Maria WitmerJe link is helaas al weer verlopen...
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Je hebt gelijk Herman, regenwater is zachter en zoeter dan sterk voorgezuiverd rivierwater, maar aangaande microverontreinigingen niet per sé schoner. Met RO kun je overigens ook de ionensamenstelling van infiltratiewater aanpassen en ook macro ionen wegnemen. Maar dat zou waanzin zijn. Infiltratiewater dat inzijgt in de centrale delen van de Veluwe neemt namelijk een diepe, zeer lange weg en duikt pas na duizenden (!) jaren weer op buiten de Veluwe. En dus NIET in beken en sprengen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.