secundair logo knw 1

OPINIE - Op 11 oktober verschijnt in H2O een opinie van oud-hoogleraar gezondheidstechniek Kop over het klimaatprobleem. De strekking is dat de klimaatverandering wel eens mee kan vallen en we meer tijd hebben, leest Johan Bakker. Hij reageert: "Laten we de urgentie niet bagatelliseren. We hebben niet ‘tijd genoeg’."

door Johan Bakker

Johan Bakker 180 vkKop verwijst in zijn opiniebijdrage over klimaatverandering onder andere naar Prof. Berkhout die er qua feiten wel vaker anders over denkt. Het is de maand waarin het IPCC, waar duizenden wetenschappers aan meewerken, met stevige bevindingen komt, over de temperatuurstijging, over stijging van de CO2-concentratie, de zeespiegelstijging en de onomstotelijke vaststelling dat de mens hiervoor verantwoordelijk is. Maar Kop vindt dat we door het klimaatpanel worden ‘opgejut’.

Begrijpelijk dat de redactie, na mijn kritiek op de bovenstaande gang van zaken me uitdaagde om zelf met een opinie te komen.

Inhoudelijk op ‘klimaatsceptici’ reageren is ‘false balance’. Alsof we nog twee gelijkwaardige meningen hebben waar maar eens goed over gediscussieerd moet worden. Die tijd is voorbij. Ik verwijs voor ‘inhoud’ gemakshalve naar het uitstekende blog ‘Klimaatveranda.wordpress.com’ van een aantal klimaatwetenschappers, die nog onvermoeid reageren op afwijkende meningen.

Maar bovenal ben ik geen klimaatwetenschapper maar een bouwer, al ben ik gezien mijn verleden goed ingevoerd. Ik bouw al 25 jaar aan dijken en ook aan duurzame energie nu. De meeste waterschappen zijn bouwers, met adaptatie maatregelen en hun investeringen in Energieneutraal 2025-2030. Ik ben ben trots op deze doe-mentaliteit. En dat zouden we meer moeten communiceren. Om te tonen dat er valt te handelen.

Wel reageer ik op één aspect van Kop over de zeespiegelstijging. Ruimte voor de Riviermaatregelen waren voor het bovengebied van de rivieren en helpen niet voor het benedengebied. Als de zee stijgt stijgen de rivieren mee. En moeten straks duizenden m3 rivierwater per seconde in een gigantische nieuwe binnenzee worden geparkeerd en op de Noordzee worden uitgemalen.

Wat dat voor Nederland betekent laat zich raden. Het is niet gezond. Laten we de urgentie niet bagatelliseren. Plan B is vandaag. We hebben niet ‘tijd genoeg’.

Johan Bakker is directeur innovatie, Waterschap Rivierenland

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.