secundair logo knw 1

In de printeditie van H2O (11 maart) spreekt Egbert Leiting, voorzitter van de expertgroep Legionella van ENVAQUA, zijn zorgen uit over de uitkomsten van de evaluatie van de wetgeving legionellapreventie in het KWR/Berenschot-rapport van 2021. Rogier van den Brink, ceo van Holland Water, stelt in dezelfde uitgave dat ‘waterinstallaties gewoon legionellavrij moeten zijn. Punt.’ Frank Oesterholt en Paul van der Wielen, mede- en hoofdauteur van het KWR/Berenschot-rapport, willen na lezing van de artikelen graag ‘een aantal opvallende en onjuiste opmerkingen over het KWR/Berenschot-rapport rechtzetten'.

door Frank Oesterholt en Paul van der Wielen

Oesterholt en Van der Wielen Om te beginnen zijn, anders dan Leiting beweert, in het KWR/Berenschot-onderzoek wel degelijk praktijkervaringen meegenomen. Zo zijn in totaal dertien interviews gehouden met vertegenwoordigers die het hele speelveld van legionellapreventie omvatten; van wetgever, via handhaver tot adviseurs, beheerders en bedrijven aangesloten bij ENVAQUA. Daarbij is ons opgevallen dat de ervaringen van de verschillende praktijkmensen onderling sterk kunnen verschillen, wat het moeilijk maakt om daar beleidsadviezen op te baseren. In het rapport zijn per onderwerp (hoofdstuk) de resultaten van de interviews vastgelegd in de paragraaf ‘Kennis en ervaringen uit de praktijk’ en zijn ze, indien mogelijk, meegenomen in ons advies.

Uit die interviews hebben we bijvoorbeeld geleerd dat het wekelijks spoelen van weinig gebruikte koud- en warmwateruittapleidingen in de praktijk een enorme impact heeft qua besteding van geld en middelen, en tegelijkertijd frustratie oplevert omdat het niet het gewenste resultaat geeft en soms zelfs averechts lijkt te werken. Ook in publicaties in Nederlandse vakliteratuur is onder andere door Oscar Nuijten en Wilco van der Lugt het effect van spoelen als beheersmaatregel aan de kaak gesteld. Die bevindingen zijn meegenomen in het rapport.

Nederlandse situatie versus buitenlandse situatie
ENVAQUA heeft gelijk als het stelt dat Nederland in vergelijking met veel andere landen geen desinfectieresidu zoals chloor aan het drinkwater toevoegt. Daardoor is het belangrijk om bij het analyseren van de wetenschappelijke literatuur daar een duidelijk onderscheid in aan te brengen. In tegenstelling tot wat wordt beweerd door ENVAQUA zijn in de rapportage wel degelijk een groot aantal studies meegenomen die zijn uitgevoerd met drinkwater zónder desinfectieresidu. Daarnaast is per onderwerp (hoofdstuk) een paragraaf opgenomen over de Nederlandse situatie waarin alleen studies zijn beschreven die in Nederland zijn uitgevoerd.

Voor vrijwel alle onderwerpen is gevonden dat er voldoende wetenschappelijke studies zijn voor de Nederlandse situatie en/of verschilden de resultaten van wetenschappelijke studies uitgevoerd in Nederland niet of nauwelijks van de resultaten uit buitenlandse situatie. De enige uitzondering hierop is de invloed van spoelen op Legionella in drinkwaterinstallaties. Hiervoor bestaan geen Nederlandse gegevens en laten de buitenlandse onderzoeken zien dat spoelen met name lijkt te werken omdat telkens drinkwater met een desinfectieresidu wordt ingebracht. Op basis van deze constatering doen we in het rapport de aanbeveling om de effectiviteit van spoelen om Legionella in drinkwaterinstallaties te beheersen voor de Nederlandse situatie nader te onderzoeken.

L. pneumophila versus Lnonpneumophila
In het KWR/Berenschotrapport is het volgende advies opgenomen: “Het advies op basis van de wetenschappelijke inzichten is om het beheersplan voor de meeste prioritaire instellingen te richten op kweekbare L. pneumophila in plaats van kweekbare Legionella spp. Doordat de monitoring een onderdeel is van het beheersplan, is dus ook het advies om bij deze prioritaire instellingen de monitoring te richten op L. pneumophila, daarvoor is het nodig om een specifieke, gevalideerde en gestandaardiseerde detectiemethode voor L. pneumophila te gebruiken. Voor prioritaire instellingen waar een hoge dichtheid is van mensen met een ernstig verzwakt immuunsysteem (zoals bijvoorbeeld in ziekenhuizen) is het advies om het beheersplan, inclusief monitoring, te blijven richten op kweekbare Legionella spp, overeenkomstig de huidige Nederlandse wetgeving”.

Hieruit blijkt dat, in tegenstelling tot wat ENVAQUA beweert, er nog steeds prioritaire instellingen zullen zijn waar naast L. pneumophila ook L. nonpneumophila moet worden gemonitord. Hiervoor is gekozen omdat andere legionellasoorten minder virulent zijn dan L. pneumophila en deze minder virulente soorten zijn voornamelijk een serieuze bedreiging voor mensen met een zeer verzwakt immuunsysteem.

In een eerder bericht op Waterforum heeft ENVAQUA, bij monde van Ignaz Worm, dezelfde onjuiste informatie verspreid, wat Waterforum na een opmerking van onze kant gelukkig heeft aangepast. Daarvan is ENVAQUA op de hoogte gesteld. Het opnieuw verspreiden van deze onjuiste informatie, nu middels H2O, neigt naar stemmingmakerij en vinden wij teleurstellend voor een professionele organisatie als ENVAQUA. Het klopt wel dat we voor een deel van de prioritaire instellingen adviseren om monitoring alleen te richten op L. pneumophila. Dit advies komt echter niet uit de lucht vallen, maar is met een uitgebreide onderbouwing en motivatie in het rapport opgenomen.

Dat L. nonpneumophila bacteriën zouden kunnen fungeren als 'kanaries in de kolenmijn' of anders gezegd als indicatororganisme voor L. pneumophila zoals Envaqua in het stuk beweert, blijkt nu juist op basis van wetenschappelijke feiten onjuist. Uit de in onze studie uitgevoerde analyse blijkt dat L. nonpneumophila als indicatororganisme voor de pathogeen L. pneumophila niet voldoet aan vier van de vijf criteria en deels voldoet aan het vijfde criterium die door internationale wetenschappelijke studies, inclusief die van de wereldgezondheidsorganisatie WHO, worden gesteld aan een ideaal indicatororganisme.

Daarmee wordt geconcludeerd dat L. nonpneumophila een weinig betrouwbare parameter is om te bepalen of het beheer van een installatie ook effectief is tegen L. pneumophila. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met een verschil in ecologie en afdoding tussen L. pneumophila en L. nonpneumophila soorten. Het monitoren op en aantreffen van L. nonpneumophila zegt dus niets over de kans op een “gevaarlijke uitbraak van L. pneumophila” zoals in de publicatie wordt beweerd.

Het voorbeeld van ENVAQUA dat Duitsland L. nonpneumophila juist gaat toevoegen aan de wetgeving, is niet correct. Duitsland heeft zich, net als bijvoorbeeld in Groot-Brittannië, altijd al gericht op L. nonpneumophila (naast L. pneumophila) sinds Legionella in de Drinkwaterrichtlijn van deze landen is opgenomen. Maar tegelijkertijd richt de wetgeving in landen als Frankrijk en Vlaanderen zich juist wel specifiek op L. pneumophila in drinkwater.

Overigens is het waar dat de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn geen onderscheid maakt tussen L. pneumophila en L. nonpneumophila en dat op grond daarvan goed moet worden uitgezocht of eventueel een focus op L. pneumophila in Nederland past binnen de eisen van die richtlijn, maar de verwachting is dat dit valt onder de beleidsvrijheid van de lidstaten. Andere landen binnen Europa zijn ook de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn aan het implementeren, waarbij Portugal heeft gekozen om, net als Frankrijk en Vlaanderen, monitoring alleen te richten op L. pneumophila en ook Italië neigt hiernaar.

Tot slot is het ook niet waar dat - zoals ENVAQUA beweert - de Europese regels veel strenger zouden zijn en alle gebouwen als prioritair betitelen. In de Europese drinkwaterrichtlijn wordt wel degelijk gesproken over prioritaire gebouwen en terreinen in relatie tot legionellabeheer. Sterker nog, er wordt ook op gewezen dat controle- en beheersmaatregelen proportioneel moeten zijn in relatie tot het risico.

Nuchter omgaan met legionellarisico’s in leidingwater
Dat laatste punt in de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn is wat ons betreft een zeer belangrijk aspect en schuurt met de inhoud van zowel de H2O-publicatie van ENVAQUA als die van Rogier van den Brink van Holland Water, ook in H2O. Beide artikelen wekken de stellige indruk dat legionellabacteriën in álle leidingwatersystemen moeten worden bestreden. Hieruit spreekt ons inziens toch weinig realiteitszin.

Het uitbannen van alle Legionella (of biofilm) in alle leidingwatersystemen is een utopie, en een poging daartoe zal niet alleen uitermate hoge kosten met zich meebrengen maar ook een risicovol streven worden als we daarvoor allerlei technologie en middelen gaan inzetten die juist nieuwe risico’s introduceren voor mens en milieu. Beweren dat we met de inzet van koper/zilver-ionisatie of anodische oxidatie bijdragen aan de gewenste 'verduurzaming van het waterbeheer', is wat ons betreft niet verdedigbaar. Beide technologieën werken weliswaar ´in-situ´ maar daarbij komen wel degelijk chemicaliën vrij zoals zilver- en koperionen alsook vrij chloor.

Westfriese flora
In 2000 zijn we begonnen met de Tijdelijke Regeling Legionellapreventie met legionellapreventie in alle collectieve leidingwaternetten. Al gauw bleek toen dat dit leidde tot onacceptabel hoge maatschappelijke kosten en is in de regelgeving terecht een focus aangebracht op prioritaire instellingen. Het RIVM stelde in zijn rapport ´Nuchter omgaan met risico’s´ uit 2005 al de retorische vraag:
”Hoeveel miljarden moeten we uitgeven om ons drinkwaternet in heel Nederland te vrijwaren van de legionellabacterie als we daarmee slechts een beperkt aantal gevallen van de veteranenziekte voorkomen? Misschien wel de helft van de infecties wordt immers op vakantie in het buitenland opgelopen. Kortom, zou het kunnen dat we zo nu en dan op golven van emotie wat ondoelmatig omgaan met de schaarse middelen die we hebben om de wereld om ons heen veiliger te maken?”

Ook het bronopsporingseenheid Legionella (BEL)-onderzoek van de overheid laat zien dat de legionellastammen van legionellosepatiënten nauwelijks gelinkt kunnen worden aan leidingwater(installaties). Hierdoor blijft nog steeds onduidelijk hoe belangrijk drinkwaterinstallaties zijn als bron voor de veteranenziekte en zou de gezondheidswinst bij grootschalige inzet van allerlei technologieën en middelen op drinkwater minder groot kunnen zijn dan wordt gehoopt.

Het spreekt voor zich dat elke legionellosepatiënt er één te veel is. Het aantal patiënten en sterfgevallen is echter laag in vergelijking met het aantal patiënten en sterfgevallen veroorzaakt door roken, alcohol, lichamelijke inactiviteit, overgewicht, ongevallen thuis, verkeersongevallen en luchtverontreiniging.

Allemaal risico’s die onze aandacht vragen en waarvoor geld en middelen beschikbaar moeten worden gesteld om ze terug te dringen. Laten we daarom de beperkte middelen die er zijn zo effectief mogelijk inzetten door een goede en doelmatige focus aan te brengen in het legionellabeleid voor leidingwaterinstallaties. Wij zijn er van overtuigd dat de onderbouwde adviezen die we in het KWR/Berenschot rapport geven daar zeer goed bij passen.

Daarnaast moeten we vooral de andere bronnen voor L. pneumophila niet uit het oog verliezen, zoals koelwatersystemen en biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties (en mogelijk nog onbekende bronnen). Die betekenen potentieel een veel grotere legionellabedreiging voor de maatschappij dan leidingwatersystemen. Vrijwel alle grote legionellose-uitbraken (nationaal en internationaal) zijn immers veroorzaakt door koelwater- of biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties. Ook de grote uitbraak op de Westfriese Flora in 1999, die door de H2O-auteur in het artikel wordt genoemd, is veroorzaakt door een niet gedesinfecteerde whirlpool, en niet door een leidingwaterinstallatie.

Ir. Frank Oesterholt en dr. Paul van der Wielen zijn senior onderzoekers bij KWR Water Research Institute

 

UPDATE
In overleg met Rogier van den Brink hebben de auteurs in de tekst de suggesties als zou Van den Brink zijn geciteerd, aangepast.

 

MEER INFORMATIE
H2O premium artikel: Legionellabestrijding: effectiever en duurzamer alsjeblieft

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs, het redactioneel en door waterprofessionals geschreven artikelen. Deze bijdragen (UITGELICHT) zijn voor rekening van de auteurs.
H2O heeft voor Uitgelicht geen bemoeienis met de inhoud, behoudens de beoordeling of de bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@LaumannsZoals gezegd laumanns het middel werd en wordt niet gebruikt in de bollenteelt en sierteelt sector!
@LaumannsLezen is voor Laumanns een kunst. Als het middel niet gebruikt is in de bollenteelt, waarom dan volharden in de beschuldiging naar die sector toe? Bijzonder.
Het lijkt er toch wel zeer aannemelijk dat bollenboeren deze bestrijdingsmiddelen nog steeds illegaal gebruiken, gewoon omdat ze er mee weg komen. Dit omdat de NVWA te weinig mankracht heeft en het Waterschap weer eens zeer gemakkelijk ervan uitgaat dat oa boerenbedrijven zich aan de wet houden en de gifmiddelen niet zouden gebruiken.
Wat opvalt is dat wederom MOB dit aan het licht brengt en het zonder MOB gewoon onder het tapijt was geschoffeld. Het gaat nl om metingen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderwartier uit 2022 zelf die door MOB zijn geanalyseerd.
Het is echter de verantwoordelijkheid vh waterschap zelf om de metingen te analyseren en daarop actie te ondernemen door onderzoek te starten en de NVWA te waarschuwen. Dat is niet gebeurd, want pas nu, bijna 2 jaar na de metingen en alleen op instigatie van MOB, start het waterschap een onderzoek. Het lijkt er sterk op dat het waterschap doelbewust nalatig is en dat dat komt omdat de boeren te sterk zijn vertegenwoordigd in dit orgaan. Burgers, flora en fauna zijn de dupe.
Eerlijk gezegd, het lijkt mij evident dat deze opzettelijke nalatigheid vh waterschap onrechtmatig is. Corruptie zou ik zelfs niet uitsluiten. Maar natuurlijk, gaan we uit van bovenwettelijke inspanningen vh waterschap dat ze zich aan de wet houden, net als de boeren… Het kan toch niet zo zijn dat het waterschap ooit iets verkeerd zou doen? Nee mensen, het waterschap treft geen blaam, zij zorgen er heus wel voor dat u weer rustig kunt slapen, toch? Of had de NVWA dan toch eigenlijk ietsjes (2 jaar eerder) gewaarschuwd moeten worden?  Nou ja, zo erg is het niet, 1 op de 3 mensen krijgt kanker of heeft 't gehad dus waar maken we ons zorgen over….
@Rien VerstallenMisschien ook de anti vries of de-icers die gebruikt zijn bij de vliegbasis.