Water verbindt ons overal ter wereld. Sta er maar eens bij stil: je kan in Arnhem in een boot stappen en duizenden kilometers verderop uitstappen in Antalya, Turkije. Zo is water een geografische verbindingszone. En er zijn meer manieren waarop water ons verbindt. En dan bedoel ik ‘ons’ in de ruimste zin. Alle mensen, dieren, schimmels en theezakjes vinden in water hun primaire levensbron. Die noodzaak verbindt allen.
door Phebe Kloos
Phebe KloosMaar alles wat verbindt, kan ook verdelen. Precies het tegenovergestelde is even waar. En bij water in overvloed.
Zo zie je dat water in het landschap vaak een grens snijdt. De Nederrijn verdeelt Arnhem in noord en zuid. En die geografische watergrens heeft culturele consequenties. Iemand zei ooit dat het, net als de tweekoppige adelaar op het stadswapen, lijkt of Arnhem noord en zuid elk de andere kant uitkijken. De Nederrijn als kloof tussen PVV (zuid, verkiezingsuitslag 2023) en GroenLinks (noord). Of, zoals sociaalgeograaf Josse de Voogd het duidt, een scheiding tussen tegeltuin met brommer en blauweregen met bakfiets.
Dat water verbindt én verdeelt tegelijkertijd vind ik als antropoloog reuze aantrekkelijk. Paradoxen zijn steevast spannend. Door water op te zoeken weet je dat je cultuur krijgt. Het was mede daardoor dat ik in het voorjaar van 2022 besloot om van bron tot monding langs de Maas te fietsen. (En stiekem omdat het mentaal en fysiek om weinig inspanning vraagt: je hoeft nooit op een kaart te kijken of te vrezen voor een hellingspercentage van 7 procent.)
Ik herinner me levendig de grensoversteek tussen België en Nederland. Juist omdat de Maas de grens aangaf die ik overstak met de fietsveer. Ik stond op Belgische grond met wafels onder de vlag in Lanaye, rekende 1 euro 20 af, hield m’n stuur recht bij een klein golfje, en zette binnen een minuut voet aan grond in Eijsden waar onder de Nederlandse vlag vlaai werd aangeprezen. Op de kaart is de grens opmerkelijk in het midden van de blauwe lijn getekend: het water in het oosten valt onder Nederland, westen onder België.
Een scheiding tussen tegeltuin met brommer en blauweregen met bakfiets
De zomer daarvoor was de Maas voor beide (zowel België als Nederland) een collectieve vijand. Extreme regenval en hoge waterstanden maakten dat vijftigduizend mensen evacueerden en dieren, huizen en hebben en houden onder water liepen. Op de camping waar ik verbleef sprak ik hierover met de eigenaar. Ook op zijn terrein was het heftig geweest. Een aantal campinggasten wisten op tijd tent, caravan en/of auto in veiligheid te brengen, maar het water kwam zo snel en met zoveel, er stroomde wel 75 keer zoveel water als normaal het land binnen bij Maastricht.
Herstellende van alle schade aan onder andere speeltoestellen en facilitaire voorzieningen kregen ze veel hulp, vertelt de campingeigenaar dankbaar. Allerlei mensen uit de buurt spanden zich belangeloos in. Ook werden er tal van opruimacties georganiseerd en liepen grote groepen samen de Maasoever af. “Maar die Belgen niet hoor,” zei hij misprijzend tot besluit, “die laten de troep gewoon liggen.”
Zijn toevoeging ontving ik als een koude douche. Ineens kregen de vlaggen bij de fietsveer betekenis omdat ik de grens letterlijk terugzag in het water. De Maas was een scheiding tussen een opgeruimde oever en een waar de bomen volhingen met landbouwplastic en witte tuinstoelen. Of die stoel uit een Nederlandse tuin kwam of een Belgische, maakt de Maas niks uit. Zij smokkelt alles mee.
Maar het maakt cultureel wel uit en bevat het paradoxale dat waar de campingeigenaar een sterke wij-gemeenschap ervoer, tegelijkertijd een zij-gemeenschap werd gecreëerd. Gemeenschappen die alleen naar de eigen kant kijken, als de tweekoppige adelaar van het Arnhemse stadswapen, als de rigide streep op Google Maps.
Verbindend samenwerken om de troep in ons water op te ruimen, dat zou pas grensverleggend zijn.
Phebe Kloos is antropoloog, met als specialisme mens-water relaties
LEES OOK VAN PHEBE KLOOS
Bij welke waterplek zou jij beginnen?
Meten is weten, voelen is begrijpen
Afvalwater of kanswater