secundair logo knw 1

Nederland lijdt aan beleid. Iedereen uit een grotere organisatie herkent dit. Geef ondersteunende afdelingen te veel ruimte en het wordt een drama. Inkoop, Kwaliteitszorg, HR. 

door Harrie Timmer

Harrie Timmer column 180 vk Harrie TimmerVoor je het weet hebben ze eigen beleidsregels en zit jij opeens hun werk te doen, terwijl zij rustig nadenken over nog meer regels. De resultaten laten zich raden. De vakman zit alleen nog papieren plannen te maken voor stuurgroepen en opeens zit je in een “consensusmeeting”, op basis van “objectieve criteria” met vier man middagen aannemers te scoren op circulariteit, waarna je 2 keer per jaar in een kwaliteitsaudit je werkprocessen mag evalueren. “En wat heb je met de verbeterpunten gedaan?” Interne bezigheidstherapie. Legde je eerst fluitend 20 leidingen per jaar, nu nog zuchtend 5.

Te veel beleid verlamt en verzuurt. In een normale organisatie herstelt zich dat gelukkig vanzelf. Zonder focus op je kerntaak ga je failliet of word je opgeheven. Leerpunt: als ondersteunende afdelingen beleid gaan maken, hebben ze tijd over en moet je er een paar ontslaan.

Bij overheden speelt dit natuurlijk ook, maar dan verstopt en te vaak zonder consequenties. De echte uitvoering van beleidsdoelen is immers behendig weggeorganiseerd in zelfstandige diensten. Hiermee verdwijnt het zicht op realisatie en de terugkoppeling. Dat kan niet goed gaan. Dat gaat het dan ook niet. Inspecties, belastingdienst, GGD’s, omgevingsdiensten. Allemaal worstelen ze met de uitvoering van al onze goede voornemens.

Pijnlijk bleek dat veel taken, die op papier al jaren van kracht waren, nooit waren geland. Hetzelfde zie je bij vergunningverlening rond lozingen op rivieren

“Moet ik dat doen?” hoorde ik vorig jaar een verbaasde gemeenteambtenaar zeggen bij de herziening van ambitieus provinciaal waterbeleid. Pijnlijk bleek dat veel taken, die op papier al jaren van kracht waren, nooit waren geland. Hetzelfde zie je bij vergunningverlening rond lozingen op rivieren. Prima beleid, maar helaas waren de voorgenomen 5-jarige revisies nooit uitgevoerd en veel vergunningen verouderd. Logisch: geen geld, geen Zwitsers, geen revisies.

De commissie Van Aartsen concludeerde dan ook in maart 2021 dat milieu en leefomgeving vermijdbare schade lijden door onderbezette uitvoeringsorganisaties. We zien dit meetbaar terug in de kwaliteit van onze rivieren en het grondwater. Ambitie goed, uitvoering matig, dus resultaat matig. Geen hogere wiskunde: 1 x 0 = 0.

‘Doen is het nieuwe denken’. Laten we dus de komende regeerperiode aannemen dat de bestaande beleidsplannen goed genoeg zijn en niet geëvalueerd hoeven te worden. Dan kunnen we focussen op de uitvoering. Praktische invulling: alle beleidsambtenaren in de uitvoering (leerzaam!), aangevuld met eenzelfde aantal jonge instromers. 1 + 1 = 3. Wiskundig twijfelachtig, maar het gaat om het resultaat. 

Harrie Timmer is geohydroloog en schrijft een column in het vakblad 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.