De wereld is niet zwart-wit. Tussen goed en slecht, verstandig en dom zitten veel nuances. Wat juist is in de boze praktijk verschilt per situatie. Milieuproblemen kan je bijvoorbeeld hard principieel of meer zacht en pragmatisch aanpakken. Beide hebben hun waarde.
door Harrie Timmer
Harrie TimmerPrincipieel pleit ik altijd voor streng (Europese) stoffenbeleid rond toelating, vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Dit met het doel om aan de basis verontreinigingen te weren uit het milieu en bronnen voor drinkwater. Een flinke wettelijke stok achter de deur is immers altijd goed.
De harde realiteit leert echter dat dit niet altijd snel tot resultaat leidt. Het Europese voorzorgsprincipe lijkt bijvoorbeeld heel waardevol, maar blijkt uiteindelijk juridisch weinig grond te bieden. Europese stofrestricties zoals voor PFAS en Bisfenol-A, zijn extreem tijdrovende processen, en de toepassing van Best-Beschikbare Technieken (BBT) voor industriële lozingen blijkt vooral een Best-Betaalbare Techniek.
Tussen ambities en wat we echt doen zit helaas een enorme kloof. Het lukt ons (en onze overheden) niet goed om tijdig te doen wat we met elkaar willen. De voorgestelde deadline van de Kader Richtlijn Water (KRW) om te voldoen aan PFAS-normen is 2042 (15 jaar na 2027). Tegen die tijd ben ik mogelijk zelf een milieuverontreiniging. Dat moet dus sneller en beter.
Een alternatieve aanpak is ‘de kracht van zacht’. In overleg met de betreffende sector kijken wat kan. Dat is soms wél verrassend vlug en effectief. Klassiek voorbeeld is het overleg van de verzamelde Rijn-afhankelijke drinkwaterbedrijven (RIWA-Rijn) met de EFOA, de brancheorganisatie van producenten van de lastig te zuiveren brandstofadditieven MTBE en ETBE. Door in 2017 afspraken te maken over de wijze van vervoer en het schoonmaken van binnenvaartschepen vinden we deze stoffen nauwelijks meer terug in de metingen van het rivierwater.
Ook in Zwitserland werken de zachte krachten goed
Een ander mooi voorbeeld zijn de benzotriazolen. Een corrosie-werende stofgroep die via het riool en matige afvalwaterzuivering het rivierwater verontreinigd. Onderzoek leerde dat deze voor een belangrijk deel afkomstig zijn van vaatwastabletten. Achterliggende reden: De (Duitse) consumentenbond testte de tabletten ook op zilverwerk, waardoor benzotriazolen nodig waren. Overleg afgelopen jaar van Rijkswaterstaat met de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten leidde ertoe dat deze stof per 2025 niet meer wordt gebruikt. In de praktijk doet immers niemand zilver in de afwasmachine. Het kan dus ook prima zonder deze stof. Een glimmend resultaat.
Ook in Zwitserland werken de zachte krachten goed. Als het Zwitserse meetstation in de Rijn onverklaarbare pieken vindt van stof X, gaat er een bericht naar de voorliggende chemische industrieën met de waarschuwing dat als het niet ophoudt, men een formeel onderzoek begint. Dit is vrijwel altijd voldoende om een lozing te beëindigen. Er is vaak is geen sprake van kwade opzet, soms is er onbedoeld iets misgegaan.
Qua snelheid kan daar geen wetgeving tegenop. De mix van zacht en hard is misschien wel mijn favoriet: begin met overleg, maar sluit wettelijke maatregelen niet uit. In de woorden van Theodore Roosevelt: “Speak softly and carry a big stick.”
Harrie Timmer is geohydroloog
MEER COLUMNS VAN HARRIE TIMMER
Denken vanuit de bedoeling is pas echt SMART
PFAS en gele briefjes: 3M als boosdoener in de KRW-problematiek
DELLE en de kunst van het uitstellen
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak
HUP OSOA!
'Aan het bevoegde gezaag'
Nee, ik wil geen transitie
De feiten en de waarheid
Hoe dan wel?
Voorbij het stofje van het jaar
Bestuurders en Ingenieurs
Leve Europa
Don’t look down
De disfunctionele kringloop van rijksbeleid en regionale regie
We zijn ze, en ze doen het best goed
Een geborgde zetel voor de regenboogforel
Doen is het nieuwe denken
Het parallelle universum van de waterwereld
Nader onderzoek wordt niet aanbevolen
Een wet op de milieudoelen
U drinkt uw eigen gezeik