secundair logo knw 1

Waterschappen hebben heel uiteenlopende besluiten genomen over de lastenontwikkeling in 2018. Uit diverse begrotingen blijkt dat sommige schappen de lasten verlagen, terwijl burgers en met name agrariërs bij andere schappen juist (fors) meer gaan betalen.

Nog niet alle waterschappen zijn naar buiten gekomen met hun begroting voor 2018. Waar de cijfers al wel bekend zijn, is het beeld wisselend. Waterschap Noorderzijlvest maakte bijvoorbeeld vorige week bekend dat de tarieven voor huishoudens volgend jaar met zo’n 2 procent stijgen en voor een gemiddelde agrariër met bijna 7 procent.

Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDO Delta) maakte deze week juist bekend dat de tarieven volgend jaar dalen, met gemiddeld 5 procent. WDO Delta heeft besloten om in 2018 5,1 miljoen euro uit de reserves te gebruiken. Daarom kunnen de lasten dalen, ondanks de verwachte stijging van uitgaven. Bestuurder en portefeuillehouder Financiën Herman Odink: “Het doel is het geld in de komende jaren in te zetten om stijgingen van de waterschapsbelasting te voorkomen of op z’n minst te beperken. Het besluit om de tarieven volgend jaar te verlagen, is daarvan een concreet voorbeeld.”

De verwachte kostenstijging bij waterschappen zit voor een belangrijk deel in maatregelen voor klimaatadaptatie. Noorderzijlvest bijvoorbeeld steekt daar volgend jaar 74 miljoen euro in. Ook waterschap De Dommel wijst op klimaatmaatregelen als belangrijkste aanleiding om de lasten te verhogen. De Dommel verwacht een kostenstijging van 2,8 procent, onder meer omdat er 1,5 miljoen euro wordt geïnvesteerd in klimaatadaptatie. De stijging blijft voor burgers beperkt tot 1 à 2 procent, maar bedraagt voor agrariërs al snel 5 procent.

In het werkgebied van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en van Hunze en Aa’s gaan burgers iets minder betalen en agrariërs juist iets meer. Zowel de lastenstijging als de -daling is bij deze waterschappen beperkt tot enkele procenten.

Waterschap Rivierenland maakte deze week bekend dat de lasten voor zowel huishoudens als agrarische bedrijven stijgen. De stijging is gemiddeld 3,3 procent. Voor agrariërs ligt de stijging rond de 4,5 procent, voor huishoudens gemiddeld op iets meer dan 2 procent.

Waterschap Zuiderzeeland beperkt de stijging voor huishoudens tot de inflatie (1,4 procent). Ook hier is de stijging voor agrariërs hoger: gemiddeld 3,2 procent.

Lees hier een eerder artikel over de investeringen van Noorderzijlvest

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.