secundair logo knw 1

De toepassing van eDNA-technieken heeft grote potentie voor het waterkwaliteitsbeheer. Ook gaan de ontwikkelingen zeer snel, zo viel vandaag te beluisteren bij een symposium.

De bijeenkomst in Driebergen had de prikkelende titel CSI onder water en werd georganiseerd door STOWA, het kenniscentrum van regionale waterbeheerders. Het centrale thema was de toepassing van technieken met environmental DNA (eDNA) in het waterkwaliteitsbeheer. Ruim honderd vertegenwoordigers van aanbieders, kennisinstituten en waterbeheerders waren van de partij.

Met eDNA worden de sporen bedoeld die dieren en planten in hun omgeving achterlaten, zoals slijm, huidschilfers en haren. Met nieuwe technieken wordt eDNA steeds beter te detecteren. Gerrit Vossebelt van Rijkswaterstaat sprak over een bewezen technologie die in kleine wateren al operationeel is. In grote stromende wateren echter niet; dat is nog een echte uitdaging. Volgens Vossebelt kunnen vooral verschillende soorten worden ontdekt.

De onderzoekers Arjen de Groot (Alterra) en Maarten Schrama (Centrum voor Milieuwetenschappen) vertelden dat er twee verschillende analysemethoden zijn. Met qPCR wordt de aan- of afwezigheid van een soort aangetoond, met Next Generation Sequencing methoden zoals metabarcoding de totale diversiteit binnen een bepaalde groep. Deze methoden bieden volgens De Groot een hogere detectiekans en zijn vaak goedkoper dan conventionele methoden, al zijn ze nog niet volledig uitgekristalliseerd. Praktijktesten zijn daarom essentieel.

De koppeling van vraag en aanbod stond centraal tijdens een vraaggesprek met acht ontwikkelaars. Er werd opgemerkt dat eDNA-technieken kunnen worden gebruikt om nieuwe vragen te beantwoorden. Zo kunnen zij goed worden toegepast bij het stellen van een diagnose, zoals door gebruik van eDNA voedselwebanalyse. Een voorbeeld waarmee meerdere sprekers kwamen, is de detectie van muskusratten. Daarbij levert de inzet van eDNA-technieken veelbelovende resultaten op. De technologie is niet perfect, maar een conventionele methode is dat ook niet. Ze kunnen goed met elkaar worden gecombineerd.

De ontwikkelingen gaan snel, daarover was iedereen het eens. Vooral bij qPCR zijn de laatste jaren veel stappen gezet. Volgens Edwin Kardinaal (KWR) is deze methode in de drinkwatersector geaccepteerd voor het ontdekken van legionella. Het gebruik van qPCR is opgenomen in NEN-normen. Zover is het bij metabarcoding nog niet; daar is nog een langere weg te gaan.

De sleutel om verder te komen is samenwerking, werd meermaals gezegd. Dat kan nog een stuk beter. Rein Brys van het Vlaamse onderzoeksinstituut INBO verbaasde zich over de versplintering in Nederland. Hierdoor wordt de trein mogelijk vertraagd of zelfs gemist. Timo Breit (Universiteit van Amsterdam) merkte op dat de toepassing van eDNA-technieken bij waterbeheerders nog in de kinderschoenen staat. Hij signaleerde een grote drempel voor nieuwe partijen om aan eDNA-technologie te beginnen. Kijk er wat minder zwaar tegenaan en ga ermee spelen, is zijn advies. Want er is geen keuze; waterbeheerders zullen eraan mee moeten doen.

Ook het onderwerp van standaardisatie werd aangesneden. eDNA-technieken kunnen helpen bij het monitoren van watersystemen, onder meer voor de verplichte rapportage volgens de Kaderrichtlijn Water. Nu is er nog weinig eenduidigheid en daaraan is wel behoefte, aldus de sprekers. Dat is het doel van het EU-project DNAqua-Net en ook van veel waterbeheerders. Aleida de Vos-Van Steenwijk (Orvion) verwacht echter niet dat het komt tot één standaardmethode. Dat zou belemmerend werken voor kennisuitwisseling en continue innovatie. Het is steeds een zoektocht naar hoe het beste met een vraag om kan worden gegaan.

Meer informatie is te vinden in de programmakrant.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

wat een briljante toepassing: nu nog de vraag hoe specifiek die taal is of kan worden...
Voor mij is het onbegrijpelijk dat de leiding van deze bedrijven niet zou begrijpen wat ze doen. Is het dan toch onkunde of wentelen ze de kosten gemakkelijk af op de overheid?
Breng het toezicht op alle lozende bedrijven terug onder het gezag van de waterdiensten als Rijkswaterstaat en de Waterschappen. Daar zit de expertise op dit gebied. We staan met de waterparagraaf voor een enorme opgave, en de uitdaging is beter op zijn plaats bij de waterdiensten.
@Fred SandersIk denk dat wetenschappers te veel willen onderzoeken om hun studenten lesstof te verschaffen en moet daarbij steeds denken aan de Eierlandse dam en prof. Marcel Stive. 25 jaar geleden wist hij al dat er vóór en áchter deze 850 meter lange strekdam begrijpelijke stromingsproblemen waren, die stromingsreacties zijn er nu nog. kustverdediging.nl 
@JacobsTja, wat zal ik zeggen, ik mis in Jos zijn verhaal over de de grote hoeveelheid Escherichia coli bacterie die in het grondwater zit, zelf al op meer dan 30 meter diepte, en ook mis ik de hoeveelheid ijzer en mangaan die in het grondwater zit, en dit alles kost veel om het eruit te halen, tot op heden wordt mijn grondwater afgekeurd en dat al tot 4 keer toe.
Dus, bezint eer gij begint, en complexe filter systemen zijn nu niet bepaald goedkoop in aanschaf maar vragen ook onderhoud. En laten we het een hebben over die andere stofjes, zoals medicijnen, ook deze dringen diep door in de grond, en deze zijn niet zo gemakkelijk eruit te halen, persoonlijk ben ik niet zo blij met een chemokeur van een ander... Mvg John