secundair logo knw 1

John van Boxel tijdens zijn pitch op de Dijkwerkersdag | Foto Blueice

De drijvende waterkrachtcentrale EQA-River heeft de publieks- en juryprijs gewonnen op de Dijkwerkersdag in Utrecht. De centrale is een laagtoerig rad dat met de stroomrichting van de rivier of beek meedraait en energie produceert.

John van Boxel won vandaag overtuigend de pitchwedstrijd op de Dijkwerkersdag. Het bedrijf EQA-Projects van Van Boxel in Werkendam is een succesvolle innovator; in 2016 werd het bedrijf genomineerd met de EQA-Stuw voor de Nederlandse Waterinnovatie prijs.

De EQA-River is een drijvende waterkrachtinstallatie die de stroming van het water benut om energie te produceren. De installatie kan in een dag worden geplaatst, zo vertelde Van Boxel de ruim 500 bezoekers in de zaal van Media Plaza in Utrecht, waar de Dijkwerkersdag werd gehouden. “Het is een waterkrachtcentrale die van gerecycled plastic is gemaakt, die zichzelf als het nodig is uit het water tilt, die visvriendelijk is, maar ook metingen voor de waterbeheerder verricht.” Dat betreft de stroomsnelheid, de helderheid, het waterpeil en de watertemperatuur, waarmee EQA-Projects claimt dat de waterkrachtcentrale bijdraagt aan een smart river-systeem.

eqa-river-krib2akopie.jpg

In een toelichting na afloop vertelde Van Boxel dat de ontwikkelaars zich hebben laten inspireren door schipmolens. De EQA-River heeft evenals de molens een lange levensduur door het laagtoerig visvriendelijk rad dat met de stroming meedraait. “De waterkrachtcentrale levert een constante stroom en is een mooie aanvulling op zon- en windenergie.”  

De investering bedraagt enkele tonnen per centrale, aldus Van Boxel. Dat is aanzienlijk minder dan de kosten voor de bouw van een windmolen, terwijl de geleverde energie op jaarbasis ongeveer gelijk is, aldus Van Boxel. Dat is te verklaren door het continue proces van energieopwekking. Levert een molen alleen energie als het waait, de drijvende waterkrachtcentrale levert onafgebroken energie door de stroming in rivier of beek.

De installatie kan in uiteenlopende omvang worden geleverd, afgestemd op de ruimte in de rivier of beek. “Waterschappen en ook Rijkswaterstaat hebben al interesse getoond. Zij willen een locatie beschikbaar stellen om te testen,” vertelde Van Boxel. Na zijn pitch kwam daar nog een waterschap bij. Waterschap Vallei en Veluwe toonde interesse. “Wij durven het wel aan, kom maar op.”

Maar dat zijn testen. EQA-projects wil de volgende stap zetten; de EQA-River in productie nemen en verkopen. “We zijn er een aan het bouwen,” aldus Van Boxel. “Maar dat doen we met eigen geld. We zijn op zoek naar een investeerder.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.