secundair logo knw 1

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel komt binnendijks te liggen. De huidige ‘voorlandkering’ waarachter het NIOZ ligt, wordt versterkt tot een volwaardige primaire zeekering.

 

Het besluit om de huidige voorlandkering te versterken en om te dopen tot ‘Zeedijk ’t Horntje’ werd afgelopen week definitief genomen, na een lang voortraject waarbij diverse partijen waren betrokken.

De huidige primaire kering loopt vlak achter het NIOZ langs en moest versterkt worden in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Voor die versterking had het HWBP 3,8 miljoen uitgetrokken. Nu besloten is in plaats daarvan de voorlandkering op te waarderen, bedragen de kosten 11,3 miljoen euro. Die kosten worden verdeeld tussen wetenschapsfinancier NWO en het NIOZ (samen 2,4 miljoen euro), het ministerie van Infrastructuur en Milieu (3,5 miljoen euro), de gemeenten Texel en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (elk 0,8 miljoen euro).

Jan de Leeuw, voormalig directeur van het NIOZ, sprak de afgelopen jaren intensief mee over de kostbare ingreep. De noodzaak om het NIOZ binnendijks te brengen, is evident, vertelt hij. “De risico’s zijn groot en worden groter. Deltares heeft berekend dat de locatie van het NIOZ in 2059 een overstromingskans heeft van eens in de 50 jaar. Dat is volledig onacceptabel, gezien de norm van eens in de 4000 jaar. Het alternatief voor versterking van de voorlandkering – een verhuizing van het NIOZ – zou voor de belastingbetaler vele malen duurder uitvallen, namelijk zo’n 80 à 100 miljoen.”

Voor het werk van het zeeonderzoeksinstituut is het geen probleem om binnendijks te liggen, vertelt De Leeuw. “We hebben een eigen haven en diverse gebouwtjes en installaties die buitendijks liggen. Het werk dat buitendijks moet gebeuren, bijvoorbeeld bepaalde onderzoeken, gebeurt daar, op plekken die deels toch al onder water liggen en waar een overstroming weinig of geen problemen oplevert. Voor ons instituut geldt dat er veel mensen werken, ook ’s nachts en in het weekend. Die mensen en alle kostbare infrastructuur en apparatuur moeten beschermd worden, daar is geen discussie over.”

De grond waarop de NIOZ-gebouwen staan werd aangekocht in 1959, in toen nog binnendijks gebied. In 1961 werd de binnendijk net achter die grond echter opgehoogd tot een primaire kering, zodat het NIOZ toen het uiteindelijk werd gebouwd – pas in de jaren ’70 – toch buitendijks kwam te liggen. Een kleine vijftig jaar later krijgt het instituut dus alsnog de bescherming van een goede zeedijk.

Het ‘ombouwen’ van de voorlandkering tot zeekering betekent dat de dijk op veel plaatsen omhoog moet. De Leeuw: “Op sommige plekken een paar decimeter, op andere plekken bijna twee meter. En daarbij geldt dat de vuistregel voor iedere meter die de dijk hoger wordt, hij ongeveer ook 7 meter breder moet worden. Op sommige plekken wordt de dijk dus bijna 15 meter breder. Hij gaat er duidelijk anders uitzien.”

Het realiseren van Zeedijk ’t Horntje maakt onderdeel uit van de versterking Waddenzeedijk Texel. In het kader van het HWBP verstrekt het hoogheemraadschap 17 kilometer dijk en worden drie gemalen vernieuwd. Alle werkzaamheden, inclusief de zeedijk bij het NIOZ, zijn voor 2020 afgerond.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.