Cora van Nieuwenhuizen staat hoog in de mondiale ranglijst van de meest invloedrijke vrouwen in de waterindustrie. Global Water Intelligence (GWI), uitgever en organisator van evenementen in de internationale waterindustrie, plaatst de bewindsvrouw op nummer 5. De vrouw met de meest invloed is Liv Garfield, CEO van het Engelse waterbedrijf Severn Trent.
Cora van NieuwenhuizenVolgens de toelichting van GWI heeft Van Nieuwenhuizen haar plek in de top vijf te danken aan het land waar ze werkt. Van Nieuwenhuizen is ‘de waterminister in het land waar water het meest van belang is in binnen- en buitenland’. Ze is de enige Nederlandse in de top twintig van de lijst.
CEO Garfield van Severn Trent staat bovenaan de ranking omdat ze leiding geeft aan een groot bedrijf dat water levert en afvalwater behandelt voor ruim 8 miljoen mensen in de Midlands van Engeland en een klein deel van Wales. Het is de vrouw ‘met de grootste baan in het water’, aldus GWI.
Tweede op de lijst staat Teresa Vernaglia, de CEO van BRK Ambiental, het grootste geprivatiseerde afvalwaterzuiveringsbedrijf in Brazilië. Nummer drie is Estelle Brachlianoff, chief operating officer (COO) van Veolia, het Franse concern dat onder meer actief is in afvalverwerking, energie en water. Brachlianoff, 'Veolia's nummer twee', is ‘zo scherp als een mes en niet sentimenteel over water’, aldus GWI.
GWI brengt met regelmaat ranglijsten uit, waaronder rankings met meest invloedrijke bestuurders. Vorig jaar vond Jan Peter van der Hoek zich terug op de 8e plek op de Technology Power List. Cees Buisman, hoogleraar biologische kringlooptechnologie aan de Wageningen University en lid van de raad van bestuur van Wetsus, stond op plaats 37.
Met die lijst wilde de uitgever weergeven welke mensen in de mondiale waterwereld belangrijk zijn om technische ontwikkelingen tot een succes te maken.
MEER INFORMATIE
H2O-artikel: Jan Peter van der Hoek scoort hoog op mondiale GWI-lijst
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.