Philipp Keller stopt als dagelijks bestuurslid van waterschap Scheldestromen. “De laatste tijd waren er vaker verschillende inzichten op inhoudelijk en strategisch gebied tussen mij en een deel van het dagelijks bestuur”, zegt hij in een verklaring.
Philipp KellerKeller (Fractie Bedrijven) treedt 1 oktober terug. Hij heeft zich sinds het begin van de huidige bestuursperiode in 2019 ontfermt over waterkeringen en klimaatadaptatie. Een zware portefeuille gezien de opgave om voor 2050 114 kilometer dijk te versterken, een project dat naar schatting 1,5 miljard euro kost. Het waterschap maakt zich zorgen over de financiering, ook al wordt 90 procent bekostigd vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
De aanpak van de uitdagingen waar Scheldestromen voor staat, vraagt om ‘innovatie, visie en strategisch denken’ aldus Keller. Hij wil dan ook ‘een effectieve en toekomstgerichte aanpak met de juiste bestuurlijke cultuur en bestuurlijk lef’. Voor die koers kreeg hij de handen niet op elkaar binnen het dagelijks bestuur, getuige zijn verklaring dat er ‘vaker verschillende inzichten op inhoudelijk en strategisch gebied’ waren.
Het dagelijks bestuur betreurt het besluit van Keller om te stoppen. “Het bestuur waardeert zijn betrokkenheid in de afgelopen periode zeer. We zijn hem in het bijzonder erkentelijk voor zijn prestaties in het kader van de dijkversterking Hansweert en op het gebied van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De manier waarop de heer Keller ervoor heeft gezorgd dat de subsidieaanvraag werd voorbereid is knap werk. Hierdoor werd de subsidieaanvraag nagenoeg volledig toegekend”, zegt dijkgraaf Toine Poppelaars onder meer in een verklaring.
Keller behoudt zijn bedrijfszetel in de algemene vergadering. Het dagelijks bestuur beraadt zich over de waarneming van zijn takenpakket.
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?