Merel Deurloo (15) uit Amsterdam is verkozen tot de nieuwe jeugdbestuurder van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Ze neemt hiermee de taak op zich om jongeren bewust te maken van het werk van het waterschap en een brug te slaan tussen hen en de organisatie. “Alleen door direct in gesprek te gaan met jongeren, maak je impact en kun je uitleggen wat het waterschap doet”, zegt Deurloo.
Merel DeurlooDeurloo werd gekozen na een spannende verkiezing waarin zes kandidaten het tegen elkaar opnamen tijdens een Lagerhuisdebat. Dit debat, georganiseerd door Waterschap Amstel, Gooi en Vecht in samenwerking met Stichting Discussiëren kun je leren, vond plaats in een speciaal gebouwde arena op het hoofdkantoor van het waterschap. De kandidaten kregen de kans om hun ideeën te presenteren en hun visie te delen.
De uiteindelijke beslissing lag in handen van een jury, bestaande uit dijkgraaf Joyce Sylvester, de huidige jeugdbestuurder Ilias Admi en algemeen bestuurslid Nanja van Rijsse. Juryvoorzitter Sylvester benadrukt het belang van de functie. "We hebben alle hulp nodig die we maar kunnen krijgen, want ons wachten grote uitdagingen voor de toekomst. Met Merel hebben we een goede ambassadeur die ook de jongeren kan meenemen in de toekomst. Het was moeilijk een keuze te maken: we hadden uitstekende en zelfverzekerde kandidaten."
Saamhorigheid en actie
Voor Deurloo is de rol van jeugdbestuurder een kans om een verschil te maken. “Wij zijn in Nederland gebouwd op water, daar ligt onze fundering. Als die fundering wegvalt, hebben wij geen droge voeten meer en geen leefomgeving. Water en klimaat vormen samen de toekomst waarin wij als jongeren moeten leven. Daarom moet het waterschap laagdrempeliger worden voor jongeren en meer zichtbaar zijn: hun taak is zo belangrijk. Ik ben heel blij dat ik de mogelijkheid heb om mijn stem te laten horen. Saamhorigheid en actie moeten daarbij hand in hand gaan.”
Jongeren tussen de 14 en 18 jaar kunnen jeugdbestuurder worden en vormen een belangrijke schakel tussen het waterschap en hun leeftijdsgenoten. Ze vertegenwoordigen het jongerenperspectief bij cruciale onderwerpen zoals klimaatadaptatie, schoon water en droogtebestrijding. Elke jeugdbestuurder geeft zijn of haar eigen invulling aan de functie en draagt zo bij aan een toekomstbestendig waterbeheer.
Met haar verkiezing krijgt Deurloo een podium om haar visie te delen en jongeren te betrekken bij deze essentiële onderwerpen. “Water is onze toekomst”, besluit ze, “en ik wil laten zien dat we daar samen iets aan kunnen doen.” Op donderdag 16 januari wordt Deurloo officieel geïnstalleerd voor een termijn van twee jaar.
Dijkgraaf Joyce Sylvester, Merel Deurloo en Ilias Admi | Foto Waterschap Amstel, Gooi en Vecht
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.