Koen de Snoo is aan de slag gegaan als interim algemeen directeur van Waternet. Hij moet leiding geven aan Waternet en vorm geven aan organisatie van de vernieuwde stichting.
Koen de SnooDe Snoo volgt Annelore Roelofs op die in februari is gestopt als algemeen directeur. Haar taak werd tijdelijk ingevuld door Renze van Houten, directeur strategie en ontwikkeling.
Nu is De Snoo aan zet om de transitie van Waternet in goede banen te leiden. Het Amsterdam watercyclusbedrijf krijgt na een moeizaam bestuurlijk proces een andere opzet. De vernieuwde stichting krijgt drie aparte kolommen (watertaken Amstel, Gooi en Vecht, watertaken Amsterdam en Drinkwatertaken). Het Stichtingsbestuur bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, de dijkgraaf van het waterschap en wethouder Water van gemeente Amsterdam.
De Snoo heeft veel ervaring in het publieke domein. Hij werkte eerder als loco-gemeentesecretaris en directeur concern bedrijfsvoering van gemeente Den Haag, directeur Duurzaamheid bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, directeur Financiële en Economische zaken bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Inspecteur der Rijksfinanciën bij het ministerie van Financiën.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.