Hans Cappon, lector van het lectoraat Watertechnologie binnen de HZ University of Applied Sciences, houdt 14 juni zijn lectorale rede. Hij zal uiteenzetten wat watertechnologie kan bijdragen aan voldoende en kwalitatief goed water in een deltagebied als Zeeland.
Hans CapponCappon is al sinds 2020 werkzaam als lector, maar zijn inauguratie heeft mede door de coronacrisis sindsdien nog niet plaatsgehad. Op 14 juni wordt voorafgaand aan de rede van Cappon een symposium gehouden met lezingen over waterthema’s in de regio. De titel van Cappons’ rede is: ‘De schoonheid van water in het geding’.
Het lectoraat Water Technology van de Zeeuwse hogeschool HZ onderzoekt onder meer hoe water zo efficiënt mogelijk kan worden gebruikt of hergebruikt. De leiding van het lecoraat werd in 2020 door Niels Groot overgedragen aan Cappon, die aan de hogeschool had gewerkt aan vele watertechnologieprojecten.
Cappon is naast zijn werk als lector ook docent waterzuivering aan de HZ op BSc en MSc niveau en docent en onderzoeker in Urban Systems Engineering bij de vakgroep Milieutechnologie aan de Wageningen University & Research. Eerder werkte hij bij TNO en de Katholieke Universiteit in Leuven.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.