PERSONALIA - Kees Jan de Vet benoemd tot dijkgraaf van waterschap Brabantse Delta voor een periode van zes jaar.
Kees Jan de Vet: "Het voelt als thuiskomen in de tijd. Ik ben geboren en getogen in dit deel van Brabant en het voelt goed om weer terug te zijn. Tegelijkertijd wordt het een uitdagende tijd met het klimaatvraagstuk als urgent maatschappelijk vraagstuk dat op ons af komt; op overheden, rijk, waterschappen, provincies en gemeenten, op bedrijven, maatschappelijke organisaties en vooral op onze inwoners. Waterschappen worden door hun jarenlange ervaring en deskundigheid bij het klimaatvraagstuk relevanter dan ooit te voren. Samen met de andere overheden en maatschappelijke partners in Midden- en West-Brabant wil ik inzichten regionaal bundelen en tot concrete stappen komen.”
Kees Jan de Vet is de opvolger van Carla Moonen die per 1 maart 2017 een nieuwe baan heeft aanvaard bij het pensioenfonds Zorg en Welzijn. Carla was dijkgraaf van waterschap Brabantse Delta sinds 2013. Huub Hieltjes was de afgelopen maanden waarnemend dijkgraaf.
Als (waarnemend) burgemeester en directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft Kees Jan de Vet veel bestuurlijke ervaring en was hij betrokken bij oa. de totstandkoming van het Bestuursakkoord Water 2011, het Deltaprogramma, de nieuwe Omgevingswet en het SER energieakkoord.
De nieuwe dijkgraaf wordt voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur en is het boegbeeld van het waterschap. Waterschap Brabantse Delta zorgt voor droge voeten, schoon en voldoende water in Midden- en West-Brabant. Een gebied van meer dan 170.000 hectare waarin 21 gemeenten liggen en ruim 800.000 mensen wonen.
Lees verder www.brabantsedelta.nl - nieuwe dijkgraaf
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.