De Waddenacademie heeft prof. dr. Kees Bastmeijer benoemd als nieuw directielid. Hij zal de portefeuille Natuur en Recht op zich nemen.
Kees BastmeijerDe benoeming van Kees Bastmeijer gaat in per 1 januari 2020 en is voor een periode van vijf jaar. Bastmeijer volgt Pier Vellinga op. Vellinga was vanaf oktober 2014 lid van de Waddenacademie met de portefeuille Klimaat en Water.
Bastmeijer (Zutphen, 1966) promoveerde in 2002 aan de Tilburg University op het proefschrift The Antarctic Environmental Protocol and Its Domestic Legal Implementation. Hij bleef na zijn promotie verbonden aan de Tilburgse universiteit, eerst als senior-onderzoeker en vanaf 2009 als hoogleraar Natuurbescherming en Waterrecht.
Zijn onderzoek en publicaties richten zich vooral op de rol van het recht bij het beschermen van natuur. Naast zijn wetenschappelijke werkzaamheden vervult Bastmeijer verschillende maatschappelijke functies, waaronder die van arbiter bij het Permanent Hof van Arbitrage onder het Milieuprotocol van het Antarctica Verdrag.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.