Hans Pereboom, dagelijks bestuurder van het Waterschap Drents Overijsselse Delta, heeft de waterschapspenning gekregen. De onderscheiding viel hem ten deel ter ere van zijn 25-jarig jubileum als waterschapsbestuurder.
Hans PereboomDijkgraaf Dirk-Siert Schoonman reikte de penning van de Unie van Waterschappen uit. Hans Pereboom (63) uit Paasloo maakt voor de fractie Ongebouwd deel uit van het dagelijks bestuur met in zijn portefeuille onder meer zoetwatervoorziening Oost-Nederland, veenweide en bodemdaling.
Pereboom is als dagelijks bestuurder van WDOD in de voetsporen getreden van zijn vader die lid was van het dagelijks bestuur van het toenmalige waterschap Vollenhove. Pereboom, eigenaar van een landbouw- en loonbedrijf, stelde zich namens de landbouworganisatie LTO beschikbaar als bestuurder van het waterschap. Hij werd gekozen en in de kwart eeuw die volgde als waterschapsbestuurder was hij betrokken bij veel veranderingen, zoals fusies tussen waterschappen.
In 2000 ontstond het waterschap Reest en Wieden, dat in 2016 met Groot Salland fuseerde tot Waterschap Drents Overijsselse Delta, de op één na grootste van Nederland. Het samengaan was niet eenvoudig, door onder meer ‘het verschil in karakter’ tussen Drenten en mensen uit Overijssel. Het ineenschuiven van de besturen bleek voorts ‘best complex’, maar ook moest er in beleid focus worden aangebracht in de nieuwe organisatie. “Bij Reest en Wieden was er vooral aandacht voor het watersysteem, voor het Waterschap Groot Salland draaide het vooral om sterke waterkeringen”, zegt Pereboom.
In zijn 25 jaar als waterschapsbestuurder was hij betrokken bij veel besluiten en processen zoals ‘beleidsharmonisatie en waterschapszorg’. De komende jaren ziet hij 'boerendossiers' als stikstof, C02, bodemdaling en veenweide, biodiversiteit en klimaatverandering 'en alles wat daarbij speelt', als belangrijke aandachtspunten. Pereboom: “We moeten ons hierbij wel bedenken dat soms anderen dan het waterschap in the lead zijn. Daar moet je je dan wel op instellen.”
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.