secundair logo knw 1

Voor zijn inzet voor Wetterskip Fryslân heeft vertrekkend dijkgraaf Paul van Erkelens gisteren symbolisch de eerste Citizen Climate Adaptation Award ontvangen. Tijdens zijn laatste vergadering ontving hij tevens de erepenning van het waterschap. En ook werd Van Erkelens geridderd.

Paul van Erkelens vk 180 Paul van ErkelensDe Citizen Climate Adaptation Award is in het leven geroepen door de Rijksuniversiteit Groningen/Campus Fryslân en Wetterskip Fryslân ter ere van het werk van Van Erkelens.

De prijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan twee jongeren die volgens een jury de beste maatregelen voor klimaataanpassing aandragen. Er zijn twee leeftijdscategorieën: 15 tot en met 18 jaar en 19 tot en met 24 jaar.

Officieel wordt de burgerwetenschapsprijs pas in januari gelanceerd, maar Van Erkelens ontving deze gisteravond al tijdens de laatste vergadering van het algemeen bestuur onder zijn voorzitterschap. De dijkgraaf, die per 1 januari met pensioen gaat, neemt zelf zitting in de jury en mag de prijs in 2020, 2022, 2024 en 2026 uitreiken.

Erepenning
Van Erkelens kreeg gisteravond ook de erepenning van Wetterskip Fryslân uit handen van dagelijks bestuurslid Bé de Winter.

Het dagelijks bestuur kent de erepenning toe op advies van een commissie uit het algemeen bestuur, als blijk van waardering voor mensen die zich in bijzondere mate verdienstelijk hebben gemaakt voor het waterschap.

Ridder
Vanmiddag, bij zijn officiële afscheid in Sneek, is Van Erkelens benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn verdiensten als dijkgraaf en voor tal van andere bestuurlijke functies. Volgens de provincie hebben zijn activiteiten als dijkgraaf 'uitstraling buiten het Wetterskip en geleid tot de maatschappelijke positie van het Wetterskip naast de andere overheden'.

Ook ontving de langstzittende dijkgraaf de erepenning van de Unie van Waterschappen, als blijk van waardering voor zijn jarenlange inzet voor de waterschappen. 

1812 citizen climate adaptation awardPaul van Erkelens ontvangt de prijs uit handen van algemeen bestuurslid Tieneke Clevering (links), jeugddijkgraaf Merel Fiets en algemeen bestuurslid Sjerp de Jong. Foto Wetterskip Fryslân/Daniël Hartog

 

MEER INFORMATIE
Afscheidsinterview Paul van Erkelens
Luzette Kroon beoogd opvolger Paul van Erkelens

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.