Binnen het Zoet Zout Knooppunt bundelen provincies, waterschappen en drinkwaterbedrijven in de kustprovincies hun inspanning rond het onderwerp verzilting. Het knooppunt behoudt zijn regionale benadering, maar wil nu ook landelijk een knooppunt van kennis en initiatieven rond verzilting worden.
Het onderwerp verzilting speelt, mede door de droge zomers van de afgelopen jaren, een steeds grotere rol in het debat over waterkwaliteit. Verzilting is van invloed op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater en daarmee de mogelijkheden voor land- en tuinbouw en drinkwaterwinning.
Het Zoet Zout Knooppunt (ZZK) heeft op dit moment vijf Regiomakelaars, actief van Zeeland tot aan Friesland en Groningen. “Als Regiomakelaars willen we eraan bijdragen dat kennis wordt ontsloten en kennis wordt gedeeld,” zegt Hanneke Douma. Douma is Regiomakelaar in Noord-Holland. “Het ZZK is bedoeld als verbinder: we willen projecten verbinden en ook de link leggen tussen theorie en praktijk. Dat doen we ook heel concreet, via praktijkkennisdagen met bezoeken aan projecten. Uiteindelijk hebben we de opdracht om de aanwezige kennis naar de gebruikers in het veld, bijvoorbeeld boeren of natuurbeschermers, te brengen.”
Het is daarbij de bedoeling dat het Zoet Zout Knooppunt een onpartijdige rol inneemt. Volgens Douma is het Zoet Zout Knooppunt niet voor of tegen verzilting. “Het is overduidelijk een onderwerp waar verschillende partijen verschillende belangen hebben. Ik denk dat het al enorm helpt als die belangen zichtbaar worden gemaakt.”
Landelijke koers
Douma verwacht dat het Zoet Zout Knooppunt meer dan tot nu het geval was, ook een landelijke koers zal gaan varen. “Er gebeurt al zoveel in Nederland rond dit onderwerp.” Daarom zoeken de Regiomakelaars de samenwerking met landelijke partijen als Deltares, Stowa en verschillende ministeries van I&W respectievelijk LNV.
Douma: “We zoeken ook de aansluiting bij landelijke programma’s als het Deltaprogramma Zoetwater en Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). De kennis van en aandacht voor verzilting en zoetwatergebruik is de afgelopen jaren al enorm toegenomen. Wij willen in beeld brengen welke initiatieven er al zijn en de kennis uit de projecten delen met andere regio’s. Zo voorkomen we dat het wiel twee keer moet worden uitgezonden.”
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.