Op het agrarische bedrijf van Van Kooten in het Overijsselse Dalmsholte wordt getest of met zeeklei de bodem zodanig kan worden verbeterd dat deze water beter vasthoudt en dat er minder uitspoeling plaatsheeft. Het bedrijf staat op zandgrond. De klei is gerijpte baggerslib.
De klei die tijdens deze demo wordt gebruikt, is baggerslib afkomstig uit de haven van Lauwersoog. Het slib dat normaal gesproken wordt gestort op zee, wordt door de Friese onderneming Klaei uit Gorredijk gerijpt tot klei. Tijdens dit rijpingsproces neemt het chloridegehalte in de bagger zodanig af dat het geschikt is om uit te rijden op landbouwgrond, zo stellen de initiatiefnemers.
De klei heeft een hoog lutumgehale. Lutum is van invloed op de bewerkbaarheid, de structuur en het vochtvasthoudend vermogen van de grond en is redelijk vergelijkbaar met organische stof. De gerijpte klei wordt met een meststrooier opgebracht.
Er wordt 15 kuub zeeklei per hectare uitgereden, vertelt David van Maaswaal. Hij is beleidsadviseur van Waterschap Drents Overijsselse Delta. "Dat is een dun laag laagje. Je moet het elk jaar inspoelen. Het is een mooie manier om de bodem op te waarderen." Het waterschap faciliteert met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) de proef. Door de klei voor de winter uit te rijden krijgt het de tijd om in de bodem te trekken vordat het groeiseizoen begint.
De WDOD-beleidsadviseur heeft goede verwachtingen van de proef. “In Friesland is het al met succes toegepast.” Op het agrarisch bedrijf in Damsholte bij Lemelerveld wordt 14 december een proefperceel voor de helft bewerkt met de klei, zodat na verloop van tijd gekeken kan worden welke effecten het opbrengen van de klei heeft. Aan het einde van de zomer in 2023 wordt tijdens een tweede demo gekeken naar het resultaat, vertelt Van Maaswaal.
Voor de test wordt door het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) subsidie beschikbaar gesteld. Het DAW ondersteunt boeren en tuinders die willen werken aan schoon en voldoende water en aan een betere bodem.
CORRECTIE: Als woordvoerder van WDOD werd David van Raalten opgevoerd. Dat is David van Maaswaal. Dit is aangepast.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.