secundair logo knw 1

Het Prinses Amaliawindpark voor de kust van IJmuiden. Foto RWS

De bouw van grootschalige windparken op zee verandert niet alleen de wind maar ook de zee zelf. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek van Deltares in opdracht van Rijkswaterstaat.

Op dit moment zijn de effecten van windparken op de Noordzee gezien de schaalgrootte nog klein, maar bij opschaling kan dit voor allerlei processen vergaande gevolgen hebben, menen de onderzoekers.

''Met dit onderzoek laten we voor de eerste keer integraal zien wat mogelijk indirecte effecten zijn op het ecosysteem als we veel meer windparken op zee aanleggen’’, aldus Luca van Duren, specialist mariene ecologie bij kennisinstituut Deltares. Het gaat dan om de gevolgen voor vissen, vogels, zeezoogdieren en uiteindelijk ook mensen.

De verkenning, die deel uitmaakt van het meerjarig Wind op Zee Programma (WOZEP) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, is gebaseerd op literatuurstudie (data en modellen) en inzichten van experts. Deltares werkte hiervoor samen met het KNMI, Whiffle en Wageningen Marine Research.

Gelaagdheid
Aangetoond wordt dat de windsnelheid nabij het zeeoppervlak nu al wordt beïnvloed, niet alleen binnen de windparken maar ook tientallen kilometers benedenwinds. Dat geldt tevens voor de golfhoogte, troebelheid en gelaagdheid van het water en veranderingen in de dynamiek van de getijden.

Als er veel windparken zijn, nemen de gemiddelde windsnelheden en daarmee de golfhoogtes af. Anderzijds zorgen de palen van de turbines voor veel menging van de waterkolom. Beide processen hebben invloed op de opwerveling van slib en dus op doorzicht. Dat kan de algengroei, de basis van al het leven in zee, beïnvloeden.

Minder gelaagdheid – in temperatuur en zoutgehalte – in de waterkolom betekent ook dat voedsel anders verdeeld wordt in het water. Sommige diersoorten kunnen hiervan profiteren, voor andere soorten blijft er minder over.

Scenario’s
Daarnaast vormen de palen en de steenbestorting een ander soort habitat dan de zandige Noordzeebodem. Ook dit kan een verandering in aantallen en soorten dieren teweegbrengen.

In Duitsland zijn deze effecten al aangetoond. Onbekend is nog bij welke schaal dit in de Noordzee voor veranderingen gaat zorgen.

''Dit onderzoek is een eerste stap. We moeten samen met omliggende landen verder onderzoeken wat de gevolgen zijn van de verschillende scenario’s voor windparken in de zuidelijke Noordzee’’, stelt Van Duren. ''Dan kunnen we slimme keuzes maken. We hebben tenslotte maar één Noordzee.’’

 

MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Deltares + link naar rapport
Website over windenergie op zee

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.