secundair logo knw 1

Panel met minister Schultz en Guangzhe Chen (Wereldbank, midden)

Om het duurzame ontwikkelingsdoel van toegang tot schoon drinkwater en sanitatie voor iedereen in 2030 te halen, zouden landen jaarlijks 150 miljard dollar moeten uitgeven. Volgens de Wereldbank komt dit neer op een verviervoudiging van de huidige investeringen in de watersector. Veel landen kunnen zich dat niet veroorloven.

Hierdoor wordt de vooruitgang bedreigd die is geboekt bij de bestrijding van extreme armoede. De Wereldbank komt tot deze conclusie op basis van een onderzoek in achttien landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en de Caraïben. Daarbij zijn de indicatoren voor water en sanitatie uitgebreid geanalyseerd. Het contrast tussen stedelijke en landelijke gebieden blijkt bijzonder groot. Van de mensen voor wie geen goede sanitaire voorzieningen beschikbaar zijn, leeft 75 procent in landelijke gebieden. Ook heeft hier slechts 20 procent toegang tot schoner water.

Veel van de onderzochte landen hebben de grootste moeite om de huidige waterinfrastructuur in stand te houden, laat staan dat ze deze kunnen uitbreiden om te voldoen aan de stijgende vraag. Zo is in Nigeria het aantal huishoudens met een drinkwateraansluiting in stedelijke gebieden gedaald van 29 procent in 1990 naar minder dan 10 procent in 2015. Een ander voorbeeld: 80 procent van het drinkwater uit leidingen in Bangladesh is op hetzelfde niveau met E. coli vervuild als oppervlaktewater.

De Wereldbank doet geen aanbevelingen over hoe regeringen hun geld moeten besteden. Wel stelt de bank dat ‘business as usual’ geen optie is. Er is een andere manier van denken en werken nodig. De Wereldbank raadt aan om investeringen en interventies tussen sectoren te coördineren en daarmee de situatie voor mensen te verbeteren. Ook is het nodig om toekomstige investeringen doelgerichter in te zetten en efficiënter te verdelen. Verder pleit de Wereldbank voor een beter begrip van ‘governance’ bij diensten voor water, sanitatie en hygiëne, zodat de kloof tussen beleid en uitvoering wordt verkleind.

De Wereldbank presenteerde de bevindingen tijdens de World Water Week, die deze week in Stockholm wordt gehouden. Guangzhe Chen, senior directeur voor Water Global Practice, gaf een toelichting op het bedrag van 150 miljard dollar per jaar. Hij wees erop dat miljoenen mensen in armoedige omstandigheden leven door ontoereikende beschikbaarheid van water en een gebrek aan sanitaire voorzieningen. “Kinderen worden hierdoor in hun groei belemmerd en mensen hebben last van slopende ziektes als diarree. Er zijn meer middelen nodig om slechte diensten voor water en sanitatie te verbeteren. Deze moeten worden gericht op gebieden waar sprake is van grote kwetsbaarheid en zeer beperkte toegang tot voorzieningen. Ons rapport is daarvoor een routekaart.”

Chen vindt de tarieven voor waterdiensten te laag. Hij riep op tot meer projecten waarbij de tarieven zijn gebaseerd op kosten. “Waterbedrijven zijn de aangewezen partij om de beschikbaarheid van schoon water en sanitatie te vergroten. Sommige krijgen niets terug voor de kosten die ze maken, andere alles. Het is onze taak om de waterbedrijven waarvoor het eerste geldt, te ondersteunen bij het opzetten van projecten waarin kan worden geïnvesteerd.”

De World Water Week is een evenement dat elk jaar wordt georganiseerd door het Stockholm International Water Institute. De huidige editie heeft als thema ‘water en verspilling: vermindering en hergebruik’. Er zijn drieduizend deelnemers. De Nederlandse watersector is met een grote afvaardiging aanwezig. Zo leidde watergezant Henk Ovink een discussie over de waarde van water.

Ook Melanie Schultz van Haegen kwam naar de Zweedse hoofdstad. De demissionair minister van Infrastructuur en Milieu nam deel aan het panel bij de openingsbijeenkomst. Een vraag was: is de globale wateragenda niet zo complex dat die te groot wordt? Volgens Schultz van Haegen is een focus op specifieke thema’s nodig. “Omdat Nederland laag ligt, staat voor ons de bescherming tegen overstromingen voorop. Wij hebben de internationale Deltacoalitie opgericht om onze kennis met andere landen te delen.” De bewindsvrouw wees op de samenwerking met Indonesië om de complexe waterkwesties in Jakarta op te lossen. Deze kun je niet los van elkaar zien, constateerde ze. “We moeten waterthema’s in samenhang bekijken.”

Meer informatie:
Samenvattend rapport van Wereldbank
Analyses van onderzochte landen
Informatie over World Water Week
Overzicht van de Nederlandse inbreng

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Het is van belang om onderzoek te doen naar de waterkwaliteit o.a. PFAS-stoffen voordat ergens regenwater of oppervlaktewater via infiltratieputten naar grondwaterlichaam gebracht kan worden. Verslechtering van kwaliteit grondwater voorkomen, door zuivering van het infiltratiewater is veelal noodzakelijk.
Knap om in deze discussie de landbouwtransitie geheel buiten beschouwing te laten. In plaats van het natuurlijk vermogen van de bodem om water vast te houden te herstellen én de watervraag vanuit de land- en tuinbouw drastisch te verminderen, bijvoorbeeld door regeneratieve akkerbouw en voedselbossen, wordt er (weer) voornamelijk naar technologische oplossingen gekeken zoals water opslaan in de diepe ondergrond. Het enige positieve plan is het initiatief rondom het wegsijpelende water van de Brabantse wal. Maar ook dat is symptoombestrijding in plaats van het aanpakken van de oorzaak waardoor dat water wegsijpelt....Hopelijk is de nieuwe dijkgraaf wat meer een visionair als het gaat om structurele maatregelen om water en bodemsturend echt in de praktijk te brengen!
Na mijn mening een totaal verkeerd initiatief. Waarom niet het meetnet inzetten om  juist een overschrijding te voorkomen. Gewoon een kwestie van de normen lager in te stellen en snel ingrijpen als de voorwaarschuwing in gaat.
Duidelijk weer boeren! 
@Maria WitmerJe link is helaas al weer verlopen...
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Je hebt gelijk Herman, regenwater is zachter en zoeter dan sterk voorgezuiverd rivierwater, maar aangaande microverontreinigingen niet per sé schoner. Met RO kun je overigens ook de ionensamenstelling van infiltratiewater aanpassen en ook macro ionen wegnemen. Maar dat zou waanzin zijn. Infiltratiewater dat inzijgt in de centrale delen van de Veluwe neemt namelijk een diepe, zeer lange weg en duikt pas na duizenden (!) jaren weer op buiten de Veluwe. En dus NIET in beken en sprengen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.