Veel bedrijven die in 2016 een stabiele buitenlandse omzet hadden, verwachten dat hun export dit jaar weer groeit. Dit blijkt uit de nieuwe Water Exportindex (WEX).
Deze index is opgesteld door het onderzoeksbureau Panteia, in opdracht van het Netherlands Water Partnership (NWP), Envaqua en de Water Alliance en met steun van het programma Partners voor Water. Voor de WEX zijn in oktober van vorig jaar de bedrijven uit de watersector geïnterviewd. Het definitieve cijfer voor de export in 2016 is nog niet bekend. Maar de prognose is dat de waarde van de index uitkomt op 191,4, ofwel een bedrag van 7,9 miljard euro. De bedrijven met watertechnologie (watervoorziening en afvalwater) nemen daarvan 2,8 miljard euro voor hun rekening, de bedrijven met deltatechnologie (waterbeheer, waterbouw en water en groen) 4,9 miljard euro.
De verwachting is dat de uitvoer in 2016 met 0,2 procent is gedaald ten opzichte van het topjaar 2015. Oorzaken hiervoor zijn dat belangrijke exportlanden als Brazilië en Rusland door de dalende olieprijzen minder te besteden hebben en de economische groei in China afgenomen is. Uit de WEX blijkt wel dat de export van wateractiviteiten de afgelopen twintig jaar flink in waarde is toegenomen, uitgezonderd een korte dip vlak na de kredietcrisis. Het aandeel in de totale export van Nederland is echter vrijwel hetzelfde gebleven; nu 1,85 procent.
Peter van den Horn, coördinator landen en delta-aanpak bij NWP, vindt het lastig om in detail aan te geven waarom de waarde van de uitvoer door de jaren heen is gestegen. “Daarvoor is een veel diepgaander onderzoek dan de WEX nodig. Het is wel helder dat het goede internationale imago van de Nederlandse watersector helpt. Het bedrijfsleven en de overheid werken ook intensief samen bij exportactiviteiten.”
De bedrijven hebben vertrouwen in de toekomst. “Zij zijn optimistisch over hun kansen in Europa en daarbuiten in onder meer India en de VS”, zegt Van den Horn. “De meeste bedrijven met een stabiele buitenlandse omzet in 2016 verwachten dit jaar weer een exportgroei, vooral in de watertechnologie. De aantrekkende economie en de klimaatverandering zijn enkele redenen die ze hiervoor noemen.”
De bedrijven kregen de vraag voorgelegd wat er nodig is om de kansen binnen de watersector te benutten. Daarbij springen twee punten eruit: meer kennis van markt en gebruikers en de samenwerking met andere bedrijven in binnen- en buitenland. Een andere vraag ging over factoren die belangrijk zijn voor de internationale concurrentiekracht. Van den Horn: “Veel bedrijven noemen meer investeren in innovatie waaronder demonstratieprojecten en proeflocaties. Ook het bieden van integrale oplossingen is een populair punt.” Deze inzichten zijn heel interessant voor NWP waarbij 200 partijen zijn aangesloten, besluit Van den Horn. “Hiermee kunnen we de dienstverlening aan onze leden verbeteren en richting overheden aangeven waaraan veel behoefte is.”
Download hier het onderzoeksrapport.
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.