secundair logo knw 1

Waterschapsbestuurders zijn verdeeld over het stelsel van geborgde zetels. Een deel vindt dat de geborgde zetels onlosmakelijk verbonden zijn met het functionele bestuur. Een ander deel vindt dat benoemde bestuurders een onevenredig groot aantal zetels in het waterschapsbestuur innemen, en er zijn ook bestuurders die het afschaffen van geborgde zetels als een wenkend perspectief zien.

Rogier van der Sande 180 vk Rogier van der SandeEen en ander valt op te maken uit de brief die voorzitter Rogier van der Sande van de Unie van Waterschappen heeft gestuurd naar minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. Daarin reageert hij op het rapport ‘Geborgd gewogen’ van de Commissie Boelhouwer die het stelsel van geborgde zetels heeft onderzocht en in juni met het advies kwam de geborgde zetels af te schaffen.

Een belangrijke afweging in dat advies is dat de ‘geborgde zetels’ niet meer functioneel zijn in de mede door klimaatverandering veranderende context waarbinnen de waterschappen hun taken moeten uitvoeren. Het verschil tussen geborgde en gekozen bestuursleden vervaagt, aldus de adviescommissie. De geborgde bestuurders die specifieke belangen (natuur, landbouw, bedrijven) dienen te behartigen ‘zijn min of meer ook politieke fracties geworden’. Anderzijds zijn de gekozen vertegenwoordigers van de (politieke) partijen uitstekend in staat om in de bestuurlijke discussies alle specifieke belangen in hun afwegingen een plaats te geven, aldus de commissie.

Niet gepreciseerd
Ongeveer 300 bestuurders (dagelijks en algemeen) van de 21 waterschappen hebben het rapport in 5 zogeheten klankbordbijeenkomsten besproken, schrijft Van der Sande. Die gesprekken vormen de basis voor de brief van de UvW. Daarin worden de verhoudingen tussen voor- en tegenstanders van de geborgde zetels niet gepreciseerd met getallen of percentages. De UvW-voorzitter houdt het bij ‘delen van bestuurders’, zodat niet duidelijk wordt in hoeverre de standpunten van de adviescommissie worden gesteund door minder- of meerderheden onder de waterschapsbestuurders, laat staan dat er conclusies worden getrokken.

Met de adviescommissie constateren de waterschappen dat onder meer door klimaatverandering de context van het waterbeheer veranderd is, schrijft Van der Sande. “Steeds nadrukkelijker is water in ons land sturend bij het maken van keuzes in de fysieke leefomgeving en dat maakt het werk van de waterschappen steeds uitdagender.”

De conclusies die de adviescommissie hieraan verbindt, worden door de waterschapsbestuurders evenwel verschillend gewaardeerd. Een deel vindt het stelsel van geborgde zetels onlosmakelijk verbonden met het zogeheten functionele bestuur van de waterschappen, wat een andere (de huidige) bestuurssamenstelling rechtvaardigt. “Bij functioneel bestuur behoort volgens hen namelijk een evenwicht te bestaan tussen de te representeren belangen, ongeacht de wijze waarop de representanten worden aangewezen”, aldus de brief. Die aanwijzing heeft overigens wel in openbaarheid plaats, waarbij kennis en vaardigheden worden getoetst in een assessment, aldus de brief. 

Niet democratisch
Andere bestuurders zien het huidige systeem als niet democratisch, omdat bestuurders met een geborgde zetel niet direct door de burger worden gekozen. “De veranderde context waarbinnen het waterschap opereert, vraagt volgens deze bestuurders om meer generieke afwegingen waarbij ‘deelbelangen’ van geborgde categorieën aan betekenis afnemen”, schrijft Van der Sande. Deze bestuurders vinden dat de benoemde leden een onevenredig groot aantal zetels in het waterschapsbestuur innemen. Lastig vinden ze het ook als ze het hybride stelsel met gekozen en benoemde leden moeten uitleggen, bijvoorbeeld tijdens de waterschapsverkiezingen.

Er zijn ook bestuurders die het afschaffen van het stelsel van geborgde zetels als ‘een wenkend perspectief’ zien. “Deze waterschapsbestuurders geven hierbij nadrukkelijk aan dat de belangen waarvoor de geborgde categorieën opkomen, al vertegenwoordigd worden door politieke partijen. In de besluitvorming over maatschappelijke vraagstukken zullen deze belangen dan ook ingebracht blijven worden”, aldus de brief.

Bestuurders met ‘een ander gezichtspunt’ denken dat het afschaffen van het systeem van geborgde zetels leidt tot meer ‘politiek’ in het waterschapsbestuur. “Zij waarderen dat niet als positief”, schrijft Van der Sande. “Functioneel bestuur is volgens hen meer gericht op de lange(re) termijn en daar is het waterbeheer bij gebaat.” De expertise die de benoemde bestuurders inbrengen is volgens dit deel van de bestuurders juist van groot belang in de ‘geduide maatschappelijke vraagstukken als klimaatverandering, circulaire economie, bodemdaling’. 

Categorie bedrijven
Ook de voorstellen die de commissie Boelhouwer doet als besloten wordt het stelsel van geborgde zetels te handhaven, leiden tot verdeeldheid onder de bestuurders. Zo blijkt een deel voor het door de adviescommissie bepleitte afschaffen van de categorie bedrijven, anderen vinden deze benadering te eenzijdig. De argumenten voor en tegen bewegen zich tussen de ongewenste invloed van een zelfstandig bestuursorgaan als de Kamer van Koophandel bij de benoeming van bestuurders voor de categorie Bedrijven tot de gewenste expertise van deze benoemde bestuurders inzake innovatieve oplossingen in het afvalwaterbeheer. 

Het voorstel van de adviescommissie om de omvang van de waterschapsbesturen uit 30 zetels te laten bestaan, kan wel op veel steun rekenen van de bestuurders. Dat geldt weer niet voor het advies om bij handhaving van het stelsel de wettelijk toegewezen zetel voor de geborgde categorieën in het dagelijks bestuur te schrappen. 

Besluitvorming
De reactie van de waterschappen is bedoeld als inbreng in de discussie over het stelsel met geborgde zetels. Van der Sande vraagt de minister om de ‘verscheidenheid aan gezichtspunten’ te betrekken bij de verdere besluitvorming. Van Nieuwenhuizen wil meer belanghebbenden horen en heeft het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) gevraagd een consultatie op poten te zetten. Het OFL rapporteert in december.

 

BELANG-BETALING-ZEGGENSCHAP
De waterschappen stellen met instemming vast dat de Commissie Boelhouwer concludeert dat de plaats van het waterschap als medeoverheid niet ter discussie staat. Verder zijn ze verheugd dat de adviescommissie constateert dat kennis en inbreng van de waterschappen in gesprekken over maatschappelijke opgaven en de zelfstandige financiering via een eigen belastingsysteem breed gewaardeerd worden.
Het principe van belang-betaling-zeggenschap dat volgens de commissie Boelhouwer steeds minder betekenis heeft, zorgt weer voor verdeeldheid onder de waterschapsbestuurders. Bestuurders die de adviescommissie steunen zeggen dat de relatie tussen belang-betaling tot onevenwichtigheid leidt in de verdeling van de lasten, zo komt de rekening volgens deze bestuurders te veel bij de categorie ingezetenen te liggen.
Anderen stellen dat de geborgde categorieën ‘aantoonbaar direct belang hebben bij goed waterbeheer en daar dan ook een afzonderlijk voor betalen’. Als voorbeeld van dit ‘directe belang’ worden boeren genoemd die met hun percelen zorgen voor bergend vermogen van water en ook watergangen onderhouden. Voor dat element is te weinig oog in het rapport van de commissie Boelhouwer, zeggen deze bestuurders.

 

MEER INFORMATIE
Brief UvW met reactie op advies Commissie Boelhouwer (pdf)
H2O-artikel: OFL begint consultatie over afschaffen geborgde zetels
H2O-artikel: GroenLinks dient initiatiefwet in voor afschaffen geborgde zetels
H2O-artikel: Adviescommissie: schaf geborgde zetels af
H2O-artikel: Minister installeert adviescommissie geborgde zetels
Opinie op H2O: 'Afschaffing geborgde zetels is goed voor de maatschappij'

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Het is van belang om onderzoek te doen naar de waterkwaliteit o.a. PFAS-stoffen voordat ergens regenwater of oppervlaktewater via infiltratieputten naar grondwaterlichaam gebracht kan worden. Verslechtering van kwaliteit grondwater voorkomen, door zuivering van het infiltratiewater is veelal noodzakelijk.
Knap om in deze discussie de landbouwtransitie geheel buiten beschouwing te laten. In plaats van het natuurlijk vermogen van de bodem om water vast te houden te herstellen én de watervraag vanuit de land- en tuinbouw drastisch te verminderen, bijvoorbeeld door regeneratieve akkerbouw en voedselbossen, wordt er (weer) voornamelijk naar technologische oplossingen gekeken zoals water opslaan in de diepe ondergrond. Het enige positieve plan is het initiatief rondom het wegsijpelende water van de Brabantse wal. Maar ook dat is symptoombestrijding in plaats van het aanpakken van de oorzaak waardoor dat water wegsijpelt....Hopelijk is de nieuwe dijkgraaf wat meer een visionair als het gaat om structurele maatregelen om water en bodemsturend echt in de praktijk te brengen!
Na mijn mening een totaal verkeerd initiatief. Waarom niet het meetnet inzetten om  juist een overschrijding te voorkomen. Gewoon een kwestie van de normen lager in te stellen en snel ingrijpen als de voorwaarschuwing in gaat.
Duidelijk weer boeren! 
@Maria WitmerJe link is helaas al weer verlopen...
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Je hebt gelijk Herman, regenwater is zachter en zoeter dan sterk voorgezuiverd rivierwater, maar aangaande microverontreinigingen niet per sé schoner. Met RO kun je overigens ook de ionensamenstelling van infiltratiewater aanpassen en ook macro ionen wegnemen. Maar dat zou waanzin zijn. Infiltratiewater dat inzijgt in de centrale delen van de Veluwe neemt namelijk een diepe, zeer lange weg en duikt pas na duizenden (!) jaren weer op buiten de Veluwe. En dus NIET in beken en sprengen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.