De 21 waterschappen streven naar klimaatneutraliteit in 2035. De visie waarin het streven is geformuleerd, is vandaag vastgesteld in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen. Op weg naar 2035 willen de waterschappen, zoals eerder al vastgesteld, in 2025 energieneutraal zijn.
Aan de klimaatvisie is bijna anderhalf jaar gewerkt. Doel was om voor langere termijn klimaat- en energieambities vast te stellen zodat de waterschappen niet meer bijdragen aan klimaatverandering. Daartoe willen ze hun klimaatvoetafdruk beter in beeld brengen.
Daarbij kijken ze naar de broeikasgassen die waterschappen zelf veroorzaken, waaronder lachgas en methaan op de rioolwaterzuiveringen, en naar de uitstoot van derden die in opdracht van het waterschap werken. Ook streven zij naar beperking van de emissies van broeikasgassen in hun omgeving, zoals uit veenweiden, oppervlaktewater en waterbodems.
Op basis van consultatierondes wordt in de strategische visie vastgesteld dat bestuurders unaniem van mening zijn ‘dat klimaat- en energiebeleid een bijzonder belangrijk thema is voor de waterschappen dat grote kansen biedt, maar dat op onderdelen ook pijn zal kunnen gaan doen’.
Energie
De waterschappen willen met eigen bronnen actief bijdragen aan klimaatneutraliteit in de regio, aldus een bericht op de site van de UvW. Het potentieel van deze bronnen (zoals ruim 300 rioolwaterzuiveringen die steeds meer beschouwd worden als lokale energiesystemen) overstijgt de eigen energiebehoefte. Dat surplus moet beschikbaar komen in de regio’s. In dat kader wordt ook aquathermie genoemd.
Andere stappen betreffen circulair materialengebruik. “Door in te zetten op het gebruik van duurzamere materialen, gebruiken waterschappen minder energie en fossiele brandstoffen, waardoor minder CO2-uitstoot plaatsvindt. En dit remt de uitputting van grondstoffen.”
Volgens de strategische visie verkennen de waterschappen de mogelijkheden om afspraken te maken met het Rijk voor ondersteuning. Klimaatminister Rob Jetten heeft inmiddels zijn steun uitgesproken voor de visie van de waterschappen, aldus de UvW.
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?
En ook met verzilting is landbouw mogelijk, maar die zal anders zijn en mogelijk minder opbrengen.
Voor de natuur geldt dat bij verzilting sprake zal zijn van een andere natuur. Is het beleid nu dat de huidige natuur koste wat kost in stand moet worden gehouden? Dat is geen duurzaam toekomstbeeld.
Het enige legitieme argument is de zoetwater-voorziening te beschermen. Had het geld dat nu in de aanpassingen van de zeesluis wordt gestoken, niet veel effectiever voor de drinkwatervoorziening kunnen worden ingezet?