secundair logo knw 1

Beeld Unie van Waterschappen

De Nederlandse waterschappen investeren de komende jaren fors voor grote opgaven op het gebied van waterveiligheid en -kwaliteit. In de periode 2025-2029 willen de waterschappen gezamenlijk gemiddeld 3,1 miljard euro per jaar besteden, wat neerkomt op een totaalbedrag van ruim 15 miljard euro. Dat blijkt uit een recente inventarisatie van de Unie van Waterschappen.

De investeringsbehoefte is het gevolg van toenemende uitdagingen in het waterbeheer. Klimaatverandering, strengere Europese milieueisen en bevolkingsgroei zetten de bestaande infrastructuur onder druk. Dijken moeten worden versterkt, systemen aangepast aan extremere neerslag en langdurige droogte, en afvalwater moet schoner worden afgevoerd.

“De uitdagingen waar we momenteel voor staan, zorgen voor volle investeringsagenda’s bij alle 21 waterschappen”, zegt Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “Onze dijken krijgen het steeds zwaarder door onder andere vaker voorkomende hoogwaterperiodes. En uit het afvalwater moeten we steeds meer en specifiekere vervuiling halen, en dat ook nog voor meer inwoners. De ontwikkeling van onze belastingen wordt vooral door onze investeringen bepaald. Dus dit alles leidt ook tot hogere tarieven. Geen leuke boodschap, maar het is gewoonweg onvermijdelijk en hard nodig om in Nederland veilig te kunnen blijven wonen, werken en ondernemen in een gezonde leefomgeving.”

Uit de publicatie Waterschapsbelastingen 2025 blijkt dat het grootste deel van de investeringen wordt besteed aan waterveiligheid (1,25 miljard euro) en afvalwaterzuivering (1,085 miljard euro). Daarnaast gaat er jaarlijks 605 miljoen euro naar het watersysteembeheer en 130 miljoen euro naar overige investeringen. De waterschappen reageren hiermee op onder meer zeespiegelstijging, bodemdaling en de verstedelijking van Nederland. Ook het aanpassen aan strengere milieunormen uit Europa en de energietransitie vergt extra middelen.

Hogere waterschapsbelastingen
De investeringen leiden tot een stijging van de waterschapsbelastingen. Gemiddeld betaalt een meerpersoonshuishouden met een koopwoning in 2025 zo’n 482 euro, 33 euro meer dan in 2024. Dat komt neer op een landelijke stijging van ruim 7 procent, waarmee de waterschapslasten harder stijgen dan de verwachte inflatie van 3,2 procent. Ook bedrijven en agrarische ondernemers merken de verhoging in hun jaarlijkse afrekening.

Volgens de Unie van Waterschappen verschilt de hoogte van de aanslagen per regio, afhankelijk van de ligging van het gebied, de omvang van de opgaven en beleidskeuzes van het lokale waterschapsbestuur. De waterschappen zijn samen verantwoordelijk voor het beheer van 3.200 kilometer primaire waterkeringen, 240.000 kilometer waterlopen en 313 rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Zo is 't!
Wat mij betreft, actiever, met rationele argumenten reageren op "Agro-industrie".  
Goed bezig, Phebe. Ga zo door.
Mark van der Laan Zoekt en gij zult vinden
Goed bezig, Harrie. Blijf vooral columns schrijven.
Het zou natuurlijk ook juist heel fijn zijn voor de natuur als er meer broedplaatsen komen voor insecten. Hebben de vleermuizen en de vogels ook wat te eten.
Lijkt mij toch opvallend dat als het "diepzuigen" gestart wordt de kade onderuit gaat. Daar moet toch een verband zijn. Diep zuigen bij zandwinning gaat er van uit dat zand in diepere lagen gaat "toelopen, vloeien" naar de "zuigmond" van een baggervaartuig onder een natuurlijk flauwe hoek. De hoek is afhankelijk van de waterspanning in de zandlaag,  korrelgrootte en vorm van het zand in de zandlaag. Als het zand zo, via de hellingshoek onder de oever afvloeit en wordt weggezogen ontstaat daar instabiliteit, "bresvloeiing", waardoor het talud wegzakt. Dat is hier waarschijnlijk gebeurt, lijkt me. Is niet de eerste keer dat dat in Nederland gebeurt.