secundair logo knw 1

Bedrijven in de watersector hebben een goed exportjaar achter de rug. Voor 2019 verwachten ze een gemiddelde groei van de buitenlandse wateractiviteiten met circa 6 procent. Dat blijkt uit de Watersector Exportindex (WEX).

De index wordt opgesteld door onderzoeksbureau Panteia met 2000 als basisjaar ( = 100). Voor de invulling benadert het bureau bedrijven in de watersector die zich richten op de export. Op basis van deze enquête onder ruim tachtig bedrijven (59 watertechnologie, 24 deltatechnologie) wordt een index opgesteld, met een voorlopige vaststelling voor 2017, de verwachte realisatie in 2018 en een prognose voor 2019. 


wex index

De Watersector Exportindex (WEX) voor de periode 1995-2018 (2000=100) | Bron Panteia

Vorig jaar wisten de bedrijven die zich toeleggen op deltatechnologie zich na twee mindere jaren te herstellen op de exportmarkt, zo valt af te lezen uit de indexgrafiek van het onderzoeksbureau. De bedrijven met watertechnologie zetten vorig jaar de stijgende lijn van 2016 en 2017 door.

De WEX kwam in 2017 uit op 172,8 (waarde 7,15 miljard euro). Dat is een daling van 1,7 procent ten opzichte van 2016. Vorig jaar is er sprake van een stijging met 7 procent, afgaande op de verwachtingen. Twee derde van de bedrijven gaat ervanuit dat bij het afsluiten van het financiële jaar de buitenlandse omzet is gestegen. Een derde geeft een gelijkblijvende omzet aan in de enquête.

Belangrijke oorzaak is de gunstige ontwikkeling van de wereldeconomie. Die trend is ook zichtbaar in de verwachtingen voor 2019, schrijft het onderzoeksbureau. Zo’n 80 procent van de bedrijven verwacht dit jaar een toename van de buitenlandse omzet, wat zou betekenen dat de export met gemiddeld zo’n 6 procent stijgt.

Aantrekkende economie
Een deel van de bedrijven baseert de verwachting op aantrekkende economie en markt. Andere geven aan dat toenemende naamsbekendheid en actieve marktbewerking hun vruchten beginnen af te werpen. Ook wordt samenwerking genoemd als reden voor meer opdrachten. Voorts zorgt de klimaatverandering voor meer vraag, zoals het zuiveren van afvalwater. Dat is de sector waar de beste toekomstkansen in worden gezien, gevolgd door watervoorziening en waterbeheer.

De bedrijven die zich bezighouden met watertechnologie zien de meeste kansen in omringende landen als Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk en verder in de Verenigde Staten en China. Voor deltatechnologie liggen de beste kansen in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de VS, China, Kenia en India.

Versterken concurrentiekracht
Om de internationale concurrentiekracht te versterken zien deelnemers aan het opstellen van de WEX heil in investeren in innovatie met demonstratieprojecten en proeflocaties en het bieden van integrale oplossingen. Ook wordt veel waarde gehecht aan wetenschappelijk onderzoek en benutten van internationale netwerken (waaronder ambassades).

Het exportaandeel van de watersector in de totale export bedroeg in 2017 circa 1,5 procent, het laagste percentage sinds de WEX wordt opgesteld. In 2018 wordt een bescheiden groei van het exportaandeel verwacht, schrijft het onderzoeksbureau.

MEER INFORMATIE
De waterexport index

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.