Hoewel water cruciaal is voor economische groei, speelt het nauwelijks een rol bij verantwoord beleggen. Een consortium, met daarin onder andere Deltares, wil daar verandering in brengen. ‘Bedrijven, en daarmee investeerders, lopen nu vermijdbare risico’s’.
Deltares publiceerde vorige week een rapport voor beleggers en bedrijven: Van globaal naar lokaal: ESG-waterdata verbeteren. De afkorting ESG staat hierbij voor Environment, Social en Governance, drie onderwerpen waarop ondernemingen op duurzaamheid worden beoordeeld door beleggers.
“Met het rapport willen we beleggers en bedrijven concrete tips geven om meer inzicht te krijgen in watergerelateerde risico’s”, vertelt Sophie Vermooten, projectleider bij Deltares. Institutionele beleggers – bijvoorbeeld pensioenfondsen – spreken over de transitie naar active ownership.
Daarmee bedoelen ze niet alleen eigenaar van aandelen te willen zijn, maar ook invloed te kunnen uitoefenen op de koers van bedrijven. “Daarvoor moeten ze de juiste vragen kunnen stellen aan die bedrijven. En om de juiste vragen te kunnen stellen, moet je over de juiste kennis beschikken. En daar ontbreekt het nog wel eens aan.”
“Water speelt in toenemende mate een rol bij investeerders”, merkt Vermooten. “Bedrijven lopen risico’s , die op zich vermijdbaar zijn. Immers, een gebrek of een teveel aan water, kan een risico zijn voor de bedrijfsvoering en de reputatie. Het is dus goed daar meer informatie over te hebben.”
Lokale context
Maar het gaat Vermooten niet alleen over meer informatie, ook over de juiste informatie. “Veel bedrijven rapporteren globaal over ESG, maar dat zegt voor water niet zoveel. Zeker bij water is de lokale context cruciaal. Waterschaarste of wateroverlast vindt immers in een gebied plaats met een bepaald klimaat, watervraag en waterverdeling.”
In het rapport bekeek het project, dat medegefinancierd werd door TKI Deltatechnologie en waar naast Deltares ook Achmea IM, Scor, NN Group en het WereldNatuurFonds in participeerden, daarom twee concrete casussen, de steden Chennai en Sao Paolo. Het rapport biedt scenario- en risicoanalyses, maandelijkse en gemiddelde watertekorten en sectorspecifieke beoordelingen van bedrijven in de textiel-, productie- en energiesectoren van Chennai en São Paulo.
Om watergerelateerde risico’s goed in te kunnen schatten, is volgens Vermooten het belichten van het belang van de lokale context, inclusief de andere stakeholders in het gebied rond een fabriek of andere productiefaciliteit van belang. En dat geldt ook voor het werken met toekomstscenario’s en het kijken naar de supply-chain.
“Bedrijven zijn niet gewend te werken met scenario’s die bijvoorbeeld tien jaar vooruit kijken naar waterontwikkelingen”, legt ze uit. “En om de risico’s goed in te kunnen schatten, moet je niet alleen naar je eigen fabriek kijken, maar ook naar die van je toeleveranciers en van andere gebruikers in het gebied.”
Met het rapport wil Vermooten bijdragen aan het overbruggen van wat ze de communicatiekloof tussen de waterwereld en de beleggers noemt. “Dat zijn werelden die elkaar niet automatisch begrijpen. Daarom is er nog wel wat werk aan de winkel. “Zeker ook omdat ik verwacht dat de financiële sector in de toekomst echt een goede rol kan spelen als het gaat om de omgang met klimaatverandering. Maar dan zullen we ze als watersector wel moeten verleiden om uit hun comfortzone te komen en vice versa.”
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?