Samen met provincies, gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties en inwoners wil het Rijk de toekomstige inrichting van ons land verder bepalen. Dat staat in het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Water heeft hierin een belangrijke plek gekregen.
De NOVI is de langetermijnvisie van het kabinet op een duurzaam perspectief voor onze leefomgeving. Minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken presenteerde het stuk, dat tot stand is gekomen na samenspraak met onder andere de waterschappen, vandaag in de Expo Haarlemmermeer in Vijfhuizen.
Uitgangspunt is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Volgens de NOVI staat Nederland de komende dertig jaar voor een aantal grote opgaven: klimaatadaptatie en energietransitie, duurzaam economisch groeipotentieel, sterke en gezonde steden en regio’s en een toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.
Het combineren van deze opgaven vraagt een nieuwe manier van werken, aldus de minister. ''Niet van bovenaf opgelegd, maar in goede samenwerking tussen overheden, bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en burgers. De NOVI biedt daarvoor een kader, geeft richting en maakt keuzes waar dat kan.’’
Regionaal maatwerk
Tegelijkertijd is er ruimte voor regionaal maatwerk en gebiedsgerichte uitwerking. Omdat de verantwoordelijkheid voor het omgevingsbeleid voor een groot deel bij provincies, gemeenten en waterschappen ligt, kunnen inhoudelijke keuzes in veel gevallen het beste regionaal worden gemaakt, meent Ollongren.
Op 21 nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven. Het waarborgen van de waterveiligheid en de klimaatbestendigheid, inclusief vitale infrastructuur voor water en mobiliteit, is er daar een van. Evenals het waarborgen van een goede waterkwaliteit, duurzame drinkwatervoorziening en voldoende beschikbaarheid van zoetwater. ''Drinkwater is een eerste levensbehoefte.’’
Dirk-Siert SchoonmanDirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, is tevreden over de ontwerp-visie. ''De waterschappen zijn blij met de centrale plaats die water als ordenend principe inneemt in de NOVI, zoals bij het afwegingsprincipe ‘afwentelen voorkomen’.’’ Het kabinet wil problemen niet doorschuiven naar tijd of plaats.
Ontschotting
Het is volgens Schoonman duidelijk dat Nederland te klein is om opgaven sectoraal, naast elkaar of als enkele overheidslaag op te pakken. ''Het werken als één overheid is echter een grote uitdaging en zal in de uitvoering veel aandacht vragen’’, meent hij. ''Het vergt onder andere verregaande ontschotting van beleid en van financiële middelen.’’
Het is de bedoeling dat de komende maanden een maatschappelijk debat plaatsvindt naar aanleiding van de ontwerp-NOVI. Vanaf eind augustus kunnen zienswijzen worden ingediend en start een informatieronde langs alle provincies. Eind van dit jaar wordt de NOVI dan vastgesteld.
MEER INFORMATIE
Website Nationale Omgevingsvisie
Kamerbrief bij Ontwerp Nationale Omgevingsvisie
Reactie Unie van Waterschappen
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.