secundair logo knw 1

Minister Cora van Nieuwenhuizen is een van de ondertekenaars van de samenwerkingsovereenkomst I foto: Waterschap Aa en Maas

Het Rijk, waterschap Aa en Maas en andere partijen hebben een overeenkomst gesloten over het project Meanderende Maas. Zij trekken 235 miljoen euro uit voor de versterking van de dijk tussen de Brabantse plaatsen Ravenstein en Lith, in combinatie met rivierverruiming, uitbreiding van de riviernatuur en stimulering van de economie.

De reden voor het project is dat het 26 kilometer lange dijktracé aan de Brabantse zijde van de Maas niet voldoet aan de nieuwe wettelijke veiligheidsnormen die sinds 2017 gelden. Een overstroming zou grote gevolgen hebben voor de bewoners in onder meer de steden Oss en Den Bosch. In 2019 is een voorkeursalternatief gepresenteerd waarin is gekozen voor een integrale aanpak: dijkversterking, rivierverruiming en gebiedsontwikkeling.

Dat heeft geleid tot de bestuursovereenkomst, die gisteren is ondertekend. Rijk en regio gaan in totaal 235 miljoen euro investeren in het project. Daarvan is ruim 135 miljoen euro bestemd voor dijkversterking. Het project valt onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), het Deltaprogramma Maas en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport.

Beperkte verhoging van dijk
Met het project Meanderende Maas worden meerdere vliegen in een klap geslagen: versterking van de dijk van Ravenstein tot Lith (beide plaatsen behoren tot de gemeente Oss), meer ruimte voor de rivier aan zowel Brabantse als Gelderse kant, vijfhonderd hectare extra riviernatuur en economische versterking van het gebied.

De rivierverruiming zorgt voor een verlaging van de waterstand, waardoor de verhoging van de dijk beperkt kan blijven en huizen en karakteristieke bomen worden behouden. De projectnaam is niet zomaar gekozen: de Maas krijgt zijn oude, meanderende loop terug. Dat is goed voor waterkwaliteit, flora en fauna en sluit zo aan bij de doelen van de Kaderrichtlijn Water.

De komende jaren worden de maatregelen voorbereid, waarna naar verwachting de werkzaamheden in 2023 van start gaan. In 2025 moet dan de dijk versterkt zijn. Het streven is dat in 2028 ook alle andere maatregelen zijn afgerond.

Impuls voor regio
Onder de samenwerkingsovereenkomst staan de handtekeningen van onder anderen minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat en dijkgraaf Lambert Verheijen van Aa en Maas (voorzitter van de stuurgroep Meanderende Maas).Van Nieuwenhuizen noemt het project een voorbeeld voor de rest van het land. “De plannen voor de Maas zijn goed voor de waterveiligheid en de natuur. Ook het belang van de binnenvaart moet niet onderschat worden.”

Volgens Verheijen is door de maatregelen voor dijk, rivier en landschap sprake van een hernieuwde belangstelling voor het riviergebied van de Maas. “Dat geeft een impuls vanwege de versterking van veiligheid en natuur.”

 

MEER INFORMATIE
Toelichting op site HWBP
Projectsite Meanderende Maas
H2O-bericht over voorkeursalternatief

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.