Wereldwijd is de afgelopen decennia aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het realiseren van toegang tot veilig drinkwater, maar voor twee miljard mensen blijft dit nog buiten bereik. Daarom moeten regeringen en andere partijen de strategische investeringen in veilige drinkwatersystemen fors opvoeren, stellen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), UNICEF en de Wereldbank in een gezamenlijk rapport.
In 2020 had 74 procent van de wereldbevolking toegang tot schoon drinkwater, een flinke verbetering ten opzichte van 2000 toen het nog om 62 procent ging. Deze vooruitgang is echter kwetsbaar en ongelijk verdeeld, blijkt uit het rapport State of the World’s Drinking Water dat voor de eerste keer is gepubliceerd. Hierin presenteren WHO, UNICEF en de Wereldbank een omvattend overzicht van de verbindingen tussen water, gezondheid en ontwikkeling en komen ze met een flink aantal aanbevelingen.
Dringende oproep tot actie
De drie organisaties doen in de publicatie een dringende oproep tot actie om ervoor te zorgen dat in de toekomst iedereen veilig drinkwater kan gebruiken. Zij wijzen erop dat een kwart van de wereldbevolking momenteel achterblijft. Onveilig drinkwater is bijvoorbeeld een belangrijke reden dat meer dan 1,5 miljoen mensen jaarlijks overlijden aan diarree, vooral zuigelingen en kleine kinderen.
Volgens de organisaties zijn forse extra inspanningen nodig om in 2030 het zesde duurzame ontwikkelingsdoel van toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen te halen. Daarbij speelt mee dat de bereikte vooruitgang wordt bedreigd door ontwikkelingen als de verandering van het klimaat en de snelle verstedelijking. Zo komen als gevolg van de klimaatverandering droogte en overstromingen vaker voor en neemt ook de intensiviteit daarvan toe. Dat zorgt voor grotere onzekerheid over waterbeschikbaarheid en verstoring van voorraden.
Versterking van capaciteit nodig
WHO, UNICEF en de Wereldbank pleiten voor een veel sterkere politieke inzet voor het thema. Het is noodzakelijk dat de strategische investeringen in het bouwen van veilige drinkwatersystemen fors worden opgevoerd.
Het gaat er niet alleen om dat regeringen en andere partijen de financiering enorm verhogen – er is de komende jaren vier keer zoveel geld nodig - , maar ook dat ze hun capaciteit versterken om de dienstverlening te plannen, coördineren en reguleren. De organisaties doen hiervoor vijf overkoepelende aanbevelingen (zie kader). Daaraan koppelen zij diverse acties.
AANBEVELINGEN
De overkoepelende aanbevelingen in het rapport zijn:
• Governance
Versterk bestaande instellingen door onder meer institutionele gaten op te vullen, coördinatie te vergemakkelijken en handhaving te waarborgen.
• Financiering
Verhoog fors de financiering uit alle bronnen. Het is hierbij zaak dat waterdienstverleners de efficiëntie en prestaties verbeteren. Ook moeten overheden zorgen voor een stabiele en transparante omgeving wat betreft administratie, regelgeving en beleid.
• Capaciteitsontwikkeling
Bouw capaciteit op binnen de watersector door te zorgen voor een capabel en gemotiveerd personeelsbestand met behulp van een aanpak die gebaseerd is op innovatie en samenwerking.
• Data en informatie
Maak relevante gegevens en informatie beschikbaar. Hiermee is een beter begrip mogelijk van ongelijkheden in diensten voor drinkwater en kunnen op feiten gebaseerde beslissingen worden genomen.
• Innovatie
Stimuleer innovatie en experimenten door overheidsbeleid en regelgeving die dit ondersteunen, in combinatie met een goede monitoring en evaluatie.
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water