Met een nieuwe vispassage in het Zeeuws-Vlaamse Kuitaart (Hulst) wil Waterschap Scheldestromen schieraal helpen om van en naar de Westerschelde te komen. Ook karper, snoek, glasaal en stekelbaars zullen van de voorziening profiteren, zo is de verwachting.
Het waterschap combineert de aanleg van de vispassage met de vervanging van de stuw Dreefken, die de waterlichamen van Campen en Walsoorden verbindt. Bij de oude stuw was een vispassage niet mogelijk, en daarnaast was deze niet toereikend meer.
Nu kunnen vissen alleen vanuit Walsoorden over de stuw naar Campen, maar andersom niet. De vispassage, een aparte doorgang bij het gemaal, moet dit knelpunt oplossen. Van hier kunnen ze straks via gemaal Paal (oostelijk) of via gemaal Campen (westelijk) naar de Westerschelde.
Het is een van de maatregelen die worden uitgevoerd vanwege de Kaderrichtlijn Water (KRW). Die schrijft voor dat het oppervlaktewater in goede ecologische conditie zijn. De aanwezigheid van verschillende soorten vissen is een van de graadmeters.
Subsidie
"Veel vissen trekken van nature om opgroei- en voedselgebieden te bereiken en te paaien", aldus Scheldestromen. "De trek wordt bemoeilijkt door stuwen en gemalen die de waterstand reguleren. Deze zogenoemde kunstwerken hebben als nadeel dat ze de trekmogelijkheden van vissen ernstig kunnen beperken. Om de vispopulatie op peil te houden, zijn daarom maatregelen noodzakelijk."
De totale kosten van het project in Kuitaart bedragen circa 750.000 euro, waarvan een deel betaald wordt door een subsidie vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. De werkzaamheden, die worden uitgevoerd door EVS Infrabouw BV uit Sluiskil, moeten voor het einde van het jaar klaar zijn.
Lovenpolder
Deze zomer legde Scheldestromen ook al een vispassage aan bij gemaal Lovenpolder in Hoek (Terneuzen), waardoor vis vanaf de Westerschelde naar de polder van de Braakman kan trekken.
In korte tijd maakten daar volgens het waterschap al meer dan 17.000 vissen gebruik van. Er zijn twaalf verschillende soorten gesignaleerd, waaronder vooral veel baarzen en blankvoorns.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.