secundair logo knw 1

Na de zomervakantie wordt begonnen aan de versterking van de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen. De dijk voldoet niet meer aan de veiligheidsnormen. Voor versterking wordt deels gekozen voor een waterkering van zand waarop natuur tot ontwikkeling moet komen. Kosten: 90 miljoen euro. Het project met in 2020 klaar zijn.

De dijkversterking maakt deel uit van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Bij toetsing bleek dat de macrostabiliteit van de dijk niet meer aan de normen voldeed. De hoogte van de dijk, de stabiliteit van het dijklichaam en de zogeheten dijkbekleding werden als onvoldoende beoordeeld.

Eind vorig jaar gunde Rijkswaterstaat de voorlopige dijkversterkingsopdracht aan de bedrijven Boskalis en Van Oord, die voor dit project samenwerken onder de naam ‘Combinatie Houtribdijk’. De combinatie kreeg gisteren de definitieve opdracht. Bij de plannenmakerij en uitvoering wordt ze geadviseerd door Arcadis.

David van Raalten van dit ontwerp- en consultantbureau vertelt dat de dijk over een lengte van 10 kilometer aan beide zijden zal worden voorzien van een talud met zand. “Daarvan zal zo’n 20 tot 30 meter te zien zijn vanaf de dijk, maar daarna loopt de zandlaag onder water nog 150 tot 200 meter flauw af. Dat doen we aan beide kanten van de dijk.”

Met de keuze voor de aanleg van de zandkering hoeft de dijk niet te worden verhoogd, legt Van Raalten uit. “Er is toegestaan dat bij extreme stormen water over de dijk mag spoelen, dat houdt dan in dat je de dijk overslagbestendig moet maken.” Dat betekent in dit geval enerzijds versterken van de dijk en anderzijds de aanleg van de zandige waterkering, waardoor de golven minder krachtig worden.

De zandkering wordt aangelegd langs de dijk tussen Trintelhaven en Enkhuizen. Het dijkdeel tussen Trintelhaven en Lelystad zal worden versterkt met steen en gietasfalt. Van Raalten: “Daar is het water vier tof vijf meter diep, het zou te duur worden om daar de dijk ook met een zandkering te versterken. Het deel waar we de zandkering gaan aanleggen is het water twee tot drie meter diep.”

Het zand komt uit het Markermeer, dat op de plekken waar zand wordt gewonnen dus dieper zal worden. Op de zandstrook langs de dijk zal natuur gaan ontstaan, zo is de verwachting. De dijk zal daardoor over een lengte van 10 kilometer in een groenstrook komen te liggen, schetst Van Raalten.

De adviseur is enthousiast over het project. “Wat er leuk aan is dat je over een lengte van 25 kilometer een variatie aan oplossingen met zachte en harde keringen hebt om de dijk te versterken. Dat heb ik nog niet eerder gezien. Dit project voegt iets toe aan de proeftuin Nederland. Daar word ik wel blij van.”  

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Waarom dure, complexe en onderhouds intensieve ondergrondse oplossingen stimuleren als je water ook bovengronds kunt opvangen?
Begin eerst maar met het Veluwe meer en de randmeren uit te diepen en baggeren....perfecte opslagbuffer voor overvloed aan water.
@SebastiaanDat is een goede vraag als we het over de waterkwaliteit van rivieren hebben, maar in dit project zijn vooral kleine watertjes gemeten. Dat komt niet uit het buitenland, dus daar zullen we echt zelf mee aan de slag moeten!
Bijzonder. Veel waterschappen spreken nog van ‘aan en afhaakproblematiek’ waarbij de zorg juist is voor afhakende bedrijven, lees verminderde heffingsopbrengsten.
Natuurlijk is het slim als bedrijven afhaken, met duurzamere zuivering, eventueel gevolgd tot eigen directe lozing in gebied, en vervolgens tot eigen waterhergebruik. Prima.
Maar aub geen dogma. We spreken nog steeds over stedelijk afvalwater, waarbij het bedrijfswater zeker af en toe een waardevolle bijdrage is in de gehele keten.
In @KNW, @skiw, @vemw @dbc verband nog maar eens over spreken.
Reintje Paijmans Kriens Waterschapsverkiezingen: apart of niet?
"Kennis van Waterbeheer" en "Provinciaal bestuur"  voor een groot deel van onze bevolking, is naar mijn ervaring heel gering. De situatie  is per provincie ook geheel anders. Of je nu in Zuid-Holland woont of in Drenthe: water aanvoer, afvoer  en tekort zijn niet met elkaar te vergelijken. De grenzen vallen niet samen. 
Ik heb als geograaf ook veel te maken gehad met wat dat voor problemen voor de bevolking, stadsbesturen en waterschappen veroorzaakte. Stadsbesturen hebben, zeker in de huidige tijd, andere, grotere problemen op hun agenda staan. Op welke manier moet, kan betere voorlichting opgelost worden? Ik heb lezingen gegeven, excursies georganiseerd, bestuursleden van de waterschappen daarbij uitgenodigd en wat ik ook erg belangrijk vind, aan het voortgezet onderwijs voorlichting, onderwijs gegeven. Bij excursies vroeg ik aan de ouders van de leerlingen of zij "mee wilden helpen" met vervoer, eten, geld ophalen voor de bijkomende kosten. Vaak meldden meer ouders zich aan dan eigenlijk nodig was, maar dat had voor de waterschappen in velerlei opzicht positieve gevolgen.
"Samenwerking", overleg met de landen waar de rivieren ontstaan en door stromen, afspreken hoeveel water ieder land wil, kan, mag gebruiken, afvoeren, dat zijn problemen, die nauwelijks bekend zijn bij de bevolking.
Ik hoop dat dit soort onderwerpen net zo belangrijk worden gevonden als problemen met  auto rijden, parkeren en boodschappen doen.
Ik wens Nederland veel succes.