Er blijft meer plastic achter in de rivierbodem dan gedacht. Uit onderzoek van de Wageningen Universiteit blijkt dat kleine plastic deeltjes bezinken op plekken waar de stroomsnelheid afneemt.
Het gedrag van piepkleine plastic deeltjes, de zogeheten nano- en microplastics, is lastig te meten, zegt onderzoekster Ellen Besseling, promovenda bij de afdeling aquatische ecologie en waterkwaliteitsbeheer. "Hoe kleiner, hoe moeilijker." Toch hebben zij en haar collega’s nu enig licht geworpen op het gedrag van zulke deeltjes in zoet water, die bodemdieren en waterorganismen schade kunnen toebrengen.
De onderzoekers toonden aan dat plastic deeltjes van minder dan een micrometer (een duizendste millimeter) én groter dan 10 micrometer vaak bezinken en opgenomen worden in de bodem van de rivier. Bij de kleinste deeltjes komt dat omdat ze ‘aankleven’ aan andere natuurlijke deeltjes, bij de grotere juist omdat ze uit zichzelf zwaar genoeg zijn om te zinken. Plastic deeltjes die qua grootte daartussenin zitten, dus van 1 tot 10 micrometer, stromen juist relatief vaak met het rivierwater door naar de zee.
"Er blijft meer in de bodem van ons zoetwater achter dan we totnogtoe dachten", zegt Besseling. "De gedachte was altijd: al dat plastic stroomt de zee in. Maar uit onze simulaties blijkt dat deeltjes van een bepaalde grootte juist vaak achterblijven. Dat bezinken gebeurt vooral op plekken waar de stroomsnelheid afneemt. In de 40 kilometer waterloop die wij hebben onderzocht, zat een plek waar de rivier ineens breder en dieper wordt. Meteen daarna vindt veel sedimentatie plaats. Waarschijnlijk zit daar dus relatief veel plastic in de rivierbodem."
Of dat ook werkelijk zo is, moet uit metingen blijken, zegt projectleider prof. Bart Koelmans. "Op basis van ons onderzoek is duidelijk waar je hotspots van microplastics kunt verwachten. De volgende stap is om daar metingen te doen en uiteindelijk wellicht om de rivierbodems te reinigen."
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.