De Unie van Waterschappen roept in een brandbrief minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat op om te komen tot hardere actie tegen de PFAS-vervuiling. Ze dringt aan op een totaalverbod, maar wil ook duidelijke wet- en regelgeving die waterschappen handelingsperspectief biedt voor de aanpak van PFAS-verontreiniging. In de brief vraagt de Unie om een ‘integraal en gezamenlijk actieplan’.
De koepelorganisatie stuurt de brief vandaag namens de Nederlandse waterschappen. Ze herhalen daarin het al vaker geuite standpunt: “De enige manier om PFAS effectief aan te pakken is zoals bij alle vervuilingen: aan de bron.” Verder is er ‘strengere regelgeving en toezicht nodig en moet bestaande vervuiling voortvarender worden aangepakt’.
Aanleiding voor de brief van de Unie zijn de moties die recent in meerdere waterschapsbesturen zijn aangenomen waarin het Rijk wordt opgeroepen om met een actieplan te komen om PFAS-vervuiling een halt toe te roepen. In de moties wordt gevraagd om voor 1 januari 2025 een brandbrief te sturen naar het Rijk met daarin verwoord de noodkreet en oproep van de waterschappen. De Unie geeft daar nu invulling aan namens alle waterschappen.
In de problemen
Reden voor de oproep is dat de waterschappen volop worden geconfronteerd met PFAS-vervuiling. In afvalwater, oppervlaktewater, waterbodems en zuiveringsslib meten ze ‘verhoogde en ongezonde concentraties’ PFAS. Die vervuiling brengt de waterschappen op allerlei manieren in de problemen. Zo slagen ze er niet in om de stoffen in de rioolwaterzuiveringen uit het afvalwater te halen. “Ongewild vormen de zuiveringen hiermee een doorgeefluik van PFAS richting het milieu.”
De vervuiling van waterbodems en slib ‘heeft steeds ernstigere gevolgen voor beheer, onderhoud, verspreiding en toepassing van baggerslib’. “Ook leidt het tot vertraging en kostenverhoging voor herinrichtingsprojecten die nodig zijn om de KRW-doelen te realiseren”, staat in de brief.
“De aanpak van de PFAS-problematiek is complex en slaagt alleen wanneer alle betrokken partijen hier maximaal de schouders onder zetten. Snel handelen is dus geboden en wel op meerdere gebieden”, schrijven de waterschappen. In te vullen met ‘een stevige regierol’ door het Rijk op basis van 'een integraal en gezamenlijk actieplan'. In de brandbrief doen de waterschappen zeven 'voorstellen'.
Verbod
Als eerste moet de PFAS-kraan dicht. Daarmee roepen de waterschappen op tot een productie- en toepassingsverbod. Ze vragen daarbij om vooruit te lopen op het Europese restrictievoorstel voor PFAS dat mede op verzoek van Nederland nu in Brussel in de maak is. Wachten op eventuele Europese regelgeving duurt de waterschappen te lang.
De waterschappen zijn in dit verband ook bezorgd over het standpunt van Duitsland inzake PFAS-lozingen in de Rijn, staat in de brief. "We verwachten hierin maximale inzet van de minister ten opzichte van de houding van onze buurman en roepen op om hierover met buurlanden - zoals België en Duitsland - en met Brussel in gesprek te gaan.”
In de brief aan de minister bepleiten de waterschappen voorts om orde te scheppen in de normering van PFAS, handelingsperspectief te bieden voor aanpak van bestaande PFAS-verontreiniging en versterking van de keten van vergunning, toezicht en handhaving (VTH) voor terugdringen PFAS-emissies.
Andere punten: stimuleer kennis en innovatie voor verwijdering van PFAS; stel een concreet actieplan vanuit het Rijk op om PFAS-vervuiling een halt toe te roepen en benut de ervaringen met PFAS om dezelfde problematiek met andere persistente, mobiele en toxische stoffen te voorkomen.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.