secundair logo knw 1

Illustratie: Permavoid Ltd.

Op een ‘blauw-groen’ dak in Amsterdam wordt de komende jaren uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het koelende effect van verdamping. Onder de beplanting heeft het dak een drainagelaag waarin regenwater wordt opgevangen, opgeslagen en hergebruikt voor irrigatie.

Het onderzoeksdak, getiteld Project Smartroof 2.0, wordt komende vrijdag (8 september) geopend op het Marineterrein in Amsterdam. Het levend laboratorium is het afgelopen jaar aangelegd. Bij de opening kunnen daardoor al de eerste onderzoeksresultaten worden gepresenteerd.

Project Smartroof 2.0 is een doorontwikkeling van de al langer bestaande ‘groene daken’, vertelt projectleider Joris Voeten, ingenieur groenstedelijke ruimte. “Steden worden hitte-eilanden bij warm weer. Dat is onaangenaam en ongezond. Al langer wordt daarom gezegd dat er meer groene daken moeten komen, die voor een verkoelend effect zorgen. Niemand weet echter precies voor hoeveel verkoeling die daken zorgen. Op ons onderzoeksdak onderzoeken wij hoeveel warmte er precies verdampt op een gewoon groen dak én op een groen-blauw dak. Op het groen-blauwe dak hebben we onder de begroeiing een 85 millimeter hoge drainagelaag aangebracht, die zorgt voor tien keer meer opslag van water dan een gewoon groen dak. Daarmee zoeken we het optimum van een systeem dat zo weinig mogelijk weegt én zorgt voor zoveel mogelijk verdamping.”

Het dak kan daarnaast bij extreme regenbuien water opvangen, zodat de stedelijke wateroverlast vermindert. Via een weegsysteem dat in het dak is ingebouwd – een wereldprimeur – wordt de verdamping gemeten. Daarnaast wordt op diverse plekken in en boven het dak de temperatuur gemeten, om een goed beeld te krijgen van het werkelijke verkoelende effect.

Project Smartroof 2.0 is een samenwerkingsverband tussen Drain Products Europe, Aedes Real Estate, onderzoeksinstituut KWR, gemeente Amsterdam, waterschap Amstel & Gooi en Vecht, watercyclusbedrijf Waternet en Bureau Marineterrein Amsterdam. Het project wordt medegefinancierd vanuit de toeslag voor topsectoren (TKI’s) van de overheid. Het Marineterrein in Amsterdam, als thuisbasis voor vele start-ups en innovatieve bedrijven, is een voor de hand liggende locatie voor het blauw-groene dak, aldus Voeten.

Het onderzoek zal in ieder geval de komende twee jaar plaatsvinden en waarschijnlijk langer. Voeten: “Over een langere periode krijg je steeds betrouwbaarder resultaten.”

Ook de variatie in beplanting kan mogelijk verschillende resultaten opleveren. Het dak is nu nog vooral begroeid met sedumbeplanting. “We hebben het dak al twee keer ingezaaid met kruiden, planten en grassen. Sedumbeplanting is wat sterker en overheerst daarom vooralsnog, maar de verwachting is dat planten en grassen het in de winter langer uithouden. Daarom verwachten we volgend jaar meer meetresultaten van grassen en planten die vergelijkbaar zijn met de Nederlandse bermbegroeiing.”

Meer informatie over het blauw-groene dak Smartroof 2.0

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.